15.448 woorden
Well, first of all; Dit is het record der records der recorden. >;D Ik ben de absolute winnaar! (Zo niet, had ik 'm langer gemaakt xD) Second; dit veranderd Pasqual. Third; Fuck it dat Chloë nu weg is. Fourth; Maar nu mag ik deze post wel plaatsen zonder dat ik 'n godmoder ben. Yushh.
Enjoy reading. Het verhaal is awsome.
Geen kans. Echt niet.
Verbaasd keek hij haar aan toen ze de woorden uitsprak. Zijn hand greep automatisch die van Chloë vast, die net zo geschokt keek als hij. Ze vlocht haar vingers door de zijne en probeerde door middel van een zacht kneepje hem te kalmeren. Onmogelijk.
“Dat… kan niet,” fluisterde hij gebroken. Hij keek zijn moeder aan, maar haar gezicht verraadde dat het echt waar was. “Dat kan niet!” zei hij nogmaals. Haar ogen flitsten naar beneden, verdrietig, net zoals hij zich nu voelde. “Zeg dat het niet waar is!” schreeuwde hij. Hij trok zich los van Chloë en schudde zijn moeder door elkaar. Zijn moeder beet op haar lip, maar zei niets meer, liet niets meer los.
“Pasqual.” De zachte stem van Chloë maakte dat hij los kwam uit zijn bui. Snikkend stortte hij in haar armen die ze liefdevol om zijn grote lichaam sloeg. Ze streelde zijn rug, drukte zijn gezicht in haar haren, liet hem niet los. Geen ogenblik.
“Hoe?” jammerde hij. “Hoe heeft het zo ver kunnen gaan? Waarom heb je haar laten gaan?” Zijn stem klonk gepijnigd, zijn vragen waren verwijtend aan zijn moeder. Hij kon haar met geen mogelijkheid meer aankijken.
“Ik weet het niet, schat. Ik weet het echt niet. Misschien omdat het tussen jou en Chloë wél goed ging.” Pasqual slikte opkomend gal weg.
“Maar ik ben een heel ander verhaal, mam. Kaya gelooft elke jongen die zegt dat hij van haar houdt. Ze is naïef. En nu is ze weg. Misschien komt ze nooit meer terug, is dat ooit bij je opgekomen?” Hij balde zijn vuisten en spande zijn spieren aan.
“Relax, Pasqual,” fluisterde Chloë zachtjes in zijn oor. Ze wist dat Pasqual niet veel nodig zou hebben om zijn moeder te lijf te gaan. Een verkeerd woord en hij zou haar aanvliegen.
“Ik ga,” zei zijn moeder. “Ik bel je pa, de politie, iedereen. Binnen de kortste keren is Kaya weer thuis, oké? Dat beloof ik.” Haar stem had een trilling die verraadde dat zij niet wist of ze haar dochter ooit nog zou zien.
“Best,” bromde Pasqual, zonder haar aan te kijken. Pas toen hij de deur dicht hoorde gaan, keek hij weer op, in de grijze ogen van Chloë. “En nu?” Chloë schudde haar hoofd. Zij wist het ook niet.
“Waarom is Kaya überhaupt meegegaan?” vroeg hij zich hardop af. “Ik dacht dat ze niet zó naïef zou zijn.” Chloë zweeg en het leek net alsof ze iets verzweeg.
“Chloë?” Pasqual werd behoedzaam, keek Chloë wantrouwig aan. “Weet jij meer?” Chloë knikte voorzichtig, bang dat zijn woede nu op haar terecht zou komen.
“Wat weet je?” Pasqual pakte haar kin vast en dwong haar naar hem te kijken.
“Niet zo ruw!” piepte ze zachtjes. Zijn greep verslapte, maar hij liet zijn hand wel op die plek zitten. “Zeg het me, Chloë.” Zijn stem was diep, donker, gevaarlijk en rond zijn mond lag een grimmige, verbeten trek. “Zeg me waar mijn zusje is!” Zijn stem schoot een octaaf omhoog en langs zijn wang rolde een traan. Chloë’s blik verzachtte bij het zien van haar grote liefde met zoveel verdriet.
“Ik heb haar wel eens over hem horen praten,” begon ze, terwijl ze zichzelf losmaakte uit zijn greep en haar armen om zijn middel sloeg. “We werden vertrouwelijker, zij was ervaringloos met jongens en ging ervan uit dat ik wel wat ervaring had.” Een blos steeg op naar haar wangen, maar ze praatte door. “Ze ging me steeds meer vertellen. De eerste keer dat hij haar een tik had gegeven, nam ze het voor lief. Ze zei dat ze het vreemd vond en vroeg aan mij of jij me ook ooit geslagen had. Ik vertelde natuurlijk gelijk van niet, jij zou me nooit slaan. Maar ze liet me beloven dat ik niets tegen jou zou zeggen, want ook zij wist hoe verhit je kon reageren. Ik beloofde dat ik het inderdaad niet zou vertellen, maar geloof me, dat was moeilijk. Ik kan niet echt makkelijk dingen voor je verzwijgen.” Chloë stopte even om een traan weg te vegen die uit Pasquals ooghoeken kwamen.
“Toen kwamen er meerdere verhalen. Ze waren niet verontrustend, maar vol liefde. En toch had ik het gevoel dat ze iets voor me begon te verzwijgen. Ze vertelde me dat Dave samen met haar wou wonen, maar geld moest verdienen. En zij hielp hem met die simpele klusjes. Nooit vertelde ze me wat die klusjes inhielden, maar ze beloofde me dat het geen gevaarlijke klusjes waren. Ze liet me in de waan dat het dingen waren zoals gras maaien, huizen schoonmaken. Ze zag er steeds ongelukkiger uit, haar ogen gingen doffer staan, maar ze zette wel iedere keer die glimlach op. Waarom ze er zo beroerd uitzag, wou ze niet zeggen. Ze beweerde dat ze moe was. Dat was alles. Maar op een dag stond ze huilend op de stoep. Jij was er niet, jij zat bij Digno. Ik nam haar mee naar binnen, zette een kopje thee voor haar. Ze zei dat er iets gruwelijks mis was gegaan. Wat het precies was, wou ze me niet vertellen. Maar het hoge woord kwam eruit. Er bestond een zeer grote kans dat ze HIV positief zou zijn. Ik vroeg haar hoe ze er aan gekomen was, want ze had me verteld dat Dave zich had laten testen op soa’s en andere enge geslachtziektes. Ze stond op van de bank en liep weg. Toen ze in de deuropening stond, zei ze; “Dit is ook niet van Dave.” En toen liep ze weg.” Pasqual trok wit weg.
