De jongen werd enkele minuten voor zijn wekker wakker. Even zuchtte hij, draaide zich om en wou zijn ogen weer sluiten maar toen hij doorhad welke dag het was, vlogen zijn ogen wijd open. Een grijns trok onwillekeurig op zijn gezicht en hij kwam vlot zijn bed uit. Het was woensdag. Vandaag was de dag dat Allison sowieso kwam helpen. Gisteren was ze er niet geweest, hoewel ze wel eens op de dinsdag kwam, en maandag had ze een doktersafspraak gehad waardoor ze ook niet had kunnen komen. Het was voor Dean ongebruikelijk om het meisje zo lang niet te zien, en dat terwijl ze elkaar pas kort kenden. Normaliter zag hij haar elke dag en om haar nu ineens enkele dagen niet te zien... Het was afzien en Dean moest eerlijk bekennen dat het zwaarder was dan hij wou toegeven. De vrolijkheid van het meisje was aanstekelijk en werkte voor hem als een lichtbronnetje. Ze was het beste wat hem de afgelopen tijd was overkomen.
Dean had zich snel klaargemaakt voor het werk, koffie gezet voor de dame waar hij bij in woonde en had zich snel op zijn fiets gezet waar hij in record tempo naar Trainingsstal Scodelario was gefietst. Helaas stond Ali's fiets er nog niet, maar dat wou nog niets zeggen. Dean was wel vaker wat vroeger dan Ali.
Ze hadden vandaag afgesproken om samen naar de kringloopwinkel hier in de stad te gaan. Ze zouden gaan nadat hier het werk klaar was en Dean had heel eerlijk niet geweten dat Allison een kringloopmeisje was, maar Ali had eerlijk bekend dat ze nog wat leuke spulletjes voor haar kamer zocht en dat ze wel vaker bij de kringloop terecht kwam. Dean vond het allemaal prima. Het leek hem trouwens ook wel de moeite waard om even te kijken of er voor hem iets tussen zat.
Deans blik werd steeds zuurder naarmate de tijd verstreek en hoewel hij in de kantine met de andere hulpen zat en een lekker kopje koffie had, praatte hij niet vrolijk mee. Ali was er niet en ze leek ook niet te komen. Pasqual, die bij de rest was gaan zitten, leek zich er niet om te bekommeren, waardoor Dean besloot maar eens naar Ali te vragen.
"Zeg, Pasqual," vroeg de jongen met een stalen gezicht. Hij wou niet bekennen dat het hem meer interesseerde dan hij wou doen voorkomen. "Waar is Allison?" Pasqual nam een slok van zijn koffie en zette toen zijn kopje neer.
"Ze heeft me gisteravond gebeld om zich ziek te melden. Ze weet niet hoe lang het gaat duren, maar daarom was ze er maandag ook al niet." Dean fronste.
"Ze weet niet hoe lang het gaat duren?" vroeg hij, toch wat bezorgdheid doorklinkend in zijn stem.
"Klopt. De huisarts denkt aan Pfeiffer en heeft bloed laten prikken. Voor nu lukt het haar niet om uit bed te komen." Deans gezicht betrok. Dat leek hem nou niets, als hij zijn vriendinnetje moest missen. En Pfeiffer was niet mis.
Pasqual legde even zijn hand op zijn schouder. "Komt wel weer goed," beloofde de jongen. Dean keek even stuurs terug maar zijn gezicht ontspande toen hij Pasqual aankeek. Pasqual had het onlangs zwaar te verduren gehad met zijn vriendin. Die net uit het ziekenhuis was maar wat Dean hoorde wel in een dagopvang zat. Dean knikte en stond zwijgend op. Pfeiffer... Kut.
Hij had de hele werkdag aan Ali moeten denken en was ook opgelucht dat het werk er vandaag rond twee uur alweer op zat. Kort nam hij afscheid van Pasqual en toen sprong hij op zijn fiets en reed direct door naar het huis van Allison. Toen hij aanbelde deed haar moeder open. Ze leek verrast te zijn dat hij er was. Een glimlach tekende haar gezicht.
"Dean, wat leuk om jou te zien! Kom binnen." Dat liet hij zich geen twee keer zeggen en hij stond dan ook direct binnen.
"Ik neem aan dat je voor Ali komt," glimlachte ze. Dean knikte. "Ik had ook niet anders verwacht. Al zou mijn man het ook wel gezellig vinden als je kwam voor hem." Ze liet even een lach horen.
"Ze is op haar kamer. Zou je misschien dit blad met haar ontbijt naar boven willen brengen? Ik wou haar niet wekken maar ik denk dat jij dit wel kan doen. Het is al laat." Dean nam het blad met een knikje aan en liep de trap op. Het was vreemd dat hij nu geen Ali in zijn kielzog had en dat hij zonder haar de trap op liep, maar hij wist waar haar kamer was. Kort klopte hij op de deur. Een slaperig "Binnen" maakte hem erop attent dat hij binnen kon komen. Ietwat onhandig maakte hij de deur open en trof een duffe Allison in bed aan. Haar haren stonden alle kanten op en ze had een wazige uitdrukking in haar ogen. De glimlach die normaal altijd haar gezicht tekende was nu nergens te zien. Ze krabbelde ietwat moeizaam overeind in haar bed en rekte zich uit.
"Sorry," mompelde ze. "Kom erbij." Dean zette haar blad met eten op haar nachtkastje en ging naast haar op bed zitten. Zodra hij zat legde ze haar hoofd op zijn schouder en zuchtte eens diep.
