"We gaan je uithuwelijken" De stem van haar vader galmde haast door haar hoofd. Haar ogen die hem verward aankeken, ze kon hem niet geloven.
"Vader? U heeft altijd gezegd dat jullie zoiets niet zouden doen." Een trilling was te zien in haar lip, terwijl ze zichzelf rustig probeerde te houden. Ze kon in tranen uitbarsten, ze wilde in tranen uitbarsten. Haar vader kon deze tegenspraak echter niet waarderen.
"Dat was voordat we wisten met wat voor schorem je aan zou pappen." De man moest duidelijk moeite doen om zichzelf te bedwingen, dit terwijl haar moeder enkel haar ogen had neergeslagen en haar niet aan durfde te kijken.
"Een schande." Mompelde haar moeder dan ook zacht. Dit zorgde ervoor dat de tranen achter haar ogen begonnen te prikken. Ze slikte ze echter weg en probeerde zichzelf groot te houden.
"Ik heb niks met hem." Zei ze zacht en moeilijk. Het leek haar veel moeite te kosten om dat te moeten zeggen. Haar moeder keek haar nu wel aan, met een strenge uitstraling.
"Rhyme..." Begon haar moeder en ging iets over de tafel hangen om naar haar dochter te kijken. "Daantje heeft gezien dat jullie... Aan het zoenen waren. Wil je zeggen dat je met iemand zoent en er niks voor voelt? Hoerigheid word hier niet gewaardeerd, dame." Ongelovig keek ze haar moeder aan, hoerigheid.
"Het was niet met opzet, het was een moment van zwakte en het zal niet meer gebeuren." Haar moeder schudde haar hoofd en ging weer goed zitten op haar stoel, keek weer weg van Rhyme.
Vernederend. Klein. Eenzaam. Zo lieten haar ouders zich op dit moment voelen.
"Dat gaat zeker niet meer gebeuren. Je gaat niet meer met hem om." Dit moment was het Rhyme die haar ogen neersloeg. Maar dat werd klaarblijkelijk niet getolereerd, haar vader haalde uit en een doffe klap zorgde ervoor dat het meisje tranen in haar ogen kreeg.
"Kijk me aan als ik tegen je praat, Rhyme. Ben je de opvoeding van de kostschool vergeten? Onze opvoeding van de bijbel? Wil je net als je broer verbannen worden?" Rhyme beet op haar lip en keek op naar haar vader, tranen stonden nu in haar ogen en ze schudde haar hoofd. Bang om nog een klap te krijgen.
"Hoe moet ik dat doen? Hij heeft zijn paard op dezelfde stal staan." De woorden werden langzaam uitgesproken, ze was bang om te breken. Dat ze in tranen uit zou barsten en niet meer zou kunnen stoppen.
"Jij gaat Serpine daar weghalen." Was zijn simpele antwoord.
"Maar het is een goede stal, het-" Maar ze werd gestopt door een volgende klap tegen haar wang. De platte hand zorgde voor een rode afdruk op haar wang.
"Jij gaat niet meer met dat tuig om, hoor je me!" Hij was woedend en leek meer en meer het meisje iets aan te willen doen.
"Je kent hem niet eens! Je hebt hem nooit een kans gegeven!" Ze had een klap verwacht, maar geen vuist. Deze op haar wang begon en ook nog tegen haar neus aan kwam. Deze begon daardoor te bloedde en Rhyme rende naar haar kamer. Ze hoorde iemand haar op de trap volgen, maar ze had haar deur al op slot gedraaid.
"Hoe durft ze, een bastaard als zij moet blij zijn dat ik haar vader wil zijn." Het was gedempt, maar nog duidelijk hoorbaar. Haar moeder klopte op de deur.
"Rhyme? lieverd..." Ze hoorde haar moeder zachter praten. "Praat niet zo over haar, jij bent haar vader." Het huis was van karton, dus dat haar moeder werkelijk dacht dat ze niet te horen was begreep ze niet.
"Niet haar echte vader en daar ben ik blij om." Siste hij verafschuwd en dit zorgde ervoor dat Rhyme enkel harder moest snikken. Ze was wat? Ze opende haar kast om daar een tas uit te pakken en die vol te doen met kleding.
"Rhyme?" Probeerde haar moeder tevergeefs, ze kreeg geen antwoord terug. "Liefde gebeurt, daar kan ze niks aan doen." Probeerde haar moeder, maar een kreun van haar moeder zorgde ervoor dat Rhyme dacht te weten wat hij bij haar moeder had gedaan. Hard gebonk, duidelijk die van haar vader.
"Doe open! Ik zal niet meer slaan en ik zal rustig zijn." Ze opende de deur, schoot snel langs hem heen de trap af en rende, zo hard ze kon rende ze de deur uit. Ze bleef rennen tot ze hijgend bij de stal van Serpine aankwam. Ze sprong over de deur heen om in de hoek op de grond te zakken. Serpine suffelde aan haar en duwde zijn neus tegen haar aan. Zacht streelde ze zijn neus, terwijl haar lippen onder het bloed zaten, haar mascara was uitgelopen en ze nog steeds zacht snikte.
"Hij noemde me een bastaard." Zei ze zacht tegen hem. "Ik kom er nooit meer in." Rhyme keek sip voor haar uit, terwijl ze probeerde te stoppen met huilen. Maar het lukte niet, ze wist dat ze er niet uit zag en zuchtte dan ook. Ze gebaarde naar Serpine dat hij moest gaan liggen, een trucje die ze hem had geleerd en ze ging dan ook dicht tegen hem aanliggen. Voor ze het wist was ze in slaap gevallen tegen het warme lichaam van haar paard.
