Haar rubberen laarzen piepten over de houten vloer die zich in de stallen bevond. Het voelde heerlijk aan hier weer terug te mogen zijn. En ja, ze mocht hier nu iedere dag zijn. Haar studies zaten er op. Ze hoefde niet meer te reizen naar het buitenland, en al die paarden hier een jaar te hoeven missen. Ze kon niet wachten haar twee schatjes weer terug te zien. Imanu en Amico. Beiden hengsten. In het begin was het wat moeilijk voor de twee geweest elkaar te accepteren. Het was best wel logisch, beiden hengsten, beiden koppig. Maar voor dat zij vertrok, waren ze al goede vriendjes geworden, en hopelijk was dat zo gebleven. Hun stallen stonden langs elkaar op het einde van dit stallenblok. En ze was er bijna. Haar hart maakte een sprongetje toen ze het bekende hoofdje van Imanu uit de laatste stal zag piepen. Ze begon te rennen, en toen ze bij zijn stal aankwam wandelde ze weer rustig. Ze moesten moeite doen haar enthausiasme in te houden. Ze werd helemaal warm vanbinnen toen de hengst vrolijk naar haar begon te hinniken en opgewonden heen en weer begon te waggelen. Handig schoof Juliette de hendel van de staldeur naar beneden en opende die. Haar armen vlogen om zijn hals en ze kon het niet laten even een traan van vreugde over haar wang heen te laten rollen. 'Maatje, ik heb je gemist.' Imanu brieste, alsof hij haar verstond. Ze vroeg zich even af waar Amico was, maar waarschijnlijk was een of andere stalhulp even een buitenrit met hem maken. Dat was precies hetgene wat Juliette nu met Imanu wilde gaan doen.
Tien minuten later wandelde ze al met een zadel in haar handen naar de poetsplaats waar Imanu al klaar stond. Alleen de geur al van het zadel gaf haar terug dat oude westernleventje-gevoel. Ze legde het zadel voorzichtig langs haar poetsbak en ging nog rap met een zachte borstel over Imanu's gladde en donkerbruine vacht. Zijn spieren stonden allemaal erg ontspannen, ze kon voelen dat de hengst blij was dat ze terug was. Geloofde ze wel, iedere dag bereden worden door een vreemde. Maar ze was er nu, en ze zou niet meer weg gaan. Nooit meer. Nadat ze Imanu helemaal geborsteld had, tilde ze het zadel op en legde die op de schoft van Imanu. Hij begon ongeduldig te worden. Hij was dol op buitenritten, maar hij wilde dan wel nu vertrekken. Ze grinnikte even. 'Ik ben bijna klaar. Nog even aansingelen.' Ze zocht naar het juiste gaatje van de singel en stak daar het kleine ijzere staafje in wat verbonden was met de singel. Juliette maakte de teugel los van de paal en sprong op haar paard. Ze zat weer in het zadel. Dit gevoel... Wauw. Onbeschrijflijk. Ze spoorde Imanu zachtjes aan en opgewekt begon hij grote passen te nemen over het zandig wegje dat leidde naar het bos. Het bos was haar favoriete plek om buitenritten te maken. Ook die van Imanu. Eenmaal in het bos aangekomen, waren ze beiden het stappen een beetje beu. Ze zette haar paard in een draf op een goed tempo en reed in een verlichte zit mee. Ze was van plan Imanu & haar favoriete bospad te nemen. Dit was een breed pad waar verschillende boomstammen in de weg lagen, die was dus perfect voor hen. Imanu was geweldig goed in zijn job als springpaard. Hij vond het ook zalig om over hoge of lage obstakels heen te vliegen. En hij deed het ook nog eens op een keurige manier. Beter kon je niet krijgen. Het duurde ook niet lang en dat pad kwam in zicht. Imanu's oortjes sprongen enthausiast naar voren, en hij versnelde zijn passen een beetje. Automatisch hield ze hem al een beetje meer in, anders was hij er meteen met haar vandoor. Nog ongeveer tien meters, en dan sprongen ze over de eerste boomstam. Nu liet ze haar paard een beetje versnellen en maakte ze zich klaar voor de sprong. Imanu spande zijn voorbenen aan en zette zijn achterbenen af om te springen. Daar gingen ze. Ze vlogen. Het leek alsof de tijd stil bleef staan wanneer zij tot juist boven de hindernis waren. Het gevoel was niet voor eeuwig, en al snel raakten zijn hoeven de grond weer. Zalig. Juliette voelde de vlinders in haar buik. Ze waren nu hyper actief aan het rondvliegen daar. Het duurde niet lang en de volgende boomstam lag alweer voor hen. Juliette spoorde Imanu weer een beetje aan en ze vlogen weer. Dit kon ze nu iedere dag doen, en blij was ze daarmee.
