. R A I N .
A L I C E
Echt waar? Moest het nou juist vandaag begginen met regenen? Het was Dillan's derde dag hier. Of eigenlijk zijn eerste. De voorbije twee dagen had hij zich enkel bezig gehouden met het uitpakken van koffers, en het inrichten van zijn voorlopig huis. Maar nu hij daar mee klaar was, kon hij eindelijk echt aan de start met zijn leven.
Deze jongen, Dillan genaamd, woonde voor dat hij hier aankwam bij zijn ouders in Canada. Sneeuw en regen, bijna iedere dag. Het normale en warme weer hier zou ee erg grote aanpassing worden voor hem. Wat hij gewend was, was een stuk kouder en vochtiger. Dat feit maakte deel uit van zijn reden dat hij uit Candada vertrokken is. De officiele reden waren zijn ouders. Dag in dag uit had hij ruzie met hun. Altijd om hetzelfde. Hem. Dillan was een jongen van bijna achttien, verslaafd aan zijn eigen vrijheid, en deelt alleen zijn innerlijke gevoelens met trouwe beesten zoals paarden. In Canada vond je enkel koudbloeden, en dat soort paarden. Ook een reden waarom Dillan uit Canada vertrok, hij wilde echt iets met paarden gaan doen. Wanneer de plaatselijke dierenarts de paarden van Dillan's buren in Candada kwam nakijken, en Dillan stond net op dat moment tegen de dieren te praten, had de man hem gezegd dat hij hem deed denken aan een wereldberoemde paardenfluisteraar. Dillan had het opgenomen als een verschrikkelijk groot compliment, wat hem nog harder had aangespoord om echt iets met die dieren te gaan doen. Alleen was dat in Canada zo goed als onmogelijk. Veel te koud om er buiten met paarden bezig te zijn. De meeste mensen namen een job zoals lekker in een warm kamertje te kunnen zitten en de hele tijd op hun laptop zitten te tokkelen, en tegelijkertijd telefoontjes plegen en dat soort dingen. Dat was niet Dillan. Je zou hem daar nooit kunnen zien zitten, gefocust.
Zoals al gezegd werd was Dillan een enorme vrijevogel, die heel veel hechte aan zijn vrijheid. Wat daarmee bedoeld word was simpel.
De jongen deed alles op zijn eentje. Hij had niemand nodig. Hij wilde dingen ontdekken, dingen te weten komen. Op school haalde hij belachelijk hoge scores, het interesseerde hem. Algebra, filosofie, geschiedenis... Niet dat hij er echt iets mee wilde doen later, het interesseerde hem gewoon.
Nooit had iemand hem gezien als een seut of wist hij veel wat, nee, hij was een doorsnee leerling, die ergens nog veel slimmer was als hij zelf wist. Als Dillan het materiaal er voor had gehad, kon hij een helikopter in elkaar zetten. Op zijn vijftiende nog wel.
In 'Vrijheid' hoor je het woordje 'vrij'. Daar gaat het vooral om bij Dillan. Bij zijn ouders ging dat niet. Er werd er gezegd wat je moest doen, wie je was, je kon niet eens je eigen mening of keuzes maken. Nee. Andere moesten dat altijd voor jou beslissen. Nu zou dat anders worden, veel anderser. Nu zag hij zelf wel wat hij deed of wilde.
Zachtjes schudde de jongen met zijn hoofd en zuchtte diep. Dillan stond oog in oog met zijn eigen. In de spiegel. Wie ben ik? Is iets wat heel veel mensen zichzelf afvroegen. Maar Dillan wist wie hij was. Wat hij wilde en wat hij wilde doen.
In een vlugge beweging ging zijn hand door zijn vlugge kuif die hij deze morgen op zijn hoofd had getoverd. Redelijk trots was hij. Het had hem mar een paar minuten geduurd en toch zag hij er niet slecht uit. Hij knipte even grinnikend in zijn vingers en wees even flirtend naar zichzelf in de spiegel alsof hij wilde uitstralen 'Jeetje, wat zij jij er goed uit, beest!' Met een glimlach op zijn gezicht verliet Dillan de badkamer, en wandelde de woonkamer in terwijl zijn handen rustten in zijn zakken. Sammy, zijn kleine Jack Russel, sprong met volle enthausiasme op Dillan af. Dillan ging met een lach in een hurkzit zitten en aaide het diertje over zijn hoofd. Sammy had hij nu ongeveer drie jaar. Hij was nog jong, net zoals hem, en er zat niet normaal veel energie in dat kleine lijfje van hem. Naast paarden was deze Jack Russel een van zijn dierbaarste wezens in zijn leven. En ja, vrienden...
