Het kwam niet vaak voor dat hij, Riot, in het werkelijke stadscentrum kwam; het was hem er veel te druk en hij hoorde er gewoon niet, hoe je het ook wendde of keerde. Of hij zichzelf nou respecteerde of niet, hij was niet zoals al deze welgeklede mensen die gehaast de nieuwste mode aanschaften, de goedkoopste rookworst uitzochten of die het zoveelste overbodige speeltje voor hun huisdier kochten.
En toch was hij hier vandaag. Hij had een korte ontmoeting gehad met een oude kameraad van hem en de locatie ervoor was voor deze winkel geweest. Nu waren hun wegen weer gescheiden en het enige wat Riot eraan over had gehouden was een dubbel gevoel en een pakketje wat die gozer af had geleverd wat hij thuis pas open mocht maken. Riot was er geërgerd over en dat kwam niet omdat hij zo'n kort lontje had. Nou, niet geheel in ieder geval. Het stoorde hem als volk mysterieus ging lopen doen. Hij mocht die gozer, maar was het teveel gevraagd op zijn minst te vertellen waarom dat fucking ding niet eerder geopend mocht worden? Jezus,
Riot borg het maar op. Met dit soort mensen kon je het beter wel serieus nemen, dus dat deed hij dan ook maar.
Hij begon te lopen, richting een iets minder drukke en wat goedkopere wijk; hier haalde hij zijn spullen meestal. Hij had gewoon niet zo gek veel geld om handen.
Hij had echter wel absoluut nieuwe kleren nodig; sommige dingen vielen echt bijna uit elkaar of hingen van verbogen en verroeste veiligheidsspelden aan elkaar. Hij ging naar zijn vaste zaak. men kende hem hier en hoewel hij absoluut het figuur niet was om gezellig te gaan staan doen met winkeliers was er een soort wederzijdse genegenheid tussen hem en het volk dat hier werkte, al was het niet meer dan iets oppervlakkigs. Van zijn kant kwam het voornamelijk omdat ze niet moeilijk deden over wie hij was en hoe hij er bij liep; hij werd hier gelijkwaardig behandeld en had dus geen enkele reden om zich vernederd of geminacht te voelen. Waarom ze hem dan zo mochten was hem niet helemaal duidelijk, maar wie was hij om te klagen?
Hij snuffelde wat tussen de rekken met tweedehandskleding; hij gaf er het liefst zo min mogelijk aan uit, dan had hij genoeg voor eten en kon hij ook nog wat opsparen voor noodgevallen. Want die kwamen bij hem nogal eens voor. De keren dat hij vocht waren niet te tellen en hij won echt niet altijd, zeker niet als hij zwaar in de minderheid. Ook het freerunnen ging geregeld fout als het flink hard regende of als iemand hem opjoeg.
Hij ging een pashokje in en kwam er met een baggy jeans aan weer uit. Hij bekeek zichzelf in de spiegel om te checken of het ding een beetje paste. Een verkoopster kwam bij hem staan.
"Jezus, jij bent mager geworden de laatste tijd. Je moet minder sporten en meer eten man," zei ze nuchter. Er kon bij Riot een klein grijnsje vanaf; hij kon de relaxete manier van service hier wel waarderen.
Uiteindelijk kocht hij de broek en nog twee donkere T-shirts, waarna hij afrekende en de winkel verliet.
Hij liep naar een klein pleintje vlakbij. Op dat moment klonk er uit een zijstraat een hoop herrie. Met een gealarmeerde frons keek Riot om. Wat was er aan de hand? Twee overvallers liepen hem zowat ondersteboven. Riot vloekte en checkte zichzelf; zijn portemonnee was er nog, goed verborgen onder zijn kleding. Was er iemand anders beroofd? Zijn ogen vernauwden zich en hij keek zoekend rond. Hij haatte dat soort tuig en woede laaide dan ook linea recta in de felle jongen. Hijzelf werkte ook hard om bij te verdienen. Legaal. En als híj een baantje had weten te krijgen dan kon verdomme iedereen dat toch?
En toch was hij hier vandaag. Hij had een korte ontmoeting gehad met een oude kameraad van hem en de locatie ervoor was voor deze winkel geweest. Nu waren hun wegen weer gescheiden en het enige wat Riot eraan over had gehouden was een dubbel gevoel en een pakketje wat die gozer af had geleverd wat hij thuis pas open mocht maken. Riot was er geërgerd over en dat kwam niet omdat hij zo'n kort lontje had. Nou, niet geheel in ieder geval. Het stoorde hem als volk mysterieus ging lopen doen. Hij mocht die gozer, maar was het teveel gevraagd op zijn minst te vertellen waarom dat fucking ding niet eerder geopend mocht worden? Jezus,
Riot borg het maar op. Met dit soort mensen kon je het beter wel serieus nemen, dus dat deed hij dan ook maar.
Hij begon te lopen, richting een iets minder drukke en wat goedkopere wijk; hier haalde hij zijn spullen meestal. Hij had gewoon niet zo gek veel geld om handen.
Hij had echter wel absoluut nieuwe kleren nodig; sommige dingen vielen echt bijna uit elkaar of hingen van verbogen en verroeste veiligheidsspelden aan elkaar. Hij ging naar zijn vaste zaak. men kende hem hier en hoewel hij absoluut het figuur niet was om gezellig te gaan staan doen met winkeliers was er een soort wederzijdse genegenheid tussen hem en het volk dat hier werkte, al was het niet meer dan iets oppervlakkigs. Van zijn kant kwam het voornamelijk omdat ze niet moeilijk deden over wie hij was en hoe hij er bij liep; hij werd hier gelijkwaardig behandeld en had dus geen enkele reden om zich vernederd of geminacht te voelen. Waarom ze hem dan zo mochten was hem niet helemaal duidelijk, maar wie was hij om te klagen?
Hij snuffelde wat tussen de rekken met tweedehandskleding; hij gaf er het liefst zo min mogelijk aan uit, dan had hij genoeg voor eten en kon hij ook nog wat opsparen voor noodgevallen. Want die kwamen bij hem nogal eens voor. De keren dat hij vocht waren niet te tellen en hij won echt niet altijd, zeker niet als hij zwaar in de minderheid. Ook het freerunnen ging geregeld fout als het flink hard regende of als iemand hem opjoeg.
Hij ging een pashokje in en kwam er met een baggy jeans aan weer uit. Hij bekeek zichzelf in de spiegel om te checken of het ding een beetje paste. Een verkoopster kwam bij hem staan.
"Jezus, jij bent mager geworden de laatste tijd. Je moet minder sporten en meer eten man," zei ze nuchter. Er kon bij Riot een klein grijnsje vanaf; hij kon de relaxete manier van service hier wel waarderen.
Uiteindelijk kocht hij de broek en nog twee donkere T-shirts, waarna hij afrekende en de winkel verliet.
Hij liep naar een klein pleintje vlakbij. Op dat moment klonk er uit een zijstraat een hoop herrie. Met een gealarmeerde frons keek Riot om. Wat was er aan de hand? Twee overvallers liepen hem zowat ondersteboven. Riot vloekte en checkte zichzelf; zijn portemonnee was er nog, goed verborgen onder zijn kleding. Was er iemand anders beroofd? Zijn ogen vernauwden zich en hij keek zoekend rond. Hij haatte dat soort tuig en woede laaide dan ook linea recta in de felle jongen. Hijzelf werkte ook hard om bij te verdienen. Legaal. En als híj een baantje had weten te krijgen dan kon verdomme iedereen dat toch?