Na het hele springparcours dat de twee hadden afgelegd, had Imanu een beetje rust verdiend en dus reed ze richting het meer.
-Avan.
Tien minuten later wandelde ze al met een zadel in haar handen naar de poetsplaats waar Imanu al klaar stond. Alleen de geur al van het zadel gaf haar terug dat oude westernleventje-gevoel. Ze legde het zadel voorzichtig langs haar poetsbak en ging nog rap met een zachte borstel over Imanu's gladde en donkerbruine vacht. Zijn spieren stonden allemaal erg ontspannen, ze kon voelen dat de hengst blij was dat ze terug was. Geloofde ze wel, iedere dag bereden worden door een vreemde. Maar ze was er nu, en ze zou niet meer weg gaan. Nooit meer. Nadat ze Imanu helemaal geborsteld had, tilde ze het zadel op en legde die op de schoft van Imanu. Hij begon ongeduldig te worden. Hij was dol op buitenritten, maar hij wilde dan wel nu vertrekken. Ze grinnikte even. 'Ik ben bijna klaar. Nog even aansingelen.' Ze zocht naar het juiste gaatje van de singel en stak daar het kleine ijzere staafje in wat verbonden was met de singel. Juliette maakte de teugel los van de paal en sprong op haar paard. Ze zat weer in het zadel. Dit gevoel... Wauw. Onbeschrijflijk. Ze spoorde Imanu zachtjes aan en opgewekt begon hij grote passen te nemen over het zandig wegje dat leidde naar het bos. Het bos was haar favoriete plek om buitenritten te maken. Ook die van Imanu. Eenmaal in het bos aangekomen, waren ze beiden het stappen een beetje beu. Ze zette haar paard in een draf op een goed tempo en reed in een verlichte zit mee. Ze was van plan Imanu & haar favoriete bospad te nemen. Dit was een breed pad waar verschillende boomstammen in de weg lagen, die was dus perfect voor hen. Imanu was geweldig goed in zijn job als springpaard. Hij vond het ook zalig om over hoge of lage obstakels heen te vliegen. En hij deed het ook nog eens op een keurige manier. Beter kon je niet krijgen. Het duurde ook niet lang en dat pad kwam in zicht. Imanu's oortjes sprongen enthausiast naar voren, en hij versnelde zijn passen een beetje. Automatisch hield ze hem al een beetje meer in, anders was hij er meteen met haar vandoor. Nog ongeveer tien meters, en dan sprongen ze over de eerste boomstam. Nu liet ze haar paard een beetje versnellen en maakte ze zich klaar voor de sprong. Imanu spande zijn voorbenen aan en zette zijn achterbenen af om te springen. Daar gingen ze. Ze vlogen. Het leek alsof de tijd stil bleef staan wanneer zij tot juist boven de hindernis waren. Het gevoel was niet voor eeuwig, en al snel raakten zijn hoeven de grond weer. Zalig. Juliette voelde de vlinders in haar buik. Ze waren nu hyper actief aan het rondvliegen daar. Het duurde niet lang en de volgende boomstam lag alweer voor hen. Juliette spoorde Imanu weer een beetje aan en ze vlogen weer. Dit kon ze nu iedere dag doen, en blij was ze daarmee.
Na het hele springparcours dat de twee hadden afgelegd, had Imanu een beetje rust verdiend en dus reed ze richting het meer.
-Avan.