Omdat Dillan zich altijd bezighield met dergelijke dingen zoals paarden, had hij nooit tijd gehad vrienden te maken. Hij had nu één voordeel: Hij was nieuw, in een zeer grote buurt, en er waren hier waarschijnlijk genoeg mensen van zijn leeftijd die hem eens wilden rondleiden, daardoor kon hij waarschijnlijk wel eens vrienden maken, toch?
Ondanks dat Dillan niet al te veel vrienden gehad heeft in zijn leven, was hij toch een zeer sociaal iemand. Een erg toffe gast om mee op te trekken, of een babbel mee te beginnen. Hij had humor in zich, dat had hij zeker, en hij was een luisterend oor, voor als een dierbaar iemand met problemen zat.
De meeste mensen uit HH liepen nu waarschijnlijk buiten rond in bondjassen of gewone vestjes, maar voor Dillan was dit warm weer. Warmer als normaal, eigenlijk. Zoals gezegd is, vond je in Canada heel erg veel sneeuw. Maar hier leek dat niet het geval, ook zijn ogen zouden aan dat feit moeten wennen.
Dillan graaide snel een knalrode appel uit de fruitmand en liep toen in blote mouwen die deur uit. Heerlijk dat frisse windje, en dat (voor hem warme) weer. Mensen zouden hem waarschijnlijk onbegrijpelijk aanstaren, dus had hij voor de zekerheid toch maar een dun vestje over zijn schouder hangen, ookal kon het hem niet echt schelen wat andere van hem dachten.
Hij woonde in het hartje van de stad. Geweldig. Hij was dol op de stad. Maar ook de manege en dat soort waren hier niet al te ver van daan. Terwijl zijn zwarte Vans zich op de natte grond voortbewogen, en een paar zachte regendruppels op zijn schouders plonsten, gleden zijn blauwe kijkers over zijn omgeving. Overal zag je mensen. Jong, oud, klein, groot. Precies zoals hij het wilde. Hij kreeg veel verbaasde ogen op zich gericht omwille van zijn blote armen. Even had Dillan erg opvallend met zijn ogen staan rollen en zijn armen toch maar in het vestje gestoken.
Zijn aandacht werd getrokken door een blondharig meisje dat zich op een stoeltje gezet had bij een of andere kleine brasserie. Ze leek alleen. Misschien kon ze wel wat gezelschap gebruiken. Voor de zekerheid schoof Dillan met zijn vingers nog even door zijn haren en liep toen glimlachend op haar af. 'Is deze stoel bezet?' Vroeg hij grinnikend toen hij naar de stoel voor haar wees.
A L I C E
Echt waar? Moest het nou juist vandaag begginen met regenen? Het was Dillan's derde dag hier. Of eigenlijk zijn eerste. De voorbije twee dagen had hij zich enkel bezig gehouden met het uitpakken van koffers, en het inrichten van zijn voorlopig huis. Maar nu hij daar mee klaar was, kon hij eindelijk echt aan de start met zijn leven.
Deze jongen, Dillan genaamd, woonde voor dat hij hier aankwam bij zijn ouders in Canada. Sneeuw en regen, bijna iedere dag. Het normale en warme weer hier zou ee erg grote aanpassing worden voor hem. Wat hij gewend was, was een stuk kouder en vochtiger. Dat feit maakte deel uit van zijn reden dat hij uit Candada vertrokken is. De officiele reden waren zijn ouders. Dag in dag uit had hij ruzie met hun. Altijd om hetzelfde. Hem. Dillan was een jongen van bijna achttien, verslaafd aan zijn eigen vrijheid, en deelt alleen zijn innerlijke gevoelens met trouwe beesten zoals paarden. In Canada vond je enkel koudbloeden, en dat soort paarden. Ook een reden waarom Dillan uit Canada vertrok, hij wilde echt iets met paarden gaan doen. Wanneer de plaatselijke dierenarts de paarden van Dillan's buren in Candada kwam nakijken, en Dillan stond net op dat moment tegen de dieren te praten, had de man hem gezegd dat hij hem deed denken aan een wereldberoemde paardenfluisteraar. Dillan had het opgenomen als een verschrikkelijk groot compliment, wat hem nog harder had aangespoord om echt iets met die dieren te gaan doen. Alleen was dat in Canada zo goed als onmogelijk. Veel te koud om er buiten met paarden bezig te zijn. De meeste mensen namen een job zoals lekker in een warm kamertje te kunnen zitten en de hele tijd op hun laptop zitten te tokkelen, en tegelijkertijd telefoontjes plegen en dat soort dingen. Dat was niet Dillan. Je zou hem daar nooit kunnen zien zitten, gefocust.
Zoals al gezegd werd was Dillan een enorme vrijevogel, die heel veel hechte aan zijn vrijheid. Wat daarmee bedoeld word was simpel.
