“Miles!” krijsend geroep van zijn moeder, met een zucht stond hij stil op de trap. “Water!” Een tweede zucht, terwijl hij zichzelf omdraaide en een glas water voor zijn moeder in schonk. Hij kwam de rook gevulde woonkamer binnen, het glas werd op het gammele tafeltje gezet dat voor een versleten bank stond. Miles was al gestopt om naar de oude TV te kijken. Er was nooit iets boeiends op. De blauwe ogen van zijn moeder keken niet eens om, haar donkerblonde haren waren vet en als ze ooit een knappe vrouw was geweest, was ze dat nu niet meer. Het roken had haar huid doen verouderen en dat ze zichzelf niet verzorgde werkte daar niet aan mee. Zonder een dankjewel liep hij de trap op, zo was hij het gewend en hoewel hij simpel door had kunnen lopen, was het al bewonderingswaardig te noemen dat ze wist dat hij er was. Maar ergens had hij het gevoel dat ze dit altijd deed, zelfs als hij er niet was. Dit was nu eenmaal hoe het ging en Miles had al lang de hoop verloren dat zijn ouders ook maar iets aardigs tegen hem zouden zeggen.
De deur naar zijn kamer was al zo lang als hij zich kon herinneren niet meer aanwezig, het vergeelde matras in de hoek staarde hem als het ware aan bij binnenkomst. Het enige wat hij hier kwam doen was zijn tas halen. Hij bekeek enkele kleren die op een nette stapel op de tafel lagen. Een van de weinige meubels die hij op zijn kamer had, een matras, tafel en een stoel. De meeste spullen waren verouderd, bijna stuk en was enkel goed om kleding op te leggen. Het meeste had hij standaard in zijn tas zitten om zo makkelijk weg te kunnen. Zo had hij zijn laptop en notitieblokken allemaal in zijn tas zitten en zijn mobiel standaard in zijn broekzak. Vaak ging hij ergens langs waar ze gratis Wi-Fi hadden, want hier in huis was dit niet aanwezig. Het geld was er niet voor en iets minder roken konden zijn ouders natuurlijk niet doen om meer te betalen.
Hij liep zijn kamer uit, zijn rugzak had hij over zijn arm geslagen, de stapel brieven werden meegenomen op weg naar buiten. Enkele deuren verder klopte hij aan, geld werd afgegeven en hij kreeg een stapeltje rijbewijzen in zijn handen gedrukt. Hoewel de politie hier vaak genoeg kwam, ontweek de politie deze buurt ook graag. Dus dit soort dingen waren makkelijk om te doen en met een bedankje was hij weer op weg. De rijbewijzen verdwenen in zijn tas en hij bekeek enkele brieven, rekeningen, rekeningen en enkele brieven om hen te ‘helpen’. Deze werden meteen in de dichtstbijzijnde prullenbak gedumpt op volgorde werden de rekeningen gelegd. Zo wist hij welke eerst te betalen.
Want als hij deze niet ging betalen, dan zouden zijn ouders op straat terecht komen en hoewel hij ze verafschuwde, waren het ergens toch zijn ouders.
Echter had hij nog een rekening in zijn hand en met een frons op zijn gezicht opende hij deze. Kerkgemeenschap, wat had dit te betekenen? Zevenhonderd euro! Omdat het een rekening was stond er maar weinig op. Enkel het woord beeld en de prijs. Het was de kerk om de hoek, wat moesten die nu weer? Hij was totaal niet gelovig en ontliep deze gebouwen graag, tenzij er een mis was en hij kruisjes kon verkopen die in ‘wijwater’ waren geweekt. Zolang ze maar geloofde wat hij wilde.
Had hij een verkoop vergunning? Ja, maar of hij dan alles wel zo netjes afhandelde, dat niet. De deur van de kerk stond open en toen hij binnen liep was er een stilte, deze hem haast bekroop. Konden ze niet een leuk muziekje aanzetten? Hij keek het gebouw rond, hier en daar waren mensen in de weer, de pastoor was al snel gevonden en rustig liep hij dan ook zijn richting op.
“Meneer, we hebben deze rekening ontvangen over een beeld. Maar het lijkt me een vergissing, waarom zouden wij een beeld moeten betalen?” Hij klonk rustig, zelfs ergens beleefd. De pastoor keek met een kleine glimlach om, maar zijn gezicht werd iets triest bij het zien van Miles. Het ontging maar weinig mensen dat zijn ouders niet helemaal goed in de maatschappij paste.
“John Edmond was hier enkele dagen geleden en heeft hier een beeld omgestoten.” Hij wees naar een groot beeld, deze nu hier stond met een afgebroken hoofd en mistte ook nog een arm. Ze mochten van geluk spreken dat het ding niet geheel aan diggelen lag en ze alles mochten betalen.
“Het was voor ons onmogelijk om alle kosten voor de reparatie voor onze rekening te nemen en vandaar dat we jullie om een bijdrage vragen.” Miles zuchtte.
“Omgestoten? Het beeld is niet zo klein dat dit zomaar kan. Laat me raden: Dronken?” Miles was duidelijk verveeld en vooral omdat zijn vader weer een domme actie had uitgehaald en hij weer mocht uitrukken voor de kosten. De priester knikte enkel triest, niemand begreep geheel hoe John en Nina Edmond nog in het huis woonde, maar voor de priester moest het nu duidelijk zijn.