“Ze had een ander? Maar ze is helemaal niet iemand daarvoor…” Pasqual staarde peinzend voor zich uit. “Je zei dat hij… Dat hij geld wou verdienen en dat hij haar eens een tik had gegeven.” Een frons verscheen op zijn gezicht. “Maar… Zou het kunnen zijn dat hij haar dwong om met die ander te gaan? Voor geld? Om samen te wonen?” Chloë haalde haar schouders op. Zij wist het ook niet.
“Zou dat kunnen?” vroeg hij nogmaals. Chloë werd rood.
”Misschien wel,” antwoordde ze. “Maar het hoeft niet persé zo te zijn. Toch?” Pasqual rolde met zijn ogen. Het deed hem zeer om niet zeker te weten wat er met zijn zusje was. Waarom ze weg was, waarom niemand haar kon vinden. Iets doemde in hem op, iets van een hele tijd terug. Verhalen over loverboys. Meiden die hun vriend geld bezorgden door voor hen te werken, door seks te hebben met anderen. Zou Kaya ook een van die meiden zijn?
“Verdomme,” gromde hij. “Verdomme! Ze zit onder de plak bij een pooier! Chloë, waarom heb je me niets gezegd?” Chloë schudde haar hoofd.
”Omdat ze me dat gister pas gezegd heeft!” riep ze uit. “En nu is ze weg. Begrijp je het dan niet, Pasqual? Ze is meegenomen omdat ze het aan mij verteld heeft! Oh ik had haar kunnen redden! Het was een roep om hulp!” Nu liepen de tranen over Chloë’s wangen. Ze drukte haar gezicht in het t-shirt van Pasqual en gaf toe aan de angst die al tijden geleden bezit over haar had genomen. Pasqual streelde haar blonde haren en zuchtte trillerig.
”Je moet de politie bellen,” zei hij. Chloë keek met roodbehuilde ogen op. Ze begreep hem niet.
“Je moet de politie vertellen wat er gebeurd is. Zij kunnen wat met dit verhaal. Ze zullen je waarschijnlijk verhoren en –“
“Pasqual, zie je het dan echt niet? Kaya is 18! Ze is officieel uit huis! Ze mag dit doen. Ze is volgens de wet volwassen. We kunnen niets doen!” Ze ging wat van hem af staan en balde haar vuisten.
“Als ik wel iets had kunnen doen, denk je dan niet dat ik dat allang had gedaan, Pasqual? Ze is mijn vriendin. Ze is jouw zusje. Ze is net zo belangrijk voor mij als voor jou. Juist omdat ze voor jou zo belangrijk is, is ze dat ook voor mij. Zie je dat niet? Zie je dan niet dat ik ook kapot ga aan dingen die jou kapot maken? Ik hou teveel van je. Veel te veel. Dit is gevaarlijk…” Ze plofte op de bank neer en maakte een balletje van zichzelf. Pasqual bleef doelloos in het midden van de woonkamer staan. Een tijd lang was het stil tussen hun. Toen begon Pasqual weer te praten.
“Ik weet dat je van me houdt, Chloë. Anders had je nooit naar het ziekenhuis gekomen toen ik daar lag. Anders had je nooit ‘ja’ gezegd op de vraag of je met me wou trouwen. Maar het maakt allemaal niets uit…”
“Hoezo maakt het niets uit?” vroeg Chloë op verbaasde toon. “Maakt het niet uit dat ik niet zonder je kan leven? Maakt het niets uit dat ik voor je zal sterven? Boeit het niet dat jij de enige bent waar ik voor de rest van mijn leven bij zou willen zijn? Maakt het niet uit dat je de enige bent die ik vertrouw?” Een rode blos kwam op haar wangen en Pasqual besefte dat ze voor het eerst in haar leven echt boos was. Op hem, nog wel.
“Nee, Chloë, zo bedoel ik het niet!” zei hij snel, maar zo gemakkelijk kwam hij er niet vanaf.
“Weet je wat, Pasqual? Je zoekt het maar uit! Ik ga weg, voordat er nog meer dingen gezegd worden. Als je me zoekt, vooral niet doen. Maak je maar geen zorgen over onze relatie, die is toch niet belangrijk.” Ze stond op, liep naar de deur toe en smeet deze open.
“Dag!” En met een knal gooide ze hem achter zich dicht.
Verslagen ging Pasqual op de bank zitten, verbaasd over wat er nu precies gebeurd was. Hij kon het niet helemaal verwerken.
“Chloë, het spijt me. Het spijt me echt. Ik had niet mogen zeggen dat het niet uitmaakte, want dat doet het wel. Het maakt meer uit dan wat dan ook op de wereld. Kom alsjeblieft terug Chloë, het gaat niet goed.” Pasqual hing op en zuchtte diep. Dat was al de dertiende voicemail die hij had ingesproken. Ze had nog steeds niet opgenomen. Hij gooide zijn mobiel van zich af en ging met zijn handen in het haar zitten. Chloë wou niet met hem praten, zijn zusje weg en god mocht weten waar zijn moeder was. Het was nu al twee dagen zo en het kon niet langer doorgaan.
Zijn mobiel begon te rinkelen en hij stoof er naartoe.
“Chloë?” vroeg hij. Aan de andere kant van de lijn bleef het twee seconden stil.
