At least I can say I've loved
Een eenzame traan rolde over de wang van de jongen. Zijn handen waren bebloed, de spiegel was aan stukken. Hij transpireerde hevig, zijn borstkas rees snel op en neer. Het was dagen geleden dat hij buiten was geweest. De lessen die hij anders had horen te geven, had hij niet gegeven maar had hij overgedragen aan een andere instructeur. Merendeel van de tijd had hij in zijn deken gewikkeld gezeten op zijn bed. Eten had hij in geen tijden meer fatsoenlijk gedaan. Slapen werd hem ook niet. Zijn ene arm deed zeer, maar die pijn was niets vergeleken met de pijn in zijn borstkas.
Het werd er niet minder op. Geen moment van de dag dat de donkere wolken leken te verdwijnen. Aan alles was te zien dat het niet goed ging met Pasqual Scodelario. Mensen hadden geprobeerd hem te bereiken, hem over te halen iets anders te doen dan thuis zitten, maar op het moment dat ze dat probeerden drukte hij het telefoontje weg. Ook als ze aan zijn deur stonden wees hij iedereen af. Hij wou niemand zien, niemand horen. Zijn brein moest helder worden maar de vlagen van angst, verdriet en pijn weerhielden hem ervan helder te denken. Hij wist niet wat hij wou.
Van het ziekenhuis had hij geen bericht meer ontvangen. Hij had ze gesmeekt hem te bellen als er verbetering in de zaak zat, maar daarna had hij gebeld het niet te doen. Vervolgens had hij opnieuw gevraagd het wel te doen maar hij had niets gehoord. Geen nieuws, was dat goed nieuws? Pasqual wist het niet. Hij wist ook niet of hij het wou horen. Als er een onbekend nummer belde drukte hij hem voor nu in ieder geval weg. Zijn zoektocht naar Kaya was gestaakt, ook dat deed hem teveel pijn. Want waarom kwam zij hem niet opzoeken? Hij had Avan willen vertellen over alles maar op het moment dat hij het had willen zeggen was hij dichtgeklapt. Niet onbekend voor hem, wel afschuwelijk.
Op een gegeven moment had hij zichzelf uit bed weten te rollen. Een blik op zijn klok was genoeg om hem te vertellen dat hij alweer een hele dag verpest had. Vanavond zou hij de stad in gaan. Misschien wat drinken. Onder de mensen zijn. Even Aya vergeten. Kaya vergeten. Chloë vergeten. Misschien zou het helpen.
Hij was 'pretty dressed' toen hij de deur uit ging. Vivian had een berichtje zodat ze zich geen zorgen zou maken en hij kon erop uit. Wel op de fiets, dat leek hem wel zo veilig. Als hij drank op zou hebben en dan ook nog terug zou moeten rijden, dat kon niet goed aflopen met de auto. Niet dat het hem boeide of het goed afliep of niet, maar goed, het ging om het idee.
In de kroeg was het druk en de muziek stond al een tikje luider gedraaid. Pasqual naderde als eerste de bar, vroeg om een shotje. Sloeg deze achterover, vroeg om nog een shotje. Na drie shotjes voelde hij zich wat waziger en losser worden. Enkele jongens begroette hem, herkende hem uit een grijs ver verleden. Hij raakte in gesprek, vertelde simpel wat over wat hij nou precies deed. Zij vertelde hem over wat zij deden. Over wie zij deden. Gelach klonk, Pasqual duizelde even. Een meisje met blond, lang haar en een bekend gestalte liep voorbij.
"Wacht!" riep hij, maar het meisje liep door. Op een drafje holde hij mee, het meisje was naar buiten verdwenen.
"Wacht nou!" riep hij opnieuw, maar buiten de bar was er niemand te bekennen. Ergens vanuit een steegje klonk gelach. Dit kwam hem bekend voor... Pasqual holde door, zag in dit steegje niets. Verbouwereerd bleef hij even stilstaan. Toen hoorde hij het 'hulp'-geroep. Zijn ademhaling werd jachtig, de herinnering stond hem nog bij. Pasqual zette het op een rennen.
"CHLOË!" gilde hij zijn herinnering achterna. Niet dat het voor hem gold als herinnering, verre van. Voor hem was het de pijnlijke waarheid. Een waarheid waar hij geen grip op kon krijgen.
Pasqual bleef rennen, ondanks de verbeten steken in zijn zij. Een bekende route die hij al eerder had gerend. De ingang van het park was in zicht, waar hij toen, jaren geleden, Chloë had aangetroffen met een belager. Nu was er niets dan leegte.
"Chlo?" Zijn stem brak, eveneens als zijn vechtlust. Trillend liep hij naar de plek waar dit alles was gebeurd, viel met zijn knieën op het gras en brak doormidden. Verscheurd van ongeloof dat hij zich had laten leiden door waanbeelden, verscheurd van het gevoel van oneindige eenzaamheid, verscheurd van verdriet, rolde de jongen zich op als een balletje. Zijn gezicht raakte het koude gras, waar het condens zich vermengde met de tranen die over zijn wangen rolden.
"Chloë... Aya... Kaaitje... Wat doe ik toch verkeerd?" snikte hij zachtjes. Hij sloot zijn ogen en liet zich overmannen door de pijn.