Klik. Met een korte beweging van haar handen haalde Jamey de digitale camera voor haar rechter oog weg en liet deze een paar centimeter voor haar gezicht hangen zodat ze kon zien wat ze had gefotografeerd. Weer scheef. En niet zo’n beetje ook. De horizon en diens rode, opgaande zon leken wel tien graden af te wijken. Met een zucht duwde ze haar donkergerande bril wat verder op haar neus en liep verder over het vochtige, onverharde wandelpad. Het was hopeloos, zij en een camera. Dan was ‘ie weer scheef, dan weer onscherp. Of een combinatie van die twee. Het was gewoon nooit goed. Brooke had wel wat geweten om haar te motiveren, maar die was niet meegekomen en lag waarschijnlijk nog op bed. Er waren zoveel mensen die om half zeven ’s ochtends nog lang niet wakker waren.
Een paar minuten lopen verder bleef ze weer staan voor een zoveelste poging. Klik. ‘Ho-pe-loos…’ herhaalde ze haar gedachte ontevreden terwijl ze haar nieuw geschoten plaatje bekeek. Ze klikte haar camera uit en stopte hem in haar zak, voor ze verder liep.
Een paar minuten lopen verder bleef ze weer staan voor een zoveelste poging. Klik. ‘Ho-pe-loos…’ herhaalde ze haar gedachte ontevreden terwijl ze haar nieuw geschoten plaatje bekeek. Ze klikte haar camera uit en stopte hem in haar zak, voor ze verder liep.