“Nee,” zei een andere, zachte stem. Een stem die hij uit duizenden zou herkennen.
“Kaya! Waar zit je?” Een diepe opluchting overviel hem. Kaya leefde nog. Hij had haar aan de lijn.
“Kan ik niet zeggen,” fluisterde ze. “Ik moet gauw ophangen. Ik leef nog. Zeg mam dat ik van haar hou. Dit is mijn keuze. Dit is mijn leven.” Even werd het stil.
“Blijf er uit,” snikte ze toen. “Ik heb het verpest, maar jullie mogen niet in gevaar komen.” Een toon klonk en daarna was het stil. Kaya had opgehangen. Pasqual zat verbaasd naar zijn mobiel te kijken. Een traan rolde langs zijn wang en hij nam de moeite niet om hem weg te vegen. Kaya offerde zichzelf op voor hun. Zorgde ervoor dat zijn moeder, Chloë, zijn vader en hij geen gevaar liepen.
”Chloë,” fluisterde hij. “Waar ben je?”
Een sleutel werd in het slot gestoken en omgedraaid. De voordeur ging piepend open en Pasqual keek verward op. Een wilde bos blonde haren was het eerste wat hij zag. Hij stond op en rende naar haar toe. Hij omhelsde haar, drukte haar stevig tegen zich aan en gaf haar de kans niet om iets te zeggen. Zijn lippen vonden de hare en hij kuste haar vurig.
”Godverdomme Chloë,” zei hij zachtjes. “Ik hou van je. Er is niets zo belangrijk als dat, oké?” Haar grijze ogen boorde zich in de zijne.
“Ik wil dat je me loslaat,” zei ze met een vreemde, misvormde stem. Hij liet haar verbijsterd los. “Ik kom enkel wat spullen halen, Pasqual. Chloë wil niet komen.” Zijn mond viel open. Was Chloë’s tweelingzus hier? Had hij háár gezoend?
“Alsjeblieft,” smeekte hij. “Alsjeblieft, laat haar naar me komen. Ik smeek het je. Ik moet met haar praten.” Even zag hij hoe haar blik verzachtte, maar direct werden haar ogen weer afstandelijk.
“Het spijt me, Pasqual. Je hebt je kans gehad.” Ze liep naar boven toe en liet een verbaasde Pasqual achter zich. Hij plofte weer neer op de bank want hij had absoluut geen zin om Chloë’s zus te gaan helpen. Plots stond ze weer achter hem.
“Je weet waar het is,” zei hij. “Pak haar spullen nou maar.”
“Als je zo graag wilt dat ik weg ga…” Chloë’s stem klonk achter hem. Zacht en breekbaar.
“Shit, Chloë!” Hij sprong overeind en stond wat onwennig tegenover haar. Ze hield haar mobieltje in haar hand.
“Ik heb ze allemaal geluisterd,” bekende ze. “Maar na je laatste wou ik toch wel naar binnen.” Haar ogen gleden over zijn lichaam, bekeken de conditie waarin hij was. Zijn armen trilden, met moeite kon hij zichzelf bedwingen om ze niet om haar heen te slaan.
“Ga je echt weg?” vroeg hij. Chloë sloeg haar ogen neer. Antwoord op zijn vraag.
“Na alles wat we hebben meegemaakt… Na een vergissing. Na een stomme vergissing. Gesproken omdat ik in paniek was vanwege mijn zus. Je weet toch dat ik van je hou, Chloë? Je weet toch dat er niemand op deze wereld is zoals jij? Je weet toch…” Pasqual twijfelde even. “Dat we bij elkaar horen?” Een traan rolde uit Chloë’s ooghoek naar beneden en haar gezichtje was zo triest. Hij deed een stap naar haar toe, strekte zijn arm uit. Het was nu aan haar, nam ze zijn arm aan of niet?
Ze nam hem aan. Ze pakte zijn hand en hij trok haar naar zich toe. Zijn armen sloeg hij om haar lichaam en zijn lippen vonden haar hals. Hij rook haar geur en voelde zich gelijk een stuk rustiger.
“Blijf,” fluisterde hij. “Blijf alsjeblieft.” Chloë keek hem aan met die grijze kijkers van haar en bleef in zijn donkerbruine blik hangen. “Ik kan niet zonder je… Het is alsof er iemand constant met een mes in mijn hart zit te steken.” Zijn onverzorgde uiterlijk en baard van drie dagen moesten de reden zijn geweest dat ze ‘ja’ had gezegd. Chloë’s zus kwam beneden en zag ze zo staan.
“Chloë, wat ga je doen? Ga je met mij mee of blijf je hier?” Pasqual meende een spoortje van jaloezie te bespeuren, maar Chloë lette er niet op.
“Sorry zus,” zei ze. “Maar ik moet wel hier blijven. Jij weet ook wel waarom.” De zus in kwestie wierp een minachtende blik op Pasqual.
“Na al die verhalen die ik gehoord heb, Pasqual, kan ik niet geloven dat ze nu nog blijft. Je moet zeker héél goed in bed zijn.” Pasquals spieren spanden zich aan. In zijn ogen begonnen vlammetjes te dansen. Ze speelde een gevaarlijk spel met hem, en hij was best bereid om mee te doen.
“Ga,” brieste hij kwaad. “Ga en kom pas terug als je iets fatsoenlijks weet te zeggen.” Pasqual trilde en moest zichzelf inhouden om haar niet een klap in haar gezicht te verkopen.
“Ondanks dat ze zoveel op je lijkt, is ze onuitstaanbaar. Sorry, Chloë.” Chloë had hem losgelaten en was op de bank gaan zitten. Daar maakte ze zichzelf klein en haar ogen volgden hem. Elke beweging werd geregistreerd.
“Chloë?” Ze knipperde even, maar bleef zwijgen. Pasqual liet een diepe zucht horen. Hij wreef met zijn handen in zijn gezicht en plofte toen naast haar neer.
