Het paard onder de Aziatische jongen was helemaal nat van het zweet. Een jonge hengst, van twee beroemde ouders, werd door hem gereden. Jiao zou zich geëerd moeten voelen, maar het tegendeel was waar. De hengst was jong, onvoorbereid en wist niet wat hem overkwam. Hij had geen goede training genoten en werd in het diepe gegooid. Het was niet de eerste keer dat Jiao een relatief wildvreemd dier voortbracht op een wedstrijd, maar een dier met zo weinig ervaring was hem nog nooit overkomen. Zijn gezicht straalde dan ook niet zijn gebruikelijke vrolijkheid uit.
"Kom op, jongen," sprak hij, vanuit de hoeken van zijn opeen geklemde lippen. Op zijn gezicht lag een frons, een frons omdat hij niet wist of dit een goed plan was. De hengst was niet gefocust op de dingen waar hij gefocust op zou moeten zijn. De grond leek steeds weg te zakken onder zijn hoeven en hij wist niet hoe hij een goed ritme kon houden voordat hij over een hindernis heen sprong. Iedere keer als er een paard de ring in ging en er applaus klonk, maakte deze hengst een klein sprongetje. En niet over de hindernis waar hij overheen hoorde te springen.
"Nu in de ring, een veelbelovende ruiter die een wedstrijdje voor spek en bonen meerijdt." Oh ja. Natuurlijk. Dat was waar. Jiao reed geen 'echte' wedstrijden. Hij kreunde en stuurde de hengst de bak in. Zijn ouders hadden geregeld dat hij wedstrijden mocht rijden, maar dat ze niet meetelden. Hierdoor was het meer oefening dan echt een wedstrijd. Jiao vond het afschuwelijk. MAar er was hoop. De kerstwedstrijd mocht hij wel gaan meerijden. En daar was hij nu dus volop voor aan het trainen, met deze hengst.
Zijn kuiten drukten lichtjes tegen de ribben van de hengst aan en de plotselinge voorwaartse beweging was een teken dat Jiao geen controle zou hebben deze hele wedstrijd lang. Een te snel tempo, wat te snel ging om goed over de hindernis heen te gaan. De hengst zou niet goed uitkomen, maar Jiao kon hem niet inhouden. Vol aan de teugels hangen werkte sowieso averechts, hij kon maar beter gewoon zo goed mogelijk als het ging de wedstrijd proberen te rijden en hopen dat het goed kwam.
De hengst zette, zoals verwacht, te vroeg af, waardoor hij met moeite en een beetje gevaar over de hindernis heenkwam. Met een klap kwam hij neer, slipte door de bocht en maakte een noodvaart richting de volgende hindernis. Jiao probeerde hem tot kalmte te manen, maar de hengst nam het bit tussen zijn tanden en racete door naar de volgende hindernis.
"Nee," kreunde Jiao terwijl hij mee probeerde te bewegen. De hengst moest het ook hebben gezien; het ging niet om veilig over de volgende hindernis heen te komen dus gooide hij zichzelf op de rem en wat Jiao al had verwacht van vandaag was dat hij er niet al te zachtzinnig vanaf viel.
"Fuck." Gediskwalificeerd. Slecht voor zijn reputatie. Ouders pissig. Hij kreunde, rolde door en zag nu dat de hengst ook op de grond lag. Blijkbaar was deze ook gevallen... Jiao stond haastig op en rende naar het dier toe, wat hevig lag te transpireren en kreunde van de pijn. "Oh god, jongen..." zijn been lag in een onnatuurlijke hoek en stak pijnlijk onder hem vandaan. Jiao was nog goed terecht gekomen, bleek.