“Godver.” Mompelde Miles geïrriteerd. “Kan ik contant betalen?” Miles zette zijn tas op de grond en de priester keek even twijfelend. “Dat zal ik even moeten navragen.” Was zijn antwoord en hij liep richting een andere man voor informatie. Dit zorgde ervoor dat Miles de tijd had om rond te kijken, de kerk zag er voor deze achterbuurt verassend mooi en verzorgd uit. Hoewel hij de waarde van enkele objecten graag in zijn eigen portemonnee zag, was hij nog wel zo respectvol om niet van de kerk te stelen.
De deur naar zijn kamer was al zo lang als hij zich kon herinneren niet meer aanwezig, het vergeelde matras in de hoek staarde hem als het ware aan bij binnenkomst. Het enige wat hij hier kwam doen was zijn tas halen. Hij bekeek enkele kleren die op een nette stapel op de tafel lagen. Een van de weinige meubels die hij op zijn kamer had, een matras, tafel en een stoel. De meeste spullen waren verouderd, bijna stuk en was enkel goed om kleding op te leggen. Het meeste had hij standaard in zijn tas zitten om zo makkelijk weg te kunnen. Zo had hij zijn laptop en notitieblokken allemaal in zijn tas zitten en zijn mobiel standaard in zijn broekzak. Vaak ging hij ergens langs waar ze gratis Wi-Fi hadden, want hier in huis was dit niet aanwezig. Het geld was er niet voor en iets minder roken konden zijn ouders natuurlijk niet doen om meer te betalen.
Hij liep zijn kamer uit, zijn rugzak had hij over zijn arm geslagen, de stapel brieven werden meegenomen op weg naar buiten. Enkele deuren verder klopte hij aan, geld werd afgegeven en hij kreeg een stapeltje rijbewijzen in zijn handen gedrukt. Hoewel de politie hier vaak genoeg kwam, ontweek de politie deze buurt ook graag. Dus dit soort dingen waren makkelijk om te doen en met een bedankje was hij weer op weg. De rijbewijzen verdwenen in zijn tas en hij bekeek enkele brieven, rekeningen, rekeningen en enkele brieven om hen te ‘helpen’. Deze werden meteen in de dichtstbijzijnde prullenbak gedumpt op volgorde werden de rekeningen gelegd. Zo wist hij welke eerst te betalen.
Want als hij deze niet ging betalen, dan zouden zijn ouders op straat terecht komen en hoewel hij ze verafschuwde, waren het ergens toch zijn ouders.
Echter had hij nog een rekening in zijn hand en met een frons op zijn gezicht opende hij deze. Kerkgemeenschap, wat had dit te betekenen? Zevenhonderd euro! Omdat het een rekening was stond er maar weinig op. Enkel het woord beeld en de prijs. Het was de kerk om de hoek, wat moesten die nu weer? Hij was totaal niet gelovig en ontliep deze gebouwen graag, tenzij er een mis was en hij kruisjes kon verkopen die in ‘wijwater’ waren geweekt. Zolang ze maar geloofde wat hij wilde.
Had hij een verkoop vergunning? Ja, maar of hij dan alles wel zo netjes afhandelde, dat niet. De deur van de kerk stond open en toen hij binnen liep was er een stilte, deze hem haast bekroop. Konden ze niet een leuk muziekje aanzetten? Hij keek het gebouw rond, hier en daar waren mensen in de weer, de pastoor was al snel gevonden en rustig liep hij dan ook zijn richting op.
“Meneer, we hebben deze rekening ontvangen over een beeld. Maar het lijkt me een vergissing, waarom zouden wij een beeld moeten betalen?” Hij klonk rustig, zelfs ergens beleefd. De pastoor keek met een kleine glimlach om, maar zijn gezicht werd iets triest bij het zien van Miles. Het ontging maar weinig mensen dat zijn ouders niet helemaal goed in de maatschappij paste.
“John Edmond was hier enkele dagen geleden en heeft hier een beeld omgestoten.” Hij wees naar een groot beeld, deze nu hier stond met een afgebroken hoofd en mistte ook nog een arm. Ze mochten van geluk spreken dat het ding niet geheel aan diggelen lag en ze alles mochten betalen.
“Het was voor ons onmogelijk om alle kosten voor de reparatie voor onze rekening te nemen en vandaar dat we jullie om een bijdrage vragen.” Miles zuchtte.
“Omgestoten? Het beeld is niet zo klein dat dit zomaar kan. Laat me raden: Dronken?” Miles was duidelijk verveeld en vooral omdat zijn vader weer een domme actie had uitgehaald en hij weer mocht uitrukken voor de kosten. De priester knikte enkel triest, niemand begreep geheel hoe John en Nina Edmond nog in het huis woonde, maar voor de priester moest het nu duidelijk zijn.
“Godver.” Mompelde Miles geïrriteerd. “Kan ik contant betalen?” Miles zette zijn tas op de grond en de priester keek even twijfelend. “Dat zal ik even moeten navragen.” Was zijn antwoord en hij liep richting een andere man voor informatie. Dit zorgde ervoor dat Miles de tijd had om rond te kijken, de kerk zag er voor deze achterbuurt verassend mooi en verzorgd uit. Hoewel hij de waarde van enkele objecten graag in zijn eigen portemonnee zag, was hij nog wel zo respectvol om niet van de kerk te stelen.