“Wat wil je dat ik doe?” vroeg hij. “Hoe kan ik het goed met je maken?” Chloë keek even van zijn gezicht weg. “Ik kan het niet goedmaken, is dat het?” Hij zag dat ze op haar lip beet.
“Praat, alsjeblieft,” smeekte hij. “Praat tegen me en zeg me wat ik moet doen. Ik heb namelijk geen idee.” Ze bleef zwijgen. Pasqual stond op van de bank en haalde zijn schouders verslagen op.
“Ik weet niet waarom je hier bent, Chloë. Ik weet niet wat ik moet doen om het goed te maken. Maar het is net alsof je gewoon weigert meer te vertellen. Alsof ik het zelf maar moet uitzoeken. Het wordt er niet duidelijker op.” Hij zuchtte. “Ik geef het op.” Hij sjokte naar boven toe, naar de gezamelijke slaapkamer van Chloë en hem en hij liet zichzelf op het bed vallen, zijn gezicht in zijn kussen. De lichte geluiden van Chloë die de trap opliep en die de kamer inkwam, ontgingen hem. Maar de zachte, warme hand in zijn hals ontging hem niet. Rillingen liepen over zijn rug bij deze simpele aanraking. Hij bewoog niet, bleef liggen. Gewicht werd verplaatst en hij voelde hoe Chloë bij hem kwam zitten, hoe ze met haar hand onder zijn t-shirt ging. Ze streelde zijn blote rug met haar vingers en kippenvel trok over zijn lichaam. Waarom praatte ze niet? Wat verzweeg ze voor hem?
Hij kwam overeind en keek naar Chloë. De vraag brandde op zijn lip, maar haar ogen drongen zich in de zijne. Ze drukte hem achterover toen ze hem zoende, vurig, vol passie. Haar handen zaten overal. Hij wist niet waar hij zijn handen moest laten. Hun lichamen verstrengeld, maar het voelde niet goed. Toen ze meer wou dan enkel zoenen, duwde hij haar lichtjes van zich af. Het was geen afwijzing. Althans, zo bedoelde hij het niet.
Chloë knipperde met haar ogen, keek hem verwijtend aan en trok toen haar kleding recht.
”Dan niet,” snauwde ze. Pasqual trok een wenkbrauw op en pakte haar pols vast toen ze weg wou lopen.
“Goedmaakseks?” Hij moest moeite doen om niet in lachen uit te barsten. Chloë wist het, ze kon hem langer dan vandaag. Een rode kleur trok omhoog naar haar wangen.
”Niet goed?” vroeg ze. Hij glimlachte.
“Nee, Chloë. Wij praten. Wij zijn niet zo’n stelletje die het bed induiken en daarna is alles goed. Waarom wil je niet met mij praten?” Chloë sloeg haar ogen verlegen neer.
“Vanwege je zus, is het niet?” Zijn hand gleed in de hare en hij kneep er zachtjes in. “Sorry Clo, het spijt me… Ik heb het je lastig gemaakt. Ik had je niet weg mogen laten gaan.” Chloë knikte schuchter, maar toen hij zijn armen spreidde, dook ze er wel in weg.
“Ik had me niet zo mogen laten gaan,” bekende ze uiteindelijk zachtjes. “Maar ik wist me er ook geen raad mee. Met de situatie… Met alles… Alsof wij ineens niet meer belangrijk waren.” Pasqual gnuifde.
“’Wij’ niet meer belangrijk? Dat ik dingen beroerd zeg, wil niet gelijk betekenen dat het zo is. ‘Wij’ zijn het belangrijkste wat ik heb, Chloë. Ik heb je nodig nu. Ik… kan mezelf niet meer redden. Ik weet niet meer wat onder of boven is.” Chloë drukte een kus op zijn lippen en glimlachte toen trillerig.
“Ik wist het ook niet,” fluisterde ze. “Elke keer dat je me belde, wou ik opnemen, maar ze hield me tegen. Niet omdat ze niet van me houd, maar juist omdat ze van me houd. Ze denkt dat dat het beste voor me was. Maar alleen jij bent het beste voor me.” Pasqual bloosde en glimlachte toen.
“Wij horen gewoon bij elkaar,” zei hij.
“Wij horen bij elkaar,” stemde Chloë in. “Whatever happens.”
“Whatever happens.”
“En dus…” De politieman zat ongeduldig naar Chloë te kijken en legde meer druk op haar dan nodig was. Pasqual zag dat ze zich ongemakkelijk begon te voelen dus nam hij het woord gauw over.
“Meer dan dit kan ze u niet vertellen, meneer,” zei hij. “Meer weet ze niet.” Chloë schonk hem een dankbare blik en hij glimlachte terug.
“Prima. Ik zal kijken wat ik kan doen.” Hij zag er niet echt uit alsof hij zou kijken wat hij kon doen. Pasqual liet een zucht horen.
“Bedankt voor uw tijd en tot ziens.” Hij stond op, stak zijn hand uit naar Chloë en hielp haar overeind. Ook zij liet een zucht horen. Pasqual kneep zachtjes in haar hand en toen de agent weg was, fluisterde hij zachtjes;
”Je hebt het goed gedaan, hoor.” Ze glimlachte dankbaar naar hem want ze had zich dodelijk ongerust gemaakt. Misschien had ze te weinig verteld en kon de politie er helemaal niets mee, of misschien…
“Pasqual?” Ze stond stil, streek met haar hand over zijn wang. Ook Pasqual stond nu stil.
“Ja?” Chloë beet even op haar lip en kuste hem toen. “Ik hou van je.” Een glimlach kwam op zijn gezicht en Pasqual legde zijn handen om haar gezicht en hield het teder vast.
“En ik ook van jou. Meer dan van wie dan ook op de wereld, lieve Chloë.” Zijn lippen kwamen op de hare terecht. Alles wat tot nu toe in zijn gedachten was rondgegaan, verdween als sneeuw voor de zon. Niets leek meer belangrijk, behalve haar lippen. De zoetige smaak die ze had. De zachtheid, de tederheid. Een aangename rilling trok langs zijn rug en hij had zichzelf niet meer in de hand. Iets wat was begonnen als klein, liefdevol kusje, belandde in een passionele en hartstochtelijke zoenpartij.
