Het was middag, maar de gordijnen op Imogene's kamer waren nog steeds dicht. Enkele zonnenstraaltjes piepten langs de kieren naar binnen, maar niet in een genoege hoeveelheid om haar wakker te maken. Zware voetstappen op de trap, een deurknop die werd omgedraaid en een deur die krakend openging. "Imogene, lieverd?" Imogene kwam stilletjes bij bewustzijn en opende een oog terwijl ze haar wenkbrouwen fronste. "Hmm..." bracht ze kreunend uit, als teken dat ze haar moeder had gehoord. "Kleed je aan, je vader en ik wachten op je beneden." Ze bewoog haar benen onder het laken en wilde zich op haar andere zij draaien om verder te slapen, maar haar moeders stem klonk ditmaal luider. "Ik meen het, je krijgt een kwartier." Er ontsnapte een enorme geeuw aan haar lippen en ze gooide half in zichzelf vloekend het deken langs haar op de grond neer en sleurde zichzelf het bed uit.
In de spiegel zag ze zichzelf: haar zwarte mascara van de vorige avond die half onder haar ogen gebrokkeld hing en haar haar dat nog erger stak dan Hermelien in Harry Potter. Vluchtig ontdeed ze haar ogen van de uitgelopen smurrie en nam haar haren samen in een slordige dot. De veel te grote tshirt waar ze in sliep gooide ze uit en trok vers ondergoed aan, vooraleer ze in een donkere jeans schoot en daarop een losse, grijze sweater droeg.
"Wat zijn jullie van zins?" Vroeg ze aan haar ouders toen ze beneden kwam en onderdrukte nog een geeuw. Ze drukte beide, haar moeder en vader, een zoen op de wang en nam een mes uit de lade om een boterham met Nutella voor zichzelf te smeren. "Dat zal je zo wel zien." Ze had gezien hoe haar vader geniepig een knipoog aan haar moeder gaf. "Frederick!" Sprak Imogene haar vader met de voornaam aan, ondertussen een lach onderdrukkend. "Wat ga je doen?" Met haar vrije hand gaf ze hem een stompje en hield haar hoofd schuin. "Eet die boterham maar in de auto op, we moeten vertrekken."
De rit duurde een half uurtje en bracht hen dieper naar het binnenland. Imogene en haar ouders woonden in het drukke gedeelte van de kust en ze was blij eens groene weilanden te zien, samen met alle dieren die binnen de hekkenwerken liepen. Normaal gezien kwam ze nooit aan deze kanten, omdat alle plaatsen waar ze uit ging of vrienden had aan de kust lagen.
De auto vertraagde en sloeg rechtsaf een enorme dreef op. Imogene keek al fronsend door het raampje, dat ze niet veel later omlaag draaide en haar hoofd erdoor naar buiten stak. Ze had niet veel nodig om de geur van paarden te ontdekken. Bruusk trok ze haar hoofd weer naar binnen. "Wat..." Om de beurt keek ze haar moeder en vader aan, maar van geen van beide kreeg ze een antwoord. Hun handen lagen samen op de versnellingspook en op hun gezicht stond een grijns af te lezen. Imogene raakte lichtjes gefrustreerd, ze wist niet wat er zich te wachten stond, en dit was iets waar ze niet mee om kon.
Ze waren dus werkelijk op een enorme manège beland en Imogene nam de omgeving snel in haar op. Vooral het grote bord boven de doorweg waar ze net onder waren gereden bleef in haar gedachten hangen. Horsehome. Ze stond naast haar moeder, en liet haar beide handen nonchalant in de buidelzak van haar pull rustten, wachtende op wat nog ging komen. Haar vader stond ondertussen met iemand te praten, bij haar weten een medewerker van de manège. "De trailer zal zo wel hier zijn meneer Blackbourne, ze hadden wat vertraging op de autostrade, maar normaal zouden ze nu al in het dorp moeten zijn." Imogene luisterde het gesprek tussen de twee geniepig af en keek daarna met een doorgrondende blik naar haar moeder. "Zeg alsjeblieft wat er aan de hand is, ik kan hier niet mee overweg." Ze voelde een hand op haar schouder en keek geschrokken om, naar haar vader die opeens weer bij haar stond. "Dat zal snel genoeg duidelijk worden." Hij wees richting de dreef waar ze net door binnen gereden waren. Nu was het een jeep die dichterbij kwam gereden, achtervolgd door een enorme trailer. Imogene krabde door haar haar en zuchtte diep.
