Aya
Grint knerpte onder zijn voeten terwijl hij zich een weg baande naar het grote gebouw waar Aya zich ergens in moest bevinden. Onder zijn oksel had hij een boek geklemd waarvan hij dacht dat Aya het misschien wel leuk zou vinden om te lezen - het boek was het favoriete boek van Kaya geweest - en in zijn arm droeg hij een groot boeket bloemen. Drie weken was het nu geweest. Drie weken had hij Aya niet gezien. Oh, hij had aan het begin elke dag op de stoep gestaan, bij de balie gevraagd en voor de afdeling gedrenteld. Ze zat gesloten, ze mocht hem nog niet zien, had hij te horen gekregen. Hij had er niets van willen weten, was ronduit onbeschoft tegen de medewerkers geworden. Hij wou Aya zien, begrepen ze dat dan niet? Het zou haar proces niet ten goede beïnvloeden, hadden ze stuk voor stuk gemompeld, onder de indruk van de woede en de kinderlijke koppigheid waarmee Pasqual toch was blijven staan. "Ik ga niet weg tot ik haar heb gezien." Hij had net op tijd weten weg te komen want aan blikken van de mensen daar te zien, verdachten ze hem ervan dat hij ook daar hoorde. Nee, hij wou gewoon Aya zien. Zo wanhopig graag...De twee weken die ze in eerst instantie onbezoekt zou moeten blijven, waren verlengd. Drie weken waren het geworden. Na die eindeloze dagen waarin Pasqual toch bijna niets kon - hij zat immers nog steeds met een arm in het gips - had hij het verlossende belletje gekregen. Die zaterdag was Aya's eerste bezoekuur en ze dachten dat hij haar misschien wel wou zien, misschien wel wou weten dat ze bezoekuur had. Het had ietwat vertwijfeld geklonken, haast alsof ze bang waren dat hij een opmerking ging slaken. Niets dan opluchting en dankbaarheid van Pasquals kant. Elke dag was een dag te lang en als hij haar zaterdag zou zien dan was hij blij. Die vrijdag had hij een afspraak bij het ziekenhuis, controle voor zijn arm. Hij had inmiddels dat andere gips eromheen zitten en aldus de artsen was het goed aan het helen. Nieuw gips eroverheen, afspraak over drie weken, dan kon het eraf. Drie weken, hoe lang dat kon lijken in deze situaties.
Dus daar liep hij, op het pad met de kiezels, onwennig, onzeker, afwachtend en op een bepaalde manier nerveus. Hij liep naar binnen om daar tot zijn volste verbazing een bekende Golden Retriever tegen te komen. Deze had hem ook herkend en trok nu met zoveel geweld aan de lijn dat het meisje dat hem vasthield, haar balans verloor en haar gesprek met de baliemedewerker moest staken om zich om te draaien en naar de hond te kijken. Wat bezielde hem?
"Solance?" Het blonde magere meisje wat nu iets minder mager was dan de laatste keer dat hij haar gezien had, trok een pruillipje en deed hem denken aan Kaya. De mimiek was hetzelfde, alleen Kaya keek meestal zo als Pasqual het gezelschap van zijn vrienden verkoos boven dat hare. "Oh. Hoi." Kortaf, ongemakkelijk. Ze maakte vlug oogcontact met hem, maar haar grijze ogen dwaalden al gauw weer af naar iets interessanters in deze kamer. "Wat doe jij hier?" Achteraf besefte hij dat het best onbeleefd was om te vragen wat zij hier deed, want dat kon nogal persoonlijk liggen.
"Oh. Therapie." Ze ging iets rechter staan, alsof ze verwachtte dat hij een opmerking ging maken, maar hij haalde enkel zijn schouders op. "Oké, en eh, helpt het? Gaat het goed met je?" Een boze blik, ze vond hem bemoeizuchtig. "Prima. Het gaat prima." Nu keek Pasqual pas echt naar haar. De felle manier waarop ze haar kin naar voren stak, haar handen tegen haar heupen zette en wijdbeens ging staan, deed hem denken aan die Cesar Milan, die hondenfluisteraar. Evenwichtig moest ze doen. Solance droeg een wijd vest met capuchon, waarvan het middenstuk zalmroze was en de armen een lichte kleur bruin. De capuchon droeg dezelfde bruinige kleur. Daaronder droeg ze een wit hemdje - waarvan enkel de onderkant zichtbaar was, het hele vest was ongeveer tot aan haar kin dichtgeritst - en een wat normaal strakke skinnyjeans zou zijn. Bij haar slobberde hij iets, zat hij niet echt strak om haar benen heen. Ze droeg witte sneakers, hij had ook niet anders verwacht. Haar blonde haren waren samengebonden in een lage staart die over haar rechterschouder hing en om haar hals hing een klein hangertje waar je vermoedelijk foto's in kon stoppen.
"Eh, we spreken nog wat af, over de-"
"Waarom ben jij hier?" onderbrak ze hem voordat hij zijn zin kon afmaken. Hij haalde schuchter zijn schouders op, vond niet dat hij het recht had om te zeggen dat Aya hier zat, maar aan de andere kant, hoe kon hij dan verklaren dat hij hier was?