Achter hun werd gekucht en Chloë ging iets van hem af staan. Ze was er net zo in opgegaan als hij. Haar wangen waren rood en haar ogen schitterden. Ze giechelde en Pasqual grinnikte vrolijk mee. Hij pakte haar hand vast, keek even naar de agent die gekucht had en samen met Chloë rende hij lachend weg. Toen ze buiten adem buiten het politiebureau stonden, keken ze elkaar stralend aan. Hun ruzie vergeten, hun lichamen jong en levendig, hun harten die vol van elkaar zaten.
“Ik hou van je,” zei Chloë weer. Pasqual knipoogde en legde zijn armen rond haar middel.
“Raad eens?” zei hij. “Ik van jou.” Hij gaf haar een korte kus en streek langs haar wang. Chloë keek even achterom en giechelde. Ze ging op haar tenen staan en sloeg haar armen om zijn nek heen. Hij tilde haar op en haar benen belandden om zijn middel.
“Pfoef,” lachte hij.
“Ben ik zwaar?” vroeg Chloë ongerust.
”Nee, natuurlijk niet!” lachte Pasqual. “Jij bent absoluut niet te zwaar.” Chloë leek opgelucht adem te halen.
“Weet je wat?” fluisterde hij. “Klim op mijn rug, dan til ik je.” Chloë liet los, ging achter hem staan en legde haar handen op zijn schouder.
“Een, twee, drie!” Chloë sprong, Pasqual ving haar benen op en hield haar vast. Spontaan kreeg Chloë een lachbui en ook Pasqual stond te stralen.
“Hihihi, ik zie Tokio,” giechelde Chloë. Ze gaf hem zachtjes een schopje. “Hortsik, paard!” Ze kuste hem in zijn hals en vleide haar hoofd toen tegen zijn schouder. “Hier kan ik wel eeuwig blijven zitten,” verzuchtte ze.
“Vind ik niet erg,” fluisterde Pasqual hees. Hij was er nog steeds gevoelig voor als ze hem in zijn hals kuste en hij had niet echt vermoedens dat het ooit anders ging zijn. Hij begon te lopen. Waarheen? Misschien het park. Hij had nog geen zin om terug te gaan naar het appartement. Het appartement deed hem denken aan Kaya. Aan de wanhopige paar dagen dat Chloë er niet was. Hier buiten leken alle problemen even niet te bestaan. Dat was uiteraard onzin, maar iets anders kon hij niet verzinnen. Ze konden niets anders doen dan wachten. Dat eeuwige wachten.
“Het park?” Chloë klonk ongelovig, verbaasd. “We gaan naar het park?” Hij voelde de vraag zitten, maar vroeg er niet naar. Zolang ze hem niet stelde, was het niet belangrijk genoeg.
“Ja, het park,” antwoordde hij dus maar. Hij liet Chloë van zijn rug glijden en ging in het gras zitten. Gras wat nog nat was van het ochtenddauw. Zo laat was het niet.
Chloë keek even om zich heen, glimlachte toen en trok haar t-shirt uit. Een hemdje verscheen eronder en Pasqual werd afgeleid.
“Kan je het zien?” vroeg ze plagend en ze stak haar tong uit.
“Niet goed genoeg,” plaagde hij haar terug en hij krabbelde overeind. Hij dook bovenop haar en samen vielen ze in het gras.
“Pasqual!” klaagde ze met een schitter in haar ogen. Hij grinnikte en drukte een kus op haar lippen.
“Miepkees.” Zijn handen lagen op haar schouders en haar handen lagen op zijn rug. Hij boven, zij onder. Chloë beet op haar lip en begon zichzelf toen los te wurmen. Ze wrong zichzelf in allerlei hoeken en bochten en toen ze los was, keek ze Pasqual tevreden aan, haast alsof ze wou zeggen; Zie je nou wel? Ik ben ook sterk! Ze stond op en ging met haar handen in haar heupen tegenover hem staan. De opmerking die op haar lippen lag, versteende. Chloë keek alsof ze de dood zag.
“Kaya?” De naam ontglipte haar lippen toen ze het meisje tegenover hun zag. Korte haren, donkerbruin van kleur. Een mooi paar donkerbruine ogen, die altijd levenslust uitstraalden, maar nu niet. Een blauwe kring rond een van haar ogen. Een bebloede lip.
Pasqual ging overeind staan en keek verbijsterd naar zijn zusje. Ze had niet gereageerd op Chloë. Na even aarzelen liep hij naar haar toe en sloeg zijn armen om haar heen. Ze kroop erin weg en begon te huilen. Chloë stond wat onwennig om zich heen te kijken, niet zeker van wat ze nou precies moest doen.
“Kaya,” fluisterde Pasqual. “Wat is er gebeurd?” Zijn zus gaf geen antwoord, maar keek hem enkel met betraande ogen aan. “Je haar… Waarom is het zo kort? Je oog, het is blauw… Wie heeft je dit aangedaan? Zeg wat, Kaya. Diegene zal niet lang meer leven.” Een grimmige trek kwam op zijn gezicht en Chloë wist dat hij zijn belofte waar zou maken. Hij zou inderdaad achter diegene aangaan en dingen doen… Ze rilde want ze wist waartoe Pasqual in staat was. Pasqual ving haar blik maar hij kalmeerde niet om haar gerust te stellen. Hij was er nu voor Kaya en dat besefte ze dan ook.
Eindelijk begon Kaya te praten.
“Ik mag hier niet zijn, Pasqual. Ik ben hier niet. Ik ben dood.” Ontoereikende dingen, dingen die hem niets zeiden. Kaya’s ogen vertelden hem een verhaal, maar hij begreep het niet. Hij wou ernaar vragen, maar iets hield hem tegen. Wou hij het wel weten? Wou hij wel weten wat er met zijn zusje gebeurd was?
