Je stelt je aan. Er is helemaal niets aan de hand. Toon eens wat lef.
Roya's voetstappen waren de enigen in de lege, slecht verlichte straat. En toch ging haar hart als een razende tekeer. De moed die ze zichzelf probeerde in te praten was tegen dovemansoren gesproken.
Je bent nota bene verhuist. Hij weet echt niet waar je bent.
Het was geen koude avond, maar toch rilde ze, ondanks haar zachtroze zomerjas. Ze voelde zich misselijk en wenste dat ze gewoon binnen was, veilig.
Een lantaarnpaal flikkerde en haar hart maakte een sprongetje. Direct vervloekte ze zichzelf om die angst. Ze ademde diep in.
Denk aan Bryce. Aan Anna. Aan Sir Fluffington. Aan Gael.
Maar het hielp niet. Aan haar vriendje of haar beste vriendin denken maakte alleen maar meer dat ze verlangde niet alleen te zijn.
Het was nu al een poosje zo. Alleen buiten zijn zo 's avonds gaf haar de rillingen. Ze was het tafereel in Anna's garage nog lang niet vergeten. Kon dat maar.
Ze ging zo op in haar pogingen zichzelf moed in te praten dat ze zich te laat realiseerde dat ze niet meer liep waar ze dacht te lopen.
De paniek sloeg in een klap toe, kneep haar keel dicht.
Rustig blijven! Rustig blijven! Je moet gewoon teruglopen, gewoon teruglopen...
Maar het hielp niet. Haar ademhaling ging snel en terwijl ze zoekend om zich heen keek merkte ze dat ze niets meer herkende. Ze klemde haar lippen op elkaar. Ze probeerde zich te concentreren op haar ademhaling. Blijven lopen, hield ze zichzelf voor, je komt vanzelf iemand tegen.
Maar was dat niet juist waar ze zo bang voor was?
Ze liep door. De ene voet voor de andere krijgen leek ineens een taak op zich.
Ergens klonk muziek. Was ze in de buurt van een club? Een cafe? Ze had niets met dergelijke dingen, maar dat betekende in ieder geval dat ze niet ver van het centrum kon zitten. Toch? Ze ging de hoek om. Voor haar lag een straat met zo te zien meerdere uitgaansgelegenheden. Er liepen allerlei mensen over straat. Een aantal zagen er zeer excentriek uit, maar dat was niet iets waar Roya van onder de indruk was. Thuis was excentriek heel normaal. Nee, de hoeveelheid mensen stelde haar eerder een heel klein beetje gerust, als klopt haar hart nog als een bezetene. Ze durfde de straat eigenlijk niet meer uit. Ze had nu een plek gevonden waar ze niet alleen was. Teruggaan betekende weer dat ze opnieuw helemaal alleen door dat dode stuk zou moeten. Ze liep aarzelend verder de straat in. Ze paste hier duidelijk niet, dat gaf haar houding wel aan.
Roya's voetstappen waren de enigen in de lege, slecht verlichte straat. En toch ging haar hart als een razende tekeer. De moed die ze zichzelf probeerde in te praten was tegen dovemansoren gesproken.
Je bent nota bene verhuist. Hij weet echt niet waar je bent.
Het was geen koude avond, maar toch rilde ze, ondanks haar zachtroze zomerjas. Ze voelde zich misselijk en wenste dat ze gewoon binnen was, veilig.
Een lantaarnpaal flikkerde en haar hart maakte een sprongetje. Direct vervloekte ze zichzelf om die angst. Ze ademde diep in.
Denk aan Bryce. Aan Anna. Aan Sir Fluffington. Aan Gael.
Maar het hielp niet. Aan haar vriendje of haar beste vriendin denken maakte alleen maar meer dat ze verlangde niet alleen te zijn.
Het was nu al een poosje zo. Alleen buiten zijn zo 's avonds gaf haar de rillingen. Ze was het tafereel in Anna's garage nog lang niet vergeten. Kon dat maar.
Ze ging zo op in haar pogingen zichzelf moed in te praten dat ze zich te laat realiseerde dat ze niet meer liep waar ze dacht te lopen.
De paniek sloeg in een klap toe, kneep haar keel dicht.
Rustig blijven! Rustig blijven! Je moet gewoon teruglopen, gewoon teruglopen...
Maar het hielp niet. Haar ademhaling ging snel en terwijl ze zoekend om zich heen keek merkte ze dat ze niets meer herkende. Ze klemde haar lippen op elkaar. Ze probeerde zich te concentreren op haar ademhaling. Blijven lopen, hield ze zichzelf voor, je komt vanzelf iemand tegen.
Maar was dat niet juist waar ze zo bang voor was?
Ze liep door. De ene voet voor de andere krijgen leek ineens een taak op zich.
Ergens klonk muziek. Was ze in de buurt van een club? Een cafe? Ze had niets met dergelijke dingen, maar dat betekende in ieder geval dat ze niet ver van het centrum kon zitten. Toch? Ze ging de hoek om. Voor haar lag een straat met zo te zien meerdere uitgaansgelegenheden. Er liepen allerlei mensen over straat. Een aantal zagen er zeer excentriek uit, maar dat was niet iets waar Roya van onder de indruk was. Thuis was excentriek heel normaal. Nee, de hoeveelheid mensen stelde haar eerder een heel klein beetje gerust, als klopt haar hart nog als een bezetene. Ze durfde de straat eigenlijk niet meer uit. Ze had nu een plek gevonden waar ze niet alleen was. Teruggaan betekende weer dat ze opnieuw helemaal alleen door dat dode stuk zou moeten. Ze liep aarzelend verder de straat in. Ze paste hier duidelijk niet, dat gaf haar houding wel aan.