There's a "get out of jail" card if I can think of something clever.
Haar haren werden weggeblazen door de wind. Het was een koude nacht en ze was blij dat het werk klaar was. Het café had vol gezeten. Mensen lachend en zijzelf lachte mee om sommige flauwe grappen die de mensen maakte. Maar het was laat geworden en het was tijd voor het meisje om naar huis te gaan. Ze had een simpele zwarte broek aan een een dikke knalroze trui; die goed bij haar felle haren paste. Het duurde even voordat ze haar fiets van het slot had, maar toen kon ze vertrekken. Eindelijk klaar om lekker te gaan slapen. Ze was dan nog niet echt moe, de tijd loog er niet om dat het al na bedtijd was. De wind zorgde ervoor dat het meisje hard moest trappen, een zachte klap zorgde er echter voor dat het trappen ondragelijk werd. Haar dunne benen konden een platte band niet genoeg snelheid geven en met een zucht zette ze haar fiets dan ook aan de kant. Met haar bruine ogen keek ze naar de lekke band en zette de fiets tegen een hek aan. Waarna ze verveeld om zich heen keek. Het was rustig en er waren geen auto's of fietsers te bekennen aan wie ze een lift kon vragen. Ze ging met haar hoofd geïrriteerd tegen het hek aan staan. Maar trok zichzelf snel terug toen ze bedacht wat voor deuken dit achter kon laten in haar huid. Dat zag er nog eens vreemd uit als er opeens wel iemand langs kwam. Maar dat was niet de enige reden waarom het meisje haar hoofd van het hek af haalde. In de schemering en gedimd licht, zag ze schaduwen. Deze niet van mensen afkomstig waren, maar zo te zien van voertuigen. Het leek verlaten en dat was iets wat het meisje aansprak. Alles waar een verleden achter zat en op dit moment aan de kant geschoven was, vond het meisje interessant. Dus ze klom behendig over het hek om met haar lage hakken in het drassige mos terecht te komen. Langzaam liep ze dan ook op de treinen af. Hoe statige treinen in deze staat verkeerde zorgde voor een rilling. Met een hand streelde ze over een van de treinen, waardoor haar vingertoppen de oneffenheden en deuken voelde. De kleine splinters die veroorzaakt werden door het roestig metaal en afgebladerde verf. Een geluid deed haar doen opkijken, een lichtflits deed haar in elkaar zakken. Een zaklamp was nooit een goed teken. Het meisje kroop de hoek om, zo zacht als ze kon. Ze luisterde naar de voetstappen. Deze leken dichterbij te komen, maar ze kon het niet met zekerheid zeggen. Haar bruine ogen hield ze voor enkele tellen gesloten, om erachter te komen dat de voetstappen inderdaad dichterbij kwamen. Het licht dat uit de zaklamp kwam, baande zich een weg over de grond langs haar en het meisje schoot snel de hoek om. Hopend dat ze niet gevonden werd. Wie zou het zijn... Ze had niet kunnen zien of het om een bewaker ging, of dat het gewoon iemand was die net als haar gewoon nieuwsgierig was.
Haar haren werden weggeblazen door de wind. Het was een koude nacht en ze was blij dat het werk klaar was. Het café had vol gezeten. Mensen lachend en zijzelf lachte mee om sommige flauwe grappen die de mensen maakte. Maar het was laat geworden en het was tijd voor het meisje om naar huis te gaan. Ze had een simpele zwarte broek aan een een dikke knalroze trui; die goed bij haar felle haren paste. Het duurde even voordat ze haar fiets van het slot had, maar toen kon ze vertrekken. Eindelijk klaar om lekker te gaan slapen. Ze was dan nog niet echt moe, de tijd loog er niet om dat het al na bedtijd was. De wind zorgde ervoor dat het meisje hard moest trappen, een zachte klap zorgde er echter voor dat het trappen ondragelijk werd. Haar dunne benen konden een platte band niet genoeg snelheid geven en met een zucht zette ze haar fiets dan ook aan de kant. Met haar bruine ogen keek ze naar de lekke band en zette de fiets tegen een hek aan. Waarna ze verveeld om zich heen keek. Het was rustig en er waren geen auto's of fietsers te bekennen aan wie ze een lift kon vragen. Ze ging met haar hoofd geïrriteerd tegen het hek aan staan. Maar trok zichzelf snel terug toen ze bedacht wat voor deuken dit achter kon laten in haar huid. Dat zag er nog eens vreemd uit als er opeens wel iemand langs kwam. Maar dat was niet de enige reden waarom het meisje haar hoofd van het hek af haalde. In de schemering en gedimd licht, zag ze schaduwen. Deze niet van mensen afkomstig waren, maar zo te zien van voertuigen. Het leek verlaten en dat was iets wat het meisje aansprak. Alles waar een verleden achter zat en op dit moment aan de kant geschoven was, vond het meisje interessant. Dus ze klom behendig over het hek om met haar lage hakken in het drassige mos terecht te komen. Langzaam liep ze dan ook op de treinen af. Hoe statige treinen in deze staat verkeerde zorgde voor een rilling. Met een hand streelde ze over een van de treinen, waardoor haar vingertoppen de oneffenheden en deuken voelde. De kleine splinters die veroorzaakt werden door het roestig metaal en afgebladerde verf. Een geluid deed haar doen opkijken, een lichtflits deed haar in elkaar zakken. Een zaklamp was nooit een goed teken. Het meisje kroop de hoek om, zo zacht als ze kon. Ze luisterde naar de voetstappen. Deze leken dichterbij te komen, maar ze kon het niet met zekerheid zeggen. Haar bruine ogen hield ze voor enkele tellen gesloten, om erachter te komen dat de voetstappen inderdaad dichterbij kwamen. Het licht dat uit de zaklamp kwam, baande zich een weg over de grond langs haar en het meisje schoot snel de hoek om. Hopend dat ze niet gevonden werd. Wie zou het zijn... Ze had niet kunnen zien of het om een bewaker ging, of dat het gewoon iemand was die net als haar gewoon nieuwsgierig was.
NOTES: X
|| TAG: [open]
|| TAG: [open]
Made by Julia of Adoxography 2.0!