De auto kwam voor hen tot stilstand en er stapte een man uit, die recht op haar afliep. "Imogene Blackbourne? Ik heb iets bij voor jou." Hij overhandigde haar een mapje, gevuld met papieren en gaf haar een vette knipoog waarvan haar maag omdraaide. Met trillende vingers sloeg ze de kaft opzij en las:
Naam: A.P. Arrow
Geslacht Hengst
Kleur: Vos
...
Eigenaar: Imogene Blackbourne
Ze las de opsomming niet verder maar keek onmiddellijk naar de stamboom. A.P. Indy, Garimpeiro, Mr.Prospector... Haar hart begon sneller te slaan en ze wist niet goed hoe ze zich moest voelen bij dit alles, hoe verder ze in de stamboom keek, hoe harder haar hart begon te bonsen. Secretariat. Wat ze eruit op kon maken, was dat haar ouders haar een paard hadden gekocht, en ze wist goed genoeg de reden die erachter zat. Het vergeten van haar broer. "Waarom?" Was het enige wat ze vroeg. Ze had er altijd van gedroomd om haar eigen paard te hebben en niet meer lessen op manègepaarden te moeten volgen, maar sinds Simons dood was alles in haar leven veranderd, en dit was een van de dingen. Ze had het gevoel alsof ze haar passie voor de prachtige dieren was verloren, ook al vond ze ze nog steeds magnifiek om naar te kijken, maar meer ook niet. En nu hadden haar ouders er haar een cadeau gedaan, zodat ze nog meer haar gedachten kon verzetten, en dit op een positieve manier, en niet meer door zo vaak op stap te gaan, of soms van het goede pas af te wijken. En wat voor een cadeau, het paard moest een fortuin hebben gekost...
Ze was in gedachten verzonken en werd opgeschrikt door de trailerklep die met piepende scharnieren werd geopend, een enorm, voskleurig paard kwam te voorschijn en ontnam iedereen van zijn adem. Zo een paard had ze nog nooit gezien. De papieren in haar handen trilden en ze kon niets meer zeggen.
In de spiegel zag ze zichzelf: haar zwarte mascara van de vorige avond die half onder haar ogen gebrokkeld hing en haar haar dat nog erger stak dan Hermelien in Harry Potter. Vluchtig ontdeed ze haar ogen van de uitgelopen smurrie en nam haar haren samen in een slordige dot. De veel te grote tshirt waar ze in sliep gooide ze uit en trok vers ondergoed aan, vooraleer ze in een donkere jeans schoot en daarop een losse, grijze sweater droeg.
"Wat zijn jullie van zins?" Vroeg ze aan haar ouders toen ze beneden kwam en onderdrukte nog een geeuw. Ze drukte beide, haar moeder en vader, een zoen op de wang en nam een mes uit de lade om een boterham met Nutella voor zichzelf te smeren. "Dat zal je zo wel zien." Ze had gezien hoe haar vader geniepig een knipoog aan haar moeder gaf. "Frederick!" Sprak Imogene haar vader met de voornaam aan, ondertussen een lach onderdrukkend. "Wat ga je doen?" Met haar vrije hand gaf ze hem een stompje en hield haar hoofd schuin. "Eet die boterham maar in de auto op, we moeten vertrekken."
De rit duurde een half uurtje en bracht hen dieper naar het binnenland. Imogene en haar ouders woonden in het drukke gedeelte van de kust en ze was blij eens groene weilanden te zien, samen met alle dieren die binnen de hekkenwerken liepen. Normaal gezien kwam ze nooit aan deze kanten, omdat alle plaatsen waar ze uit ging of vrienden had aan de kust lagen.