"Ik kom iemand bezoeken," zei hij toen maar. Solance bekeek hem aandachtig, wantrouwend, omdat ze hem niet geloofde. Pasqual werd rood. "Ik kom Aya bezoeken," mompelde hij toen maar, zich direct schuldig voelend tegenover zijn Aziatische vriendin. Niet zeker wetend of hij haar al 'vriendin' kon noemen op die manier, maar gewoon 'vriendin'? Eh. Daar moest hij later maar even over nadenken, zich niet nu zorgen om maken. Solance kon immers niet zijn gedachten lezen.
"Dat meisje in het bos?" Solance' gezicht ontspande toen ze besefte dat Pasqual dat meisje op kwam zoeken. Pasqual vroeg zich af wat dat te betekenen had. "Ja, dat meisje in het bos ja. Toen met Riot, weet je wel?" Opgelucht dat ze nu niet meer zo kortaf was. Solance leek even in gedachten verzonken en knikte toen. "Oké." Pasqual wist niet wat ze bedoelde maar knikte toen ook maar wat. "Geldt dat aanbod nog steeds?" vroeg ze toen, doelend op zijn voorstel dat zij en Riot op de stal hun steentje bij konden dragen als ze dat wilden. Pasqual knikte.
"Natuurlijk, ik zou jullie graag op de stal als hulp willen." Daarmee leek het gesprek te zijn afgerond en leek geen van de twee nog enig idee te hebben wat ze moesten zeggen. Daarbij, Pasqual was ongeduldige bewegingen aan het maken met zijn benen, alsof hij deze nauwelijks kalm op de grond kon houden. Patrick drentelde nu vrolijk om Pasqual heen, zijn staart hoog in del lucht houdend en zwiepend om het minste beetje aandacht dat hij kreeg. Solance glimlachte om de hond en met die kleine verandering in haar gezicht, werd ze prachtig en leek ze iets uit te stralen waardoor Pasqual begreep waarom Riot iets zag in Solance. Als ze lachte, was dat het enige wat je zag. Haar bleke kleur en haar magere gedaante viel niet meer op en ook de littekens verbleekten bij het tonen van een lach. Het bracht als vanzelfsprekend een glimlach op je eigen gezicht.
"Wacht..." Solance stak haar vinger in de lucht terwijl ze aarzelend voor zich uit keek en peinzend iets aan het bedenken was. "Eh, ze zit hier vast, neem ik aan? Anders kom je haar niet opzoeken?" Een vlaag van paniek die Pasqual niet kon plaatsen lag op Solance' gezicht en Pasqual fronste, terwijl hij zichzelf kalm probeerde te houden. "Eh, ja, dat klopt," zei hij met dichtgeknepen stem. "Wat dan?"
"Oh.. eh." Solance aarzelde, keek Pasqual schuldbewust aan, alsof ze iets gedaan had wat het daglicht niet kon verdragen. "Er heeft laatst iemand zelfmoord gepleegd." Solance liet haar stem dalen en keek hem met haar fletsgrijze ogen onzeker aan, benieuwd naar zijn reactie maar ook ergens bang voor zijn reactie.
"Zelfmoord?" Alsof Pasqual het nog nooit eerder had gehoord. Natuurlijk had hij wel van zelfmoord gehoord, natuurlijk kwam het niet uit de lucht vallen. Maar het kwam dichtbij, het kon Aya zijn. Dat zorgde ervoor dat Pasqual op zijn hoede was. Het hoefde niet Aya te zijn, maar Aya zou er hoe dan ook op een bepaalde manier mee geconfronteerd worden.
"Ja. Ik eh, ik had wel eens therapie met haar." Solance maakte een wegwerpgebaar met haar hand en Pasqual fronste terwijl hij naar voren leunde, klaar om te vragen wat voor soort therapie dit dan mocht zijn. Solance zag zijn blik en glimlachte terwijl een blos op haar wangen verscheen. "Eetproblemen." Pasqual sloot zijn ogen en blies dankbaar uit, hoewel het hem nog steeds niet lekker zat dat er een meisje zelfmoord had gepleegd in deze kliniek.
"Gebeurd het vaak?" vroeg hij toen. "Plegen hier wel vaker mensen zelfmoord?" Solance haalde haar schouders op. "Wat je vaak noemt. Mensen die hier komen mankeren hier," ze wees met haar wijsvinger naar haar voorhoofd, "vaak wat. Dus ja, vaker dan normaal." Pasqual zweeg even en keek Solance toen bezorgd aan. "Jij hebt het ook eens geprobeert, hè?" vroeg hij terwijl een bezorgde toon in zijn stem doorklonk. Solance werd bleek en sloeg haar blik neer.