"Het spijt me," mompelde zijn moeder in tranen, die vanuit het publiek naar hem toe was gesneld en nu haar armen om hem heen had geslagen. "Het spijt me zo erg. Ik had naar je moeten luisteren, knul. Je had eronder kunnen liggen." De hengst werd afgevoerd en Jiao was in shock. Ze gingen niet eens de moeite doen om het dier te redden, een kogel zou hem uit zijn lijden verlossen, nu ieder moment. De knal klonk en Jiao kromp onwillekeurig in elkaar.
"Ik ben weg hier." En met die woorden ging hij ervandoor.
Met zijn handen diep in zijn jaszakken gestoken, liep hij nog steeds in paardrijkleding rond in het park. Het was koud. Niet afschuwelijk koud, maar koud genoeg. Jiao had geen zin meer om verder te lopen en liep daarom een speeltuin in om op een van de schommels te gaan zitten. Met een diepe zucht plofte hij neer op de schommel en hoorde het metaal ratelen. Natuurlijk. Zijn vingers vlocht hij om de koude ringen heen en hij zette zich af. Na enkele minuten te hebben geschommeld stopte hij en liet zijn voeten over de grond slepen om af te remmen. In de verte kwam een hond aanrennen die Jiao niet bekend voorkwam en hij keek dan ook verbaasd op toen het beestje naar hem toegerend kwam. Met haar poten sprong ze tegen hem op en hij kroelde haar - althans, hij ging ervan uit dat het een 'zij' was -. "Waar is je baasje?" vroeg hij, terwijl hij het dier nog wat aaien gaf. Een jongensstem klonk, riep naar een hond genaamd 'Flo' en automatisch koppelde Jiao die naam aan het hondje wat hier nu bij hem zat. Jiao duwde Flo niet weg maar bleef haar zachtjes kroelen, kijkend of er inderdaad een jongen aankwam. Wat uiteindelijk gebeurde. Jiao's adem stokte in zijn keel terwijl hij de jongen zwijgend bleef aankijken. Wie was hij en waarom had Jiao hem nog nooit ontmoet? En zijn kleding, wat was er met de jongen zijn kleding gebeurd? Een gevoel van genegenheid sprong gelijk in Jiao omhoog en hij wou ook al haast direct opstaan om de jongen te helpen. Alleen het enige wat zijn brein nu kon doen was hem blozend zijn naam laten stamelen.
"Ik ben Jiao," zei hij zachtjes.
"Kom op, jongen," sprak hij, vanuit de hoeken van zijn opeen geklemde lippen. Op zijn gezicht lag een frons, een frons omdat hij niet wist of dit een goed plan was. De hengst was niet gefocust op de dingen waar hij gefocust op zou moeten zijn. De grond leek steeds weg te zakken onder zijn hoeven en hij wist niet hoe hij een goed ritme kon houden voordat hij over een hindernis heen sprong. Iedere keer als er een paard de ring in ging en er applaus klonk, maakte deze hengst een klein sprongetje. En niet over de hindernis waar hij overheen hoorde te springen.
"Nu in de ring, een veelbelovende ruiter die een wedstrijdje voor spek en bonen meerijdt." Oh ja. Natuurlijk. Dat was waar. Jiao reed geen 'echte' wedstrijden. Hij kreunde en stuurde de hengst de bak in. Zijn ouders hadden geregeld dat hij wedstrijden mocht rijden, maar dat ze niet meetelden. Hierdoor was het meer oefening dan echt een wedstrijd. Jiao vond het afschuwelijk. MAar er was hoop. De kerstwedstrijd mocht hij wel gaan meerijden. En daar was hij nu dus volop voor aan het trainen, met deze hengst.
Zijn kuiten drukten lichtjes tegen de ribben van de hengst aan en de plotselinge voorwaartse beweging was een teken dat Jiao geen controle zou hebben deze hele wedstrijd lang. Een te snel tempo, wat te snel ging om goed over de hindernis heen te gaan. De hengst zou niet goed uitkomen, maar Jiao kon hem niet inhouden. Vol aan de teugels hangen werkte sowieso averechts, hij kon maar beter gewoon zo goed mogelijk als het ging de wedstrijd proberen te rijden en hopen dat het goed kwam.