"Vader? U heeft altijd gezegd dat jullie zoiets niet zouden doen." Een trilling was te zien in haar lip, terwijl ze zichzelf rustig probeerde te houden. Ze kon in tranen uitbarsten, ze wilde in tranen uitbarsten. Haar vader kon deze tegenspraak echter niet waarderen.
"Dat was voordat we wisten met wat voor schorem je aan zou pappen." De man moest duidelijk moeite doen om zichzelf te bedwingen, dit terwijl haar moeder enkel haar ogen had neergeslagen en haar niet aan durfde te kijken.
"Een schande." Mompelde haar moeder dan ook zacht. Dit zorgde ervoor dat de tranen achter haar ogen begonnen te prikken. Ze slikte ze echter weg en probeerde zichzelf groot te houden.
"Ik heb niks met hem." Zei ze zacht en moeilijk. Het leek haar veel moeite te kosten om dat te moeten zeggen. Haar moeder keek haar nu wel aan, met een strenge uitstraling.
"Rhyme..." Begon haar moeder en ging iets over de tafel hangen om naar haar dochter te kijken. "Daantje heeft gezien dat jullie... Aan het zoenen waren. Wil je zeggen dat je met iemand zoent en er niks voor voelt? Hoerigheid word hier niet gewaardeerd, dame." Ongelovig keek ze haar moeder aan, hoerigheid.
"Het was niet met opzet, het was een moment van zwakte en het zal niet meer gebeuren." Haar moeder schudde haar hoofd en ging weer goed zitten op haar stoel, keek weer weg van Rhyme.
Vernederend. Klein. Eenzaam. Zo lieten haar ouders zich op dit moment voelen.
"Dat gaat zeker niet meer gebeuren. Je gaat niet meer met hem om." Dit moment was het Rhyme die haar ogen neersloeg. Maar dat werd klaarblijkelijk niet getolereerd, haar vader haalde uit en een doffe klap zorgde ervoor dat het meisje tranen in haar ogen kreeg.
"Kijk me aan als ik tegen je praat, Rhyme. Ben je de opvoeding van de kostschool vergeten? Onze opvoeding van de bijbel? Wil je net als je broer verbannen worden?" Rhyme beet op haar lip en keek op naar haar vader, tranen stonden nu in haar ogen en ze schudde haar hoofd. Bang om nog een klap te krijgen.
"Hoe moet ik dat doen? Hij heeft zijn paard op dezelfde stal staan." De woorden werden langzaam uitgesproken, ze was bang om te breken. Dat ze in tranen uit zou barsten en niet meer zou kunnen stoppen.
"Jij gaat Serpine daar weghalen." Was zijn simpele antwoord.
"Maar het is een goede stal, het-" Maar ze werd gestopt door een volgende klap tegen haar wang. De platte hand zorgde voor een rode afdruk op haar wang.
"Jij gaat niet meer met dat tuig om, hoor je me!" Hij was woedend en leek meer en meer het meisje iets aan te willen doen.
"Je kent hem niet eens! Je hebt hem nooit een kans gegeven!" Ze had een klap verwacht, maar geen vuist. Deze op haar wang begon en ook nog tegen haar neus aan kwam. Deze begon daardoor te bloedde en Rhyme rende naar haar kamer. Ze hoorde iemand haar op de trap volgen, maar ze had haar deur al op slot gedraaid.
"Hoe durft ze, een bastaard als zij moet blij zijn dat ik haar vader wil zijn." Het was gedempt, maar nog duidelijk hoorbaar. Haar moeder klopte op de deur.
"Rhyme? lieverd..." Ze hoorde haar moeder zachter praten. "Praat niet zo over haar, jij bent haar vader." Het huis was van karton, dus dat haar moeder werkelijk dacht dat ze niet te horen was begreep ze niet.
"Niet haar echte vader en daar ben ik blij om." Siste hij verafschuwd en dit zorgde ervoor dat Rhyme enkel harder moest snikken. Ze was wat? Ze opende haar kast om daar een tas uit te pakken en die vol te doen met kleding.
"Rhyme?" Probeerde haar moeder tevergeefs, ze kreeg geen antwoord terug. "Liefde gebeurt, daar kan ze niks aan doen." Probeerde haar moeder, maar een kreun van haar moeder zorgde ervoor dat Rhyme dacht te weten wat hij bij haar moeder had gedaan. Hard gebonk, duidelijk die van haar vader.
"Doe open! Ik zal niet meer slaan en ik zal rustig zijn." Ze opende de deur, schoot snel langs hem heen de trap af en rende, zo hard ze kon rende ze de deur uit. Ze bleef rennen tot ze hijgend bij de stal van Serpine aankwam. Ze sprong over de deur heen om in de hoek op de grond te zakken. Serpine suffelde aan haar en duwde zijn neus tegen haar aan. Zacht streelde ze zijn neus, terwijl haar lippen onder het bloed zaten, haar mascara was uitgelopen en ze nog steeds zacht snikte.
"Hij noemde me een bastaard." Zei ze zacht tegen hem. "Ik kom er nooit meer in." Rhyme keek sip voor haar uit, terwijl ze probeerde te stoppen met huilen. Maar het lukte niet, ze wist dat ze er niet uit zag en zuchtte dan ook. Ze gebaarde naar Serpine dat hij moest gaan liggen, een trucje die ze hem had geleerd en ze ging dan ook dicht tegen hem aanliggen. Voor ze het wist was ze in slaap gevallen tegen het warme lichaam van haar paard.