Solance was er niet, hij had vandaag vrij en rondom het huis was eigenlijk niets meer te doen nadat hij de plint had gerepareerd.
Dat, en het was waanzinnig lekker weer.
En zo kwam het dat Riot met Gypsy naast zich op weg ging naar het meer. Hij droeg shorts die ooit een lange broek waren geweest, tot er een scheur in een van de pijpen was gekomen en die nu dienst deed als zwembroek, en een zwart T-shirt.
Hij had de hondenriem in zijn hand; zolang ze nog in de natuur liepen mocht Gypsy loslopen. En dat deed het kleine hondje dan ook met een vreugde die je alleen in honden tegenkwam.
Riot glimlachte toen hij het hondje voor hem uit zag stuiven. Zo klein, en toch zo vol van zichzelf.
Niet veel later kwam Gypsy terug, met een stok in zijn bek die toch echt twee maatjes te groot was. Hij legde de stok voor de voeten van zijn baasje.
Riot's glimlach werd een grijns en hij gooide de stok weg.
Zo gespannen als hij bij mensen vaak was, zo relaxed was hij bij dieren.
Hij schoot in de lach toen Gypsy kort daarop weer dapper aangeploeterd kwam met de stok.
"Jij weet ook niet van ophouden," mompelde hij, terwijl hij de stok opnieuw weggooide.
Het duurde langer dan gepland, de wandeling, met name omdat Gypsy van geen ophouden wist, maar ze waren er.
Inmiddels droeg hij de hond, die zichzelf helemaal kapot gerend had, maar hij zat er niet mee.
Het was buitengewoon rustig bij het meer. Een handjevol mensen zwommen, zonden of lieten hun hond uit, maar het was verder nagenoeg uitgestorven. Het was dan ook een tijdstip waarop de meesten werkten of naar school gingen.
Riot zocht een rustig plekje op. Hij zette Gypsy neer, die meteen weer nieuwe energie leek te krijgen van het water, dat verleidelijk in de zon glinsterde. Riot's mondhoeken krulde even om.
Het was zo rustig dat hij zonder aarzelen zijn T-shirt uittrok. Normaal hield hij zijn bovenlijf liever bedekt, maar nu was hij toch zo goed als alleen en het zwom nou eenmaal een heel stuk prettiger zonder.
Met het immer enthousiaste hondje aan zijn zijde waadde hij het koele water in, terwijl de zon aangenaam op zijn rug scheen, die ontsierd werd door een hele serie littekens.
Maar ondanks die littekens, ondanks de enorme mentale schade die die ene nacht met zich mee had gebracht, waren het dagen zoals deze waarop hij zich bijna normaal voelde, zo met zijn huisdier in de zon.
Al snel moest Gypsy zwemmen, en ook dit deed hij met bewonderingswaardige overtuiging. Vooral als je meetelde dat hij nog altijd in het bezit van zijn stok was.
Dat, en het was waanzinnig lekker weer.
En zo kwam het dat Riot met Gypsy naast zich op weg ging naar het meer. Hij droeg shorts die ooit een lange broek waren geweest, tot er een scheur in een van de pijpen was gekomen en die nu dienst deed als zwembroek, en een zwart T-shirt.
Hij had de hondenriem in zijn hand; zolang ze nog in de natuur liepen mocht Gypsy loslopen. En dat deed het kleine hondje dan ook met een vreugde die je alleen in honden tegenkwam.
Riot glimlachte toen hij het hondje voor hem uit zag stuiven. Zo klein, en toch zo vol van zichzelf.
Niet veel later kwam Gypsy terug, met een stok in zijn bek die toch echt twee maatjes te groot was. Hij legde de stok voor de voeten van zijn baasje.
Riot's glimlach werd een grijns en hij gooide de stok weg.
Zo gespannen als hij bij mensen vaak was, zo relaxed was hij bij dieren.
Hij schoot in de lach toen Gypsy kort daarop weer dapper aangeploeterd kwam met de stok.
"Jij weet ook niet van ophouden," mompelde hij, terwijl hij de stok opnieuw weggooide.
Het duurde langer dan gepland, de wandeling, met name omdat Gypsy van geen ophouden wist, maar ze waren er.
Inmiddels droeg hij de hond, die zichzelf helemaal kapot gerend had, maar hij zat er niet mee.
Het was buitengewoon rustig bij het meer. Een handjevol mensen zwommen, zonden of lieten hun hond uit, maar het was verder nagenoeg uitgestorven. Het was dan ook een tijdstip waarop de meesten werkten of naar school gingen.
Riot zocht een rustig plekje op. Hij zette Gypsy neer, die meteen weer nieuwe energie leek te krijgen van het water, dat verleidelijk in de zon glinsterde. Riot's mondhoeken krulde even om.
Het was zo rustig dat hij zonder aarzelen zijn T-shirt uittrok. Normaal hield hij zijn bovenlijf liever bedekt, maar nu was hij toch zo goed als alleen en het zwom nou eenmaal een heel stuk prettiger zonder.
Met het immer enthousiaste hondje aan zijn zijde waadde hij het koele water in, terwijl de zon aangenaam op zijn rug scheen, die ontsierd werd door een hele serie littekens.
Maar ondanks die littekens, ondanks de enorme mentale schade die die ene nacht met zich mee had gebracht, waren het dagen zoals deze waarop hij zich bijna normaal voelde, zo met zijn huisdier in de zon.
Al snel moest Gypsy zwemmen, en ook dit deed hij met bewonderingswaardige overtuiging. Vooral als je meetelde dat hij nog altijd in het bezit van zijn stok was.