De hengst zette, zoals verwacht, te vroeg af, waardoor hij met moeite en een beetje gevaar over de hindernis heenkwam. Met een klap kwam hij neer, slipte door de bocht en maakte een noodvaart richting de volgende hindernis. Jiao probeerde hem tot kalmte te manen, maar de hengst nam het bit tussen zijn tanden en racete door naar de volgende hindernis.
"Nee," kreunde Jiao terwijl hij mee probeerde te bewegen. De hengst moest het ook hebben gezien; het ging niet om veilig over de volgende hindernis heen te komen dus gooide hij zichzelf op de rem en wat Jiao al had verwacht van vandaag was dat hij er niet al te zachtzinnig vanaf viel.
"Fuck." Gediskwalificeerd. Slecht voor zijn reputatie. Ouders pissig. Hij kreunde, rolde door en zag nu dat de hengst ook op de grond lag. Blijkbaar was deze ook gevallen... Jiao stond haastig op en rende naar het dier toe, wat hevig lag te transpireren en kreunde van de pijn. "Oh god, jongen..." zijn been lag in een onnatuurlijke hoek en stak pijnlijk onder hem vandaan. Jiao was nog goed terecht gekomen, bleek.
"Het spijt me," mompelde zijn moeder in tranen, die vanuit het publiek naar hem toe was gesneld en nu haar armen om hem heen had geslagen. "Het spijt me zo erg. Ik had naar je moeten luisteren, knul. Je had eronder kunnen liggen." De hengst werd afgevoerd en Jiao was in shock. Ze gingen niet eens de moeite doen om het dier te redden, een kogel zou hem uit zijn lijden verlossen, nu ieder moment. De knal klonk en Jiao kromp onwillekeurig in elkaar.
"Ik ben weg hier." En met die woorden ging hij ervandoor.
Met zijn handen diep in zijn jaszakken gestoken, liep hij nog steeds in paardrijkleding rond in het park. Het was koud. Niet afschuwelijk koud, maar koud genoeg. Jiao had geen zin meer om verder te lopen en liep daarom een speeltuin in om op een van de schommels te gaan zitten. Met een diepe zucht plofte hij neer op de schommel en hoorde het metaal ratelen. Natuurlijk. Zijn vingers vlocht hij om de koude ringen heen en hij zette zich af. Na enkele minuten te hebben geschommeld stopte hij en liet zijn voeten over de grond slepen om af te remmen. In de verte kwam een hond aanrennen die Jiao niet bekend voorkwam en hij keek dan ook verbaasd op toen het beestje naar hem toegerend kwam. Met haar poten sprong ze tegen hem op en hij kroelde haar - althans, hij ging ervan uit dat het een 'zij' was -. "Waar is je baasje?" vroeg hij, terwijl hij het dier nog wat aaien gaf. Een jongensstem klonk, riep naar een hond genaamd 'Flo' en automatisch koppelde Jiao die naam aan het hondje wat hier nu bij hem zat. Jiao duwde Flo niet weg maar bleef haar zachtjes kroelen, kijkend of er inderdaad een jongen aankwam. Wat uiteindelijk gebeurde. Jiao's adem stokte in zijn keel terwijl hij de jongen zwijgend bleef aankijken. Wie was hij en waarom had Jiao hem nog nooit ontmoet? En zijn kleding, wat was er met de jongen zijn kleding gebeurd? Een gevoel van genegenheid sprong gelijk in Jiao omhoog en hij wou ook al haast direct opstaan om de jongen te helpen. Alleen het enige wat zijn brein nu kon doen was hem blozend zijn naam laten stamelen.
"Ik ben Jiao," zei hij zachtjes.
Laatst aangepast door Jiao Misaki op di dec 10, 2013 12:26 pm; in totaal 2 keer bewerkt