“Hier ben je veilig,” fluisterde hij. Kaya schudde haar hoofd.
“Nee Pasqual, hier ben ik niet veilig,” kermde ze. “Nergens ben ik veilig. Hij is overal.”
“Kom met mij mee, kom bij mij thuis. Je mag niet meer weg, begrijp je?” Chloë keek even op toen Pasqual dat zei. Onbewust stak het haar dat hij tegen Kaya zei dat ze mee moest komen naar hun huis. Het was hun veilige haven. Chloë zuchtte lichtjes en keek toen weg, het was niet bepaald de juiste tijd om zich hierover druk te maken, besloot ze.
“Ik ga niet mee. Ik ga weer weg. Ik wil niet dat jullie iets overkomt.” Ze trok zichzelf los uit Pasquals greep en liet een kreetje horen. Chloë draaide zich om en haar mond opende zich om een gil uit te slaken. Een man, dezelfde man die Chloë ooit aangerand had, stond voor hun met een geweer.
“Ah,” zei deze. “Ahaha. Jochie toch. Wat super om jou hier te treffen.” Pasqual kreeg een verbeten trek om zijn lippen. Hij strekte zijn arm uit naar Kaya en schoof haar achter zich. Chloë was te ver weg en dat besefte hij. De man tegenover hem ook. Hij richtte dan ook op Chloë. Een geschokte uitdrukking kwam op Pasquals gezicht te liggen.
”Nee,” fluisterde hij.
“Ja,” zei de man. “Kaya gaat met mij mee, hoe dan ook. En, lieve Pasqual, ik neem jouw duifje ook met me mee.” Een traan rolde langs Chloë’s wang maar ze hield haar kin dapper in de lucht.
“Ik zal niet tegenstribbelen,” beloofde ze. “Maar dan moet je beloven dat je van Pasqual afblijft.” Ze ving Pasquals blik en probeerde hem gerust te stellen. Hij schudde zijn hoofd, een pijn trok door zijn hart toen hij zag dat ze naar de man toeliep. Hij zag dat Chloë op haar lip beet, iets wat ze altijd deed als ze niet compleet wou instorten. Kaya was achter hem vandaan geschuifeld en liep ook richting de man.
“Richard van Assen,” zei ze als groet. De man verkocht haar een schop, ze had zijn echte naam verraadden. Moedig als ze was, trots als ze was, keek ze hem met een minachtende blik aan. Richard greep haar pols vast en hield zijn geweer gericht op Chloë’s hoofd.
“Hup, mee jullie twee,” grauwde hij en hij keerde zich om. De meiden volgde hem en Pasqual zag dat Chloë een flinke klap kreeg toen ze nog een keer naar Pasqual keek.
“Nee,” snikte Pasqual. “Nee!” Hij zonk op zijn knieën in het gras. De plek waar nog geen tien minuten geleden Chloë en hij nog hadden genoten van elkaars aanwezigheid.
“Jongen toch…” Het gezicht van zijn moeder hing boven hem en ze streek wat haar uit zijn gezicht weg. “Jongen toch…” Haar gezicht zag er beroerd uit, net zo beroerd als hij zich voelde. Wanhoop straalde van hem af, niet alleen van hem, ook zijn moeder straalde het uit. De uitzichtloze situatie, de angst voor wat er gebeurde, de angst voor wat er komen ging.
“Chloë,” jammerde hij. Hij voelde zich niet eens schuldig omdat hij eerst háár naam zei. Het was niet anders. Chloë had een hele andere lading dan Kaya. Ja, hij hield ook van zijn zus, maar dat was op een totaal andere manier. En nu? Nu was hij allebei kwijt.
“Chloë…” Hij krulde zichzelf op, trok zichzelf bij elkaar en hoopte dat hij gewoon dood kon zijn. Een leven zonder haar was ondragelijk. En een leven zonder haar én zijn zusje was onmogelijk. Dat kon niet.
“Wat kunnen we doen?” vroeg zijn moeder met een onvaste stem aan iemand anders. Wie was het?
“Ik weet het niet,” zei een maar al te bekende stem. Zijn vader was hier!
“Pap?” Pasqual keek even op vanuit zijn positie en zag het statige figuur van zijn vader.
“Jochie… Wat een heibel, wat een heibel.” Zijn vader ging op de rand van Pasquals bed zitten en legde zijn hand op zijn schouder.
“Dit moet voor jou extra zwaar zijn,” zei hij. “Eerst je zusje, nu je vriendin. Maar ik ben er voor je, hoor!” Pasqual knikte. Het zou geen verschil maken… De meiden zouden er niet door terugkeren.
Een mobiel rinkelde en Pasqual herkende de tonen van zijn eigen mobiel. Wat hij hoorde leek hem vrij onlogisch. Het was namelijk de melodie die hij had ingesteld voor Chloë. Zijn moeder pakte zijn mobiel op en gaf hem gauw aan Pasqual. Pasqual klapte zijn mobiel open en een hoopvolle blik kwam op zijn gezicht toen hij haar naam uitsprak.
“Chloë?” Even bleef het stil aan de lijn.
“Pasqual…” Chloë’s stem klonk triest, haast doods, aan de andere kant van de lijn.
“Clo! Hoe is het met je, waar zit je? Ik kom je halen, schat!” Hij leefde op, er kwam weer wat energie op zijn gezicht.
“Ik mag niets loslaten over mijn verblijfplaats, Pasqual,” antwoordde ze zachtjes. “Maar het gaat goed met me. Ik doe braaf wat me gezegd word dus ik hoef niet gestraft te worden. Kaya daarintegen is een ander verhaal… Haar mooie bos haren hebben ze gescheerd, ze zit onder de blauwe plekken en ze praat nauwelijks meer. Enkel doordat ik me zo goed heb gedragen, mocht ik je even bellen. Maak je alsjeblieft geen zorgen, Pasqual. Zolang ik me goed gedraag, is het tamelijk leefbaar. Niet ideaal, maar-“ Pasqual onderbrak haar.
