Het begon ineens. Paco had hiervoor nog lekker rond liggen dobberen in de buik van zijn moeder, toen plots een flinke duw hem wakker maakte. Het was net alsof zijn plaatsje waar hij al een hele tijd gezeten had, hem weg wou hebben. Zijn oogjes hield hij stijf dicht, maar de angst nam zijn lichaampje over. Hij werd door zijn kleine, vertrouwde ruimte geduwd en als hij had kunnen hinniken op dat moment, had hij het gedaan. Ongelukkig zwiepte hij heen en weer, tot ineens zijn voeten werden weggesleurd in een gat. Hij hield zich muisstil en bewoog niet meer, omdat er iets om zijn benen werd gelegd. Een hevige ruk vanuit het zwarte gat en...
BAM! Het licht was overweldigend en Paco knipperde ongelukkig met zijn ogen. Om zich heen klonk opgewonden gemompel en toen Paco zijn ogen helemaal opende, zag hij van schrik allemaal tweebenige wezens staan. Zijn oren vlogen angstig heen en weer en wankel probeerde hij op zijn beentjes te staan. Toen hij omviel, hoorde hij een hoop ge-"aaaah" maar toen hij het nog een keer probeerde en het hem wel lukte, klonk het als gejuich.
Zoals het een veulentje betaamt te doen, ging hij op zoek naar zijn moeders warmte. Een groot paardenlijf lag midden in de ruimte waar hij was en het kon niet anders dan dat dat zijn moeder was. Dus wankel zette hij er een paar stappen naar toe en snuffelde aan het lijf. Een borstkas die normaal gesproken op en neer zou zijn gegaan, lag nu doodstil te liggen. Het veulentje hinnikte angstig naar zijn moeder, die niet bewoog. De warmte en het drinken die het diertje nu nodig had, kreeg hij niet en angst verlamde hem weer helemaal. Hij drentelde om zijn moeder heen, duwde haar met zijn kleine neusje en jammerde af en toe;
"Mam, sta op! Maham! Alsjeblieft!" Een tweebenig wezen kwam naar hem toe en poetste hem schoon, want hij zat nog steeds onder het bloed van zijn bevalling. Daarna kreeg hij een fles in zijn mond, maar hij weigerde zo ongeveer te drinken. Na een tijdje, aangezien zijn buikje toch wel rammelde, nam hij een paar aarzelende slokken en toen hij besloten had dat het wel goed smaakte, werd de fles weggehaald.
Ongelukkig ging hij in het stro liggen en voelde zich eenzamer dan ooit. De tweebenige wezens stonden er nog steeds en hij keek er eentje aan. Somber hinnikte hij en legde zijn hoofd in het stro neer. Hij sloot zijn oogjes en bleef zo een tijdlang liggen. Plots kwam er iemand zijn stal binnen en legde iets naast hem neer. Het was zacht en Paco kon er lekker tegenaan kruipen. Dus deed Paco dit en voelde zich minder eenzaam.
Het was een moeilijk begin, maar hopelijk niet een voorproefje van wat Paco in de rest van zijn leven mee zou maken.
BAM! Het licht was overweldigend en Paco knipperde ongelukkig met zijn ogen. Om zich heen klonk opgewonden gemompel en toen Paco zijn ogen helemaal opende, zag hij van schrik allemaal tweebenige wezens staan. Zijn oren vlogen angstig heen en weer en wankel probeerde hij op zijn beentjes te staan. Toen hij omviel, hoorde hij een hoop ge-"aaaah" maar toen hij het nog een keer probeerde en het hem wel lukte, klonk het als gejuich.
Zoals het een veulentje betaamt te doen, ging hij op zoek naar zijn moeders warmte. Een groot paardenlijf lag midden in de ruimte waar hij was en het kon niet anders dan dat dat zijn moeder was. Dus wankel zette hij er een paar stappen naar toe en snuffelde aan het lijf. Een borstkas die normaal gesproken op en neer zou zijn gegaan, lag nu doodstil te liggen. Het veulentje hinnikte angstig naar zijn moeder, die niet bewoog. De warmte en het drinken die het diertje nu nodig had, kreeg hij niet en angst verlamde hem weer helemaal. Hij drentelde om zijn moeder heen, duwde haar met zijn kleine neusje en jammerde af en toe;
"Mam, sta op! Maham! Alsjeblieft!" Een tweebenig wezen kwam naar hem toe en poetste hem schoon, want hij zat nog steeds onder het bloed van zijn bevalling. Daarna kreeg hij een fles in zijn mond, maar hij weigerde zo ongeveer te drinken. Na een tijdje, aangezien zijn buikje toch wel rammelde, nam hij een paar aarzelende slokken en toen hij besloten had dat het wel goed smaakte, werd de fles weggehaald.
Ongelukkig ging hij in het stro liggen en voelde zich eenzamer dan ooit. De tweebenige wezens stonden er nog steeds en hij keek er eentje aan. Somber hinnikte hij en legde zijn hoofd in het stro neer. Hij sloot zijn oogjes en bleef zo een tijdlang liggen. Plots kwam er iemand zijn stal binnen en legde iets naast hem neer. Het was zacht en Paco kon er lekker tegenaan kruipen. Dus deed Paco dit en voelde zich minder eenzaam.
Het was een moeilijk begin, maar hopelijk niet een voorproefje van wat Paco in de rest van zijn leven mee zou maken.