"Ik voelde me zo alleen," fluisterde ze. "Brian was weg, ze hadden Becky van me afgenomen en Morte was verkocht." Een traan rolde langs haar wang en Pasqual voelde zich schuldig omdat hij het gevraagd had. Maar hij had nog nooit op deze manier contact met het meisje gehad, hij had tot nu toe altijd gedacht dat ze hem haatte. Hij deed een stap naar haar toe, sloot zijn armen om haar heen en trok haar dicht tegen zich aan. Ze was kleiner dan hem, waardoor hij zijn kin kon laten rusten op haar hoofd. Haar haren roken lekker, vond hij.
"Je deed het niet om mensen te treiteren," mompelde Pasqual. "Niemand neemt het je kwalijk. Daarbij, je bent geweldig erbovenop gekomen!" Solance rukte zich los toen hij dit zei.
"Natuurlijk." Ze klonk kwaad en Pasqual keek haar geschrokken aan. Wat had hij verkeerd gezegd?
"Natuurlijk, Pasqual. Blijf in die droomwereld leven. Het leven is niet allemaal rozengeur en manenschijn."
"Zo bedoelde ik het niet." Pasqual keek haar verontschuldigend aan. Solance veegde ondertussen ruw de tranen weg die naar boven was gekomen.
"Ik vergis me elke keer weer in je," siste ze, terwijl ze hem nu kwaad aankeek. "Ik probeer elke keer weer te denken dat je wel oké bent, maar je bent gewoon een nietswetende 'Mister Perfect'. Zo perfect ben je niet hoor, dus doe je ook niet zo voor. Ik ben gewoon maar Solance, lekker belangrijk en heel boeiend omdat ik 'anders' ben." Pasqual kromp in elkaar bij deze woorden. Wat had hij verkeerd gedaan?
"Solance, ik begrijp het niet. Ik.. wil gewoon bevriend met je zijn, oké? Dat doe ik niet omdat je 'anders' bent, dat doe ik omdat ik je wil leren kennen. Waarom krijg ik die kans niet?" Hij voelde dat hij de fout in was gegaan toen hij dat laatste vroeg. Solance rolde met haar ogen.
"Doei Pasqual," zei ze. "Ik spreek je nog wel." Ze draaide zich om en floot Patrick naar zich toe. Met vlugge passen liep ze weg, Pasqual verbijsterd achterlatend. Het was niet zijn bedoeling om haar op haar tenen te trappen maar nu had hij echt het gevoel dat hij het verpest had.
"Sorry," mompelde de vrouw achter de balie, "maar ik was bezig met een afspraak te plannen." Zij en Pasqual wisselde enkele seconden blikken van verstandshouding toen Solance haastig terugkwam met een rode kleur op haar wangen. Pasqual besloot dat het voor hem tijd was om te gaan.
"Doei Solance, ik spreek je." Met die woorden begon hij zich richting de juiste afdeling te bewegen waarbij hij de spullen dicht tegen zijn lichaam aangeklemd hield. Een vrouw stond hem al op te wachten en schonk hem een brede glimlach.
"Ze zit al in de woonkamer," zei de vrouw. Deze herkende Pasqual van zijn eerdere pogingen om binnen te komen en wist hoe het ongeveer zat. Pasqual had haar kort uitgelegd dat Aya belangrijk voor hem was en dat was ook duidelijk geworden aan haar waardoor deze vrouw Pasqual nu hartelijk begroette. Pasquals hart begon sneller te kloppen, omdat dit de eerste keer was dat hij Aya zag nadat hij zijn arm had gebroken, na het hele gebeuren met de watervallen. Ze had uiteindelijk een keuze gemaakt, blijkbaar, en ze had gezegd van hem te houden. Die dingen maakte dat het hem duizelde, dat hij haar zo graag in zijn armen wou houden.
"Aya." De naam kwam over zijn lippen als een fluistering en tranen van geluk sprongen in zijn ogen bij het zien van het Aziatische meisje. Ze was hier. Ze was hier echt! Hij liep naar een tafel toe, legde daar de spullen op die hij had meegenomen voor haar, en sloot haar in zijn armen, ookal ging dat wat onwennig met het gips. Een minuut lang hield hij haar strak tegen zich aan, terwijl alle emoties van de afgelopen tijd naar buiten kwamen. Maar vooral de tranen van geluk stroomden als een malle over zijn wangen.
"Mijn hemel, Aya," mompelde hij, "ze lieten me je niet zien. Oh god ik ben zo blij.. zo blij.." Hij kon niet uit zijn woorden komen maar keek haar nu stralend aan. "Het spijt me, maar oh Aya, je hebt geen idee." Met zijn hand die niet werd vastgeklampt door het gips streek hij heel lichtjes over haar wang en een glimlach van oor tot oor lag op zijn lippen. Deze hand liet hij rusten terwijl hij zich voorzichtig naar voren boog en aarzelend haar lippen kusten. Hij proefde zijn eigen zout van zijn eigen debiele tranen. Maar hij proefde ook Aya's smaak, iets wat hij niet kon benoemen. Het voelde alsof alles goed was. Alsof het eindelijk goed ging komen.
"Ik heb je gemist," glimlachte hij door zijn tranen heen. "Je ziet er goed uit."