“Wat moet je doen, Chloë? Wat doe je om geld te verdienen?” Hij hoorde gemurmel aan de andere kant. Er moest iemand naast Chloë staan, anders kon die stem niet zo duidelijk klinken.
“Ik… ga met anderen naar bed, Pasqual.” Tranen sprongen in zijn ogen en een dierlijk gegrom steeg op uit zijn keel.
“WAAR ZIT JE?” schreeuwde hij toen. Chloë hing op en Pasqual bleef verslagen met zijn mobieltje in zijn hand zitten.
“Wat is er gezegd, jochie?” Zijn vader keek hem ernstig aan terwijl hij de vaste telefoon in zijn handen had.
“Ze… moet naar bed met anderen. Voor de kost.” Pasqual staarde leeg voor zich uit.
“Shit, dat is niet goed.” Zijn moeder streek over Pasquals hoofd. “Geen zorgen, jongen, we krijgen ze daar wel uit.” Pasqual keek naar haar gezicht en schudde zijn hoofd. Besefte zij soms niet dat Kaya precies hetzelfde lot onderging? Dat Kaya zelfs al langer in die cultuur zat?
“Gelukkig waren ze zo stom om Chloë te laten bellen met haar mobiel,” zei zijn vader grimmig. “Die kunnen ze traceren. En wil het toeval dat ze daar nou net mee bezig zijn. Kom je bed uit, we gaan je vriendin en je zusje bevrijden.”
Pasqual legde zijn hoofd tegen het raam van de auto aan en staarde voor zich uit. Ze hadden inderdaad de signalen van Chloë’s mobiel weten te traceren en daar gingen ze nu dan ook naartoe. Een van de mannen die in de burgerauto zat, was een jonge acteur en die zouden ze daar naar binnen sturen. Het was te risicovol om ook Pasqual naar binnen te laten gaan. Behalve dat ze hem daar herkenden, liep hij te veel gevaar.
De jongen kneep Pasqual even in zijn knie en schonk hem een bemoedigende glimlach, maar Pasqual zuchtte triest. Dit had geen kans van slagen.
“Pasqual?” Hij keek even op. “Ik weet wat je denkt, jongen. Ik ben nog jong, onervaren, dat soort dingen. Ik zal direct door de mand vallen, denk je.” Pasqual bloosde en sloeg zijn ogen neer. Ja, dat was precies wat hij dacht. Dat door de onkundigheid van de jonge agent, Chloë meer gevaar liep dan daadwerkelijk nodig was.
“Maar jongen… Dat is niet zo,” besloot de agent te zeggen. “Dit is niet mijn eerste keer dat ik een meisje uit de handen van een hoerenhuis red. Om heel eerlijk te zijn, dit is al de zoveelste keer. Ik heb ze niet geteld, maar ik weet wel dat mijn reddingspercentage rond de 80% ligt. En ik weet zeker dat ik Chloë ook kan bevrijden.” Hij moest de vraag hebben gezien in Pasquals ogen.
“Kaya is een ander verhaal, ben ik bang. Na wat je me verteld hebt, verzet Kaya zich, dus zal zij andere dingen moeten doen. De vaste klanten, waarschijnlijk. Omdat Chloë zich goed gedraagt, heeft zij enige keus in wie of wat ze bedient. Heb jij toevallig iets herkenbaars, wat je altijd bij je hebt?” Pasqual haalde zijn schouders op en dacht na.
“Misschien dit,” besloot hij. Hij haalde de verlovingsring van zijn vinger en gaf hem aan de agent. “Zorg alsjeblieft dat hij zichtbaar is, dan weet ze dat je goed bent.” De agent knikte en schonk hem een glimlach.
“Ik zal mijn best voor je doen, jongen. En voor haar, natuurlijk.”
De rest van de reis verliep in stilte, Pasqual had namelijk geen behoefte meer aan praten. Hij wou Chloë terug, dat was alles. Toen ze in de buurt kwamen van hun bestemming, stopte de auto. De jonge agent stapte uit en iedereen wenste hem succes. De man liep naar het hoerenhuis toe en verdween in de schaduwen. Een traan rolde doelloos langs Pasquals wang. Het had geen zin. Chloë kon toch niet gered worden. Ze was in de handen van deze freak en wat er ook gebeurde, hij zou haar niet laten gaan. Hij sloot zijn ogen en kneep zijn handen samen. Hij wist niet wat er gebeurde in Chloë’s kamer en hij had zo zijn vermoedens dat hij het niet wou weten ook.
“Pasqual!” Een stem deed hem opkijken en hij staarde in het vrolijke gezichtje van Chloë. Ze glimlachte naar hem, hield haar armen gestrekt, zag eruit als een engeltje. Ze toverde als vanzelfsprekend een glimlach op zijn gezicht en bevreemd liep hij naar haar toe.
“Chloë? Wat doe jij hier?” vroeg hij aan haar, terwijl hij haar dicht tegen zich aantrok en haar geur opsnoof. “Je wordt nu gered door die agent, Darren.” Chloë grijnsde geheimzinnig.
“Oh dommie, je weet toch dat ik prima zelf los kan komen?” Ze drukte haar lippen op de zijne. “Je moet je gewoon geen zorgen om me maken, lieverd. Ik hou van je, je bent zo moedig.” Ze kuste hem weer, maar dit maal op zijn wang. Pasqual keek haar strak aan.
“Hoe kan ik me geen zorgen om je maken?” fluisterde hij gebroken. “Je bent door andere mannen genomen, mishandelt, ze hebben je pijn gedaan. Ze hebben je aangetast tot in het binnenste van je ziel. Daar kan je niet mee omgaan, Chloë.” Hij hield haar hoofd vast tussen zijn handen en Chloë sloeg haar ogen neer.
