Het was duidelijk dat het langzaamaan herfst begon te worden. Het werd eerder donker, 's ochtends en 's avonds was het kouder en de bomen in het park begonnen al langzaam te verkleuren. Gelukkig ging de zon nog niet zo vroeg onder, en het was dan ook nog gewoon licht toen Rumor in de namiddagzon door de straten liep. Als ze niet de exacte instructies naar de locatie op een blaadje had gekrabbeld had ze het gebouw nooit gevonden, en zelfs toen ze er recht voor stond moest ze het adres nog eens twee keer controleren om zichzelf er van te overtuigen dat ze echt op de juiste plaats was. Het was namelijk niet echt ergens waar ze vanuit zichzelf zou verschijnen.
De hal waar ze in binnen trad was nogal slecht verlicht. Haar schoenen klikten hard tegen de bleke tegels terwijl ze door liep, haar tas stevig in haar handen geklemd, maar ze kwam tot een abrupte halt toen ze gedempte stemmen leek te horen.
Licht fronsend stapte ze richting de ruimte waar de stemmen vandaan kwamen. Er hing een plastic plaatje op ooghoogte, en er moest ooit iets op hebben gestaan maar wat dat precies had moeten zijn was onduidelijk. Na even geaarzeld te hebben, gezien ze verder geen enkel idee had waar ze moest zijn, legde ze haar hand op de klink en duwde de deur, die even bleef haken, met een krakend geluid open.
Twee mannen in hun late twintig keken haar voor enkele tellen zonder een woord te zeggen aan. Toen begon de eerste zacht te lachen en richtte de tweede zich op van het bankje waar hij op had gezeten en stapte naar de deur toe. 'De vrouwenkleedkamers zijn hiernaast, mop.'
Langzaam kneep Rumor haar ogen tot spleetjes, maar het was voor haar maar al te duidelijk dat deze mannen een schamper antwoord niet echt leuk zouden vinden. Dus wist ze zichzelf ervan te weerhouden te reageren, glimlachte nogal geforceerd en deed toen haastig de deur weer dicht.
Het duurde niet zo lang voordat ze zich om had gekleed. Ze had de hele kleedruimte voor zichzelf, en nadat ze haar jas aan een haakje had gehangen verruilde ze haar normale kleding voor een halflange, grijze sportbroek en een donkerpaars topje. Voor haar zware krullen had ze wat langer de tijd nodig, maar uiteindelijk had ze het voor elkaar gekregen om haar haar in een paardenstaart vast te maken zodat het in ieder geval uit haar gezicht zou blijven.
Na gecontroleerd te hebben of de sleutels van haar huis samen met haar telefoon diep weggestopt in haar tas zaten stapte ze terug de gang op. Het werd haar al snel duidelijk dat er maar één zaal was, dus heel moeilijk werd het haar niet gemaakt.
Ze had geen enkel idee hoe de jongeman in kwestie er uit zou moeten zien. Nadat ze een week geleden was overvallen op haar weg naar huis had een meisje van haar universiteit haar aangeraden om iets aan zelfverdediging te gaan doen; ongeveer een maand terug was er al iemand anders in diezelfde wijk overvallen en gezien Rumor daar dagelijks langs kwam op haar weg naar huis was dat helemaal niet zo'n slecht idee geweest. Via-via had het meisje haar door gewezen en nu stond ze dus hier, in een ietwat muffige sportzaal. Er waren maar enkele mensen aanwezig, dus besloot ze naar de eerste de beste toe te stappen en hem aan te spreken.
'Sorry, ik ben op zoek naar Troy Redoran.'
De hal waar ze in binnen trad was nogal slecht verlicht. Haar schoenen klikten hard tegen de bleke tegels terwijl ze door liep, haar tas stevig in haar handen geklemd, maar ze kwam tot een abrupte halt toen ze gedempte stemmen leek te horen.
Licht fronsend stapte ze richting de ruimte waar de stemmen vandaan kwamen. Er hing een plastic plaatje op ooghoogte, en er moest ooit iets op hebben gestaan maar wat dat precies had moeten zijn was onduidelijk. Na even geaarzeld te hebben, gezien ze verder geen enkel idee had waar ze moest zijn, legde ze haar hand op de klink en duwde de deur, die even bleef haken, met een krakend geluid open.
Twee mannen in hun late twintig keken haar voor enkele tellen zonder een woord te zeggen aan. Toen begon de eerste zacht te lachen en richtte de tweede zich op van het bankje waar hij op had gezeten en stapte naar de deur toe. 'De vrouwenkleedkamers zijn hiernaast, mop.'
Langzaam kneep Rumor haar ogen tot spleetjes, maar het was voor haar maar al te duidelijk dat deze mannen een schamper antwoord niet echt leuk zouden vinden. Dus wist ze zichzelf ervan te weerhouden te reageren, glimlachte nogal geforceerd en deed toen haastig de deur weer dicht.
Het duurde niet zo lang voordat ze zich om had gekleed. Ze had de hele kleedruimte voor zichzelf, en nadat ze haar jas aan een haakje had gehangen verruilde ze haar normale kleding voor een halflange, grijze sportbroek en een donkerpaars topje. Voor haar zware krullen had ze wat langer de tijd nodig, maar uiteindelijk had ze het voor elkaar gekregen om haar haar in een paardenstaart vast te maken zodat het in ieder geval uit haar gezicht zou blijven.
Na gecontroleerd te hebben of de sleutels van haar huis samen met haar telefoon diep weggestopt in haar tas zaten stapte ze terug de gang op. Het werd haar al snel duidelijk dat er maar één zaal was, dus heel moeilijk werd het haar niet gemaakt.
Ze had geen enkel idee hoe de jongeman in kwestie er uit zou moeten zien. Nadat ze een week geleden was overvallen op haar weg naar huis had een meisje van haar universiteit haar aangeraden om iets aan zelfverdediging te gaan doen; ongeveer een maand terug was er al iemand anders in diezelfde wijk overvallen en gezien Rumor daar dagelijks langs kwam op haar weg naar huis was dat helemaal niet zo'n slecht idee geweest. Via-via had het meisje haar door gewezen en nu stond ze dus hier, in een ietwat muffige sportzaal. Er waren maar enkele mensen aanwezig, dus besloot ze naar de eerste de beste toe te stappen en hem aan te spreken.
'Sorry, ik ben op zoek naar Troy Redoran.'