"Gaat het wel?" vroeg hij bezorgd. Ze deed lang over haar antwoord.
"Ik heb me beter gevoeld," bekende ze. Dean wist hoe ze zich moest voelen. Toen hij in de tweede van het middelbaar zat, had hij ook Pfeiffer gehad en het had hem gevloerd. Gelukkig was hij er binnen enkele weken vanaf en het vervelendste was bij hem de keelpijn geweest, maar Ali zat er nu middenin.
Dean had zich snel klaargemaakt voor het werk, koffie gezet voor de dame waar hij bij in woonde en had zich snel op zijn fiets gezet waar hij in record tempo naar Trainingsstal Scodelario was gefietst. Helaas stond Ali's fiets er nog niet, maar dat wou nog niets zeggen. Dean was wel vaker wat vroeger dan Ali.
Ze hadden vandaag afgesproken om samen naar de kringloopwinkel hier in de stad te gaan. Ze zouden gaan nadat hier het werk klaar was en Dean had heel eerlijk niet geweten dat Allison een kringloopmeisje was, maar Ali had eerlijk bekend dat ze nog wat leuke spulletjes voor haar kamer zocht en dat ze wel vaker bij de kringloop terecht kwam. Dean vond het allemaal prima. Het leek hem trouwens ook wel de moeite waard om even te kijken of er voor hem iets tussen zat.
Deans blik werd steeds zuurder naarmate de tijd verstreek en hoewel hij in de kantine met de andere hulpen zat en een lekker kopje koffie had, praatte hij niet vrolijk mee. Ali was er niet en ze leek ook niet te komen. Pasqual, die bij de rest was gaan zitten, leek zich er niet om te bekommeren, waardoor Dean besloot maar eens naar Ali te vragen.
"Zeg, Pasqual," vroeg de jongen met een stalen gezicht. Hij wou niet bekennen dat het hem meer interesseerde dan hij wou doen voorkomen. "Waar is Allison?" Pasqual nam een slok van zijn koffie en zette toen zijn kopje neer.
"Ze heeft me gisteravond gebeld om zich ziek te melden. Ze weet niet hoe lang het gaat duren, maar daarom was ze er maandag ook al niet." Dean fronste.
"Ze weet niet hoe lang het gaat duren?" vroeg hij, toch wat bezorgdheid doorklinkend in zijn stem.
"Klopt. De huisarts denkt aan Pfeiffer en heeft bloed laten prikken. Voor nu lukt het haar niet om uit bed te komen." Deans gezicht betrok. Dat leek hem nou niets, als hij zijn vriendinnetje moest missen. En Pfeiffer was niet mis.
Pasqual legde even zijn hand op zijn schouder. "Komt wel weer goed," beloofde de jongen. Dean keek even stuurs terug maar zijn gezicht ontspande toen hij Pasqual aankeek. Pasqual had het onlangs zwaar te verduren gehad met zijn vriendin. Die net uit het ziekenhuis was maar wat Dean hoorde wel in een dagopvang zat. Dean knikte en stond zwijgend op. Pfeiffer... Kut.
Hij had de hele werkdag aan Ali moeten denken en was ook opgelucht dat het werk er vandaag rond twee uur alweer op zat. Kort nam hij afscheid van Pasqual en toen sprong hij op zijn fiets en reed direct door naar het huis van Allison. Toen hij aanbelde deed haar moeder open. Ze leek verrast te zijn dat hij er was. Een glimlach tekende haar gezicht.
"Dean, wat leuk om jou te zien! Kom binnen." Dat liet hij zich geen twee keer zeggen en hij stond dan ook direct binnen.
"Ik neem aan dat je voor Ali komt," glimlachte ze. Dean knikte. "Ik had ook niet anders verwacht. Al zou mijn man het ook wel gezellig vinden als je kwam voor hem." Ze liet even een lach horen.
"Ze is op haar kamer. Zou je misschien dit blad met haar ontbijt naar boven willen brengen? Ik wou haar niet wekken maar ik denk dat jij dit wel kan doen. Het is al laat." Dean nam het blad met een knikje aan en liep de trap op. Het was vreemd dat hij nu geen Ali in zijn kielzog had en dat hij zonder haar de trap op liep, maar hij wist waar haar kamer was. Kort klopte hij op de deur. Een slaperig "Binnen" maakte hem erop attent dat hij binnen kon komen. Ietwat onhandig maakte hij de deur open en trof een duffe Allison in bed aan. Haar haren stonden alle kanten op en ze had een wazige uitdrukking in haar ogen. De glimlach die normaal altijd haar gezicht tekende was nu nergens te zien. Ze krabbelde ietwat moeizaam overeind in haar bed en rekte zich uit.
"Sorry," mompelde ze. "Kom erbij." Dean zette haar blad met eten op haar nachtkastje en ging naast haar op bed zitten. Zodra hij zat legde ze haar hoofd op zijn schouder en zuchtte eens diep.
"Gaat het wel?" vroeg hij bezorgd. Ze deed lang over haar antwoord.
"Ik heb me beter gevoeld," bekende ze. Dean wist hoe ze zich moest voelen. Toen hij in de tweede van het middelbaar zat, had hij ook Pfeiffer gehad en het had hem gevloerd. Gelukkig was hij er binnen enkele weken vanaf en het vervelendste was bij hem de keelpijn geweest, maar Ali zat er nu middenin.