“Ik deed het voor jou,” fluisterde ze. “Allemaal voor jou. Ik dacht aan jou, dat ik jou hierdoor in leven liet. En daardoor ging het. Alleen daardoor.” Pasqual snikte, drukte haar tegen zich aan.
“Ik wil niet in leven zijn als jij daarvoor ongelukkig moet zijn,” fluisterde hij gepijnigd. “Ik hou van je, Chloë.” Chloë begon te bewegen in zijn armen en ze maakte zichzelf los.
“Wat-“ probeerde hij.
“Ik ga weer, Pasqual,” zei ze. “Ik ben hier alleen maar om te zeggen dat ik niet meer leef.”
En op dat moment klonk er een gigantische knal die Pasqual uit zijn slaap haalde.
“CHLOË!” gilde hij, terwijl hij met een schok overeind kwam. De agenten hadden de auto al verlaten en nu zat hij hier in zijn eentje, in een donkere auto, zonder enig idee te hebben van wat er van hem verlangd werd. Hij wist niet wat hij moest doen, dus klikte hij zijn riem maar los en kwam de auto uit. Hij zocht de schaduwen op, zorgde ervoor dat hij niet zichtbaar was voor anderen. Hij volgde het opgewonden geluid van de agenten, die allesbehalve zachtjes deden. De deur van het hoerenhuis werd opengetrapt en de mannen stormden naar binnen. Pasqual drukte zichzelf plat tegen de muur toen hij zag dat er nog een korps agenten naar binnen stoven. Nadat zij naar binnen waren gegaan, ging hij ook. Toch zorgde hij ervoor dat hij op een afstandje bleef, het tumult angstvallig vermijdend. Een hoop kabaal klonk en hij schoot de eerste de beste kamer in die niet op slot was.
“Wie ben jij?” hoorde hij een meisje zeggen en hij keek haar even verbijsterd aan. Hij gaf geen antwoord en bleef stokstijf stil staan. Toen richtte hij zijn blik weer op haar.
“Ik ben hier nooit geweest, oké?” zei hij. Het meisje hield haar hoofd schuin.
“Ik ken jou ergens van,” besloot ze te zeggen. “Maar da’s onzin. Jij kan hem niet zijn.” Pasqual haalde zijn schouders op, hij had geen tijd voor raadspelletjes.
“Ik moet hier schuilen. Eventjes maar en dan ben ik weer weg. Tenzij je met me mee wilt gaan, weg van hier. Ik heb contacten, ze brengen je in veiligheid.” Het meisje fronste met haar wenkbrauwen en lachte toen, een lach vol bitterheid.
“Natuurlijk joh, wat jij wilt. Dat zei Richard ook. ‘Ik breng je in veiligheid.’ En kijk waar ik nu in terecht ben gekomen. Maar best, veel erger dan dit kan het niet worden. Daarbij, ik herken je én ik heb geen slecht gevoel bij je. Niet dat dat veel zegt want bij Richard had ik ook geen slecht gevoel.” Ze liet zich overeind helpen door Pasqual en hield zijn hand stevig vast. Toen ze zijn donkerbruine ogen goed zag, ontsnapte er lucht uit haar mond.
“Jij bent Pasqual!” zei ze. “Dé Pasqual, waar Chloë het altijd over heeft!” Tranen begonnen uit haar ogen te komen en ze sloeg haar armen stevig om zijn middel. Ze bleek veel jonger te zijn dan Pasqual in eerst instantie had gedacht. Pasqual knikte bevestigend, maar werd afgeleid door geluid van buiten de kamer.
“Ik wil zo meer van je horen, maar nu moet je écht met me mee!” zei hij op dwingende toon. Het meisje liet hem los en knikte, maar hij zag dat ze niet helemaal lekker was. “Je ziet er niet echt… stevig uit. Moet ik je tillen?” Het meisje schonk hem een dankbare blik.
“Alsjeblieft,” zei ze zachtjes. Hij telde af, liet haar op zijn rug springen en ging voor de deur staan. Hij hield zijn hand op de klink, deed hem naar beneden, zette zichzelf schrap en sprintte de kamer uit. Zonder om te kijken rende hij het gebouw uit terwijl er tranen over zijn wangen rolden. Hij kon Chloë niet redden, hij wist niet eens waar ze was! Het meisje op zijn rug woog nauwelijks wat en hij begon zich af te vragen of ze nog wel wakker was, want ze zei niets meer. Toen hij het gebouw uit was en de burgerauto had bereikt, liet hij haar van zijn rug glijden. De auto stond er precies zo bij als hij hem achtergelaten had. Hij deed de deur open en gebaarde het meisje dat ze op de achterbank moest gaan zitten. Ze schoof door naar het midden en klopte naast zich. Pasqual ging naast haar zitten en keek haar nieuwsgierig aan. Toch stopte het ongeruste gevoel niet. Hij had iets over het hoofd gezien, dat kon niet anders. Maar hij wist niet wat.
“Wie ben je?” vroeg hij. Het meisje keek op en glimlachte naar hem.
“Ik ben Miranda,” zei ze zachtjes. “Ik ben 14 jaar oud en voordat ik Richard leerde kennen, had ik een hele goede band met mijn ouders.” Pasqual knikte en strekte zijn armen naar haar uit. Ze kroop erin weg en begon zachtjes te huilen, alsof ze alle paniek van de afgelopen tijd er nu liet uitkomen.
“Ik weet zeker dat jouw ouders dolblij zijn als ze je terughebben, Miranda,” zei hij. Ze schudde haar hoofd.
“Ik denk het niet,” mompelde ze. “Waarom zijn ze me dan niet komen zoeken?”
“Omdat ze niet weten waar je bent. Wij wisten Chloë pas te traceren nadat ze me had gebeld met haar mobieltje. Voor de rest hadden we geen idee.” Miranda greep zijn t-shirt vast toen er buiten geluid klonk.
“Het is goed, Miranda,” zei hij zachtjes. “Dat is Darren, een van de agenten.” Hij keek even naar buiten en zijn adem stokte in zijn keel.