De jongen deed alles op zijn eentje. Hij had niemand nodig. Hij wilde dingen ontdekken, dingen te weten komen. Op school haalde hij belachelijk hoge scores, het interesseerde hem. Algebra, filosofie, geschiedenis... Niet dat hij er echt iets mee wilde doen later, het interesseerde hem gewoon.
Nooit had iemand hem gezien als een seut of wist hij veel wat, nee, hij was een doorsnee leerling, die ergens nog veel slimmer was als hij zelf wist. Als Dillan het materiaal er voor had gehad, kon hij een helikopter in elkaar zetten. Op zijn vijftiende nog wel.
In 'Vrijheid' hoor je het woordje 'vrij'. Daar gaat het vooral om bij Dillan. Bij zijn ouders ging dat niet. Er werd er gezegd wat je moest doen, wie je was, je kon niet eens je eigen mening of keuzes maken. Nee. Andere moesten dat altijd voor jou beslissen. Nu zou dat anders worden, veel anderser. Nu zag hij zelf wel wat hij deed of wilde.
Zachtjes schudde de jongen met zijn hoofd en zuchtte diep. Dillan stond oog in oog met zijn eigen. In de spiegel. Wie ben ik? Is iets wat heel veel mensen zichzelf afvroegen. Maar Dillan wist wie hij was. Wat hij wilde en wat hij wilde doen.
In een vlugge beweging ging zijn hand door zijn vlugge kuif die hij deze morgen op zijn hoofd had getoverd. Redelijk trots was hij. Het had hem mar een paar minuten geduurd en toch zag hij er niet slecht uit. Hij knipte even grinnikend in zijn vingers en wees even flirtend naar zichzelf in de spiegel alsof hij wilde uitstralen 'Jeetje, wat zij jij er goed uit, beest!' Met een glimlach op zijn gezicht verliet Dillan de badkamer, en wandelde de woonkamer in terwijl zijn handen rustten in zijn zakken. Sammy, zijn kleine Jack Russel, sprong met volle enthausiasme op Dillan af. Dillan ging met een lach in een hurkzit zitten en aaide het diertje over zijn hoofd. Sammy had hij nu ongeveer drie jaar. Hij was nog jong, net zoals hem, en er zat niet normaal veel energie in dat kleine lijfje van hem. Naast paarden was deze Jack Russel een van zijn dierbaarste wezens in zijn leven. En ja, vrienden...
Omdat Dillan zich altijd bezighield met dergelijke dingen zoals paarden, had hij nooit tijd gehad vrienden te maken. Hij had nu één voordeel: Hij was nieuw, in een zeer grote buurt, en er waren hier waarschijnlijk genoeg mensen van zijn leeftijd die hem eens wilden rondleiden, daardoor kon hij waarschijnlijk wel eens vrienden maken, toch?
Ondanks dat Dillan niet al te veel vrienden gehad heeft in zijn leven, was hij toch een zeer sociaal iemand. Een erg toffe gast om mee op te trekken, of een babbel mee te beginnen. Hij had humor in zich, dat had hij zeker, en hij was een luisterend oor, voor als een dierbaar iemand met problemen zat.
De meeste mensen uit HH liepen nu waarschijnlijk buiten rond in bondjassen of gewone vestjes, maar voor Dillan was dit warm weer. Warmer als normaal, eigenlijk. Zoals gezegd is, vond je in Canada heel erg veel sneeuw. Maar hier leek dat niet het geval, ook zijn ogen zouden aan dat feit moeten wennen.
Dillan graaide snel een knalrode appel uit de fruitmand en liep toen in blote mouwen die deur uit. Heerlijk dat frisse windje, en dat (voor hem warme) weer. Mensen zouden hem waarschijnlijk onbegrijpelijk aanstaren, dus had hij voor de zekerheid toch maar een dun vestje over zijn schouder hangen, ookal kon het hem niet echt schelen wat andere van hem dachten.
Hij woonde in het hartje van de stad. Geweldig. Hij was dol op de stad. Maar ook de manege en dat soort waren hier niet al te ver van daan. Terwijl zijn zwarte Vans zich op de natte grond voortbewogen, en een paar zachte regendruppels op zijn schouders plonsten, gleden zijn blauwe kijkers over zijn omgeving. Overal zag je mensen. Jong, oud, klein, groot. Precies zoals hij het wilde. Hij kreeg veel verbaasde ogen op zich gericht omwille van zijn blote armen. Even had Dillan erg opvallend met zijn ogen staan rollen en zijn armen toch maar in het vestje gestoken.
Zijn aandacht werd getrokken door een blondharig meisje dat zich op een stoeltje gezet had bij een of andere kleine brasserie. Ze leek alleen. Misschien kon ze wel wat gezelschap gebruiken. Voor de zekerheid schoof Dillan met zijn vingers nog even door zijn haren en liep toen glimlachend op haar af. 'Is deze stoel bezet?' Vroeg hij grinnikend toen hij naar de stoel voor haar wees.