De auto vertraagde en sloeg rechtsaf een enorme dreef op. Imogene keek al fronsend door het raampje, dat ze niet veel later omlaag draaide en haar hoofd erdoor naar buiten stak. Ze had niet veel nodig om de geur van paarden te ontdekken. Bruusk trok ze haar hoofd weer naar binnen. "Wat..." Om de beurt keek ze haar moeder en vader aan, maar van geen van beide kreeg ze een antwoord. Hun handen lagen samen op de versnellingspook en op hun gezicht stond een grijns af te lezen. Imogene raakte lichtjes gefrustreerd, ze wist niet wat er zich te wachten stond, en dit was iets waar ze niet mee om kon.
Ze waren dus werkelijk op een enorme manège beland en Imogene nam de omgeving snel in haar op. Vooral het grote bord boven de doorweg waar ze net onder waren gereden bleef in haar gedachten hangen. Horsehome. Ze stond naast haar moeder, en liet haar beide handen nonchalant in de buidelzak van haar pull rustten, wachtende op wat nog ging komen. Haar vader stond ondertussen met iemand te praten, bij haar weten een medewerker van de manège. "De trailer zal zo wel hier zijn meneer Blackbourne, ze hadden wat vertraging op de autostrade, maar normaal zouden ze nu al in het dorp moeten zijn." Imogene luisterde het gesprek tussen de twee geniepig af en keek daarna met een doorgrondende blik naar haar moeder. "Zeg alsjeblieft wat er aan de hand is, ik kan hier niet mee overweg." Ze voelde een hand op haar schouder en keek geschrokken om, naar haar vader die opeens weer bij haar stond. "Dat zal snel genoeg duidelijk worden." Hij wees richting de dreef waar ze net door binnen gereden waren. Nu was het een jeep die dichterbij kwam gereden, achtervolgd door een enorme trailer. Imogene krabde door haar haar en zuchtte diep.
De auto kwam voor hen tot stilstand en er stapte een man uit, die recht op haar afliep. "Imogene Blackbourne? Ik heb iets bij voor jou." Hij overhandigde haar een mapje, gevuld met papieren en gaf haar een vette knipoog waarvan haar maag omdraaide. Met trillende vingers sloeg ze de kaft opzij en las:
Naam: A.P. Arrow
Geslacht Hengst
Kleur: Vos
...
Eigenaar: Imogene Blackbourne
Ze las de opsomming niet verder maar keek onmiddellijk naar de stamboom. A.P. Indy, Garimpeiro, Mr.Prospector... Haar hart begon sneller te slaan en ze wist niet goed hoe ze zich moest voelen bij dit alles, hoe verder ze in de stamboom keek, hoe harder haar hart begon te bonsen. Secretariat. Wat ze eruit op kon maken, was dat haar ouders haar een paard hadden gekocht, en ze wist goed genoeg de reden die erachter zat. Het vergeten van haar broer. "Waarom?" Was het enige wat ze vroeg. Ze had er altijd van gedroomd om haar eigen paard te hebben en niet meer lessen op manègepaarden te moeten volgen, maar sinds Simons dood was alles in haar leven veranderd, en dit was een van de dingen. Ze had het gevoel alsof ze haar passie voor de prachtige dieren was verloren, ook al vond ze ze nog steeds magnifiek om naar te kijken, maar meer ook niet. En nu hadden haar ouders er haar een cadeau gedaan, zodat ze nog meer haar gedachten kon verzetten, en dit op een positieve manier, en niet meer door zo vaak op stap te gaan, of soms van het goede pas af te wijken. En wat voor een cadeau, het paard moest een fortuin hebben gekost...
Ze was in gedachten verzonken en werd opgeschrikt door de trailerklep die met piepende scharnieren werd geopend, een enorm, voskleurig paard kwam te voorschijn en ontnam iedereen van zijn adem. Zo een paard had ze nog nooit gezien. De papieren in haar handen trilden en ze kon niets meer zeggen.