Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

In de bos zijn er wilde dieren. [Only Booth]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Solance schoof voetje voor voetje verder over het pad, haar zicht reikte nog geen vijf meter voor zich uit. Ze kon echt nog net de contouren van haar voeten onderscheiden, maar voor de rest... Ja, waarom had ze dan ook besloten om in het holst van de nacht op pad te gaan? Was het echt nodig geweest? Dat antwoord was een volmondige 'ja'. Het was nodig geweest om weg te gaan bij haar thuis. Haar ouders waren zachtjes gezegd 'pissed off' geweest nadat ze een nacht bij Riot had geslapen en vervolgens met de mededeling was gekomen dat ze bij hem in wou trekken. Dat had ze geweten. Ze werd direct naar haar kamer gestuurd en had huisarrest. Haar ouders waren echt extreem boos.
Solance was het daar niet mee eens geweest en toen ze zeker wist dat haar ouders sliepen, had ze een briefje geschreven (nouja, briefje, het was eerder een grote brief geworden) waarin ze uitlegde dat ze bij Riot ging wonen en dat ze er nu vandoor was. Ze zou wel weer van zich laten horen en ze zou Riot wel een keer naar hun meenemen, maar ze mochten niet meer over haar beslissen wat ze deed en waar ze woonden. Het speet Solance, schreef ze, en ze wou haar ouders geen pijn doen, en daarom ging ze gedeeltelijk ook bij Riot wonen. Maar voornamelijk omdat ze van hem hield. Er was niemand, echt niemand, in haar leven waar ze zoveel van hield als Riot. Dus moesten ze haar vergeven en Solance beloofde dat ze haar therapieën gewoon braaf zou volgen en regelmatig wat van zich liet horen, maar nu was ze weg.
Ze had de regenpijp genomen. Eerst had ze de nodige spullen in een tas geduwd, had die naar beneden gegooid (er zaten toch geen breekbare spullen in) en liet zichzelf erachteraan glijden. Ze landde soepel op de bal van haar voet, deed de halsband van de weekendtas om haar nek en zeulde de tas met zich mee. Uiteindelijk was ze dus in het bos aangekomen.
Het enige wat scheelde was dat ze een slaapzak mee had. Een slaapzak omdat ze niet wist in wat voor een onbehoedde momenten je terecht kon komen. Het was ijskoud in het bos en Solance wist dat ze over vijf minuten echt zou stoppen met lopen.
Een tak die ze niet zag liggen maakte een einde aan die gedachte. Met een luide smak landde ze op de grond. Een kort jammertje, maar deze pijn was niets, echt niets vergeleken wat ze wel eens had gehad. En daarbij, de beurse plekken van de val van de waterval deden meer zeer.
Ze voelde even over haar gezicht of ze geen bloedende wonden had en was tevreden over het resultaat. Helemaal niets bloedde en sommige dingen voelden dan een beetje beurs aan, echt kapot was ze niet. Maar de vermoeidheid was nu echt toegeslagen. Ze haalde haar slaapzak uit haar weekendtas (gelukkig was het een groot ding, helaas daardoor en door de inhoud best wel zwaar) en trok haar schoenen uit. Die zette ze in de tas, ritste hem dicht en ze kroop in haar slaapzak. Het was zo'n mummieslaapzak met capuchon. Ze trok hem helemaal dicht en trok de touwtjes van de capuchon strak. Ze sloot haar ogen en voor ze het wist was het ochtend.

- Booth, is 't niet heel interessant om een mens in 't gezicht te snuffelen? ;P (Gewoon een random idee, je kan altijd anders besluiten xD Het leek me best wel coowl.) -

Booth

Booth

Hij snoof een keer diep in en schoot met zijn hoofd omhoog. Er waren te veel mensen, het werd hem te druk. Alle mensen wilde hem aaiden en zelfs een meisje probeerde een halster om zijn neus te duwen, wat haar natuurlijk fataal werd. Hij vloog vooruit recht over het meisje die op de grond viel. De mensen sprongen allemaal achteruit en Booth galoppeerde weg, weg van alle mensen hij moest even rust hebben. Toen hij in het bos aan kwam verlaagde hij zijn tempo naar stap wat al snel sjokken werd. Zijn hoeven slofte over de vloer, hij had niet veel fut om ze op te tillen. Eigenlijk moest hij gewoon ergens gaan liggen, maar dat wilde hij niet toegeven. Hij was een doorzetter die niet kon stoppen. Hij liet zijn hoofd wat naar beneden zakken en zijn oogleden werden zwaar. Voordat hij het wist zakte hij door zijn benen en lag hij op de grond. Fut om op te staan had hij niet dus probeerde hij maar wat te slapen. Niet lang duurde het of hij lag plat op de grond als een dood dier. Al snel werd het ochtend en begonnen de vogels te fluiten. Hij krabbelde op en schudde wat bladeren van zijn lijf. Hij smakte wat met zijn mond en keek om zich heen, hier in het bos was niet veel om te eten. Hij stapte aan en bleef met zijn neus aan de grond snuffelen om te kijken of er wat eetbaars lag. Het was nog erg vroeg en gelukkig waren er dan ook nog geen of weinig mensen. Maar toch zag hij in de verte iets liggen wat leek op een mens. Met zijn oren naar voren stapte hij er op af en stopte er pal naast. Hij zag hoe het lichaam zich omdraaide en haar ogen opende. Duidelijk had ze hem nog niet gezien. Voorzichtig liet hij zijn hoofd zakken en snuffelde een keer aan haar gezicht. Meteen sprong hij achteruit toen het meisje opkeek. Het duurde niet lang of hij zette weer een paar passen in haar richting en bekeek haar is goed. Had ze in het bos geslapen.?

-Een snuffel in gezicht komt voor elkaar Very Happy

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Een iets ging over haar gezicht. Het leek een beetje op wat Patrick altijd bij haar deed om haar wakker te maken, maar dit rook anders.
Haar ogen vlogen verbaasd open en ze keek naar een paard zijn hoofd. Ze fronste haar wenkbrauwen en op haar gezicht kwam een glimlach te liggen.
Het paard sprong achteruit toen hij door had dat ze naar hem keek, maar na enkele seconden kwam hij weer in haar richting gelopen. Het was een tamelijk wild paard, maar niet wild genoeg om bang te zijn voor mensen, bedacht Solance zich. Ze ging overeind zitten en keek nieuwsgierig naar het bruine paardje met de mooie witte bles. Het was een prachtpaardje om naar te kijken, dat zeker.
"Wat doe je hier, jongen?" vroeg ze toen hardop. Ze had gauw genoeg gezien dat ze te maken had met een hengst, en volgens haar ook nog een aardig jong exemplaar ook. "Hoor jij niet lekker warmpjes in je stal te staan?" Ze schoof zichzelf omhoog en maakte haar slaapzak los. De zon was al door aan het breken tussen de bladeren en ze wou vandaag nog bij Riot terecht komen. Ze rolde haar slaapzak op, trok haar sneakers aan en stond op. Ze had wonderbaarlijk genoeg nog een appel bij zich, die wou ze zelf niet.
"Hier, jongen, deze is voor jou," sprak ze rustig en loompjes. Ze hield haar hand naar voren en glimlachte lief naar hem. Het was een mooi dier, een vriendelijk paard, maar waarom was hij hier alleen? Hij leek op haar, eenzaam in deze drukke wereld. Ze wou het liefste neerhurken, maar ze wist dat ze dan niet meer overeind zou komen en de hele dag bij het dier zou zitten. Ze moest immers nog naar Riot.
"Ach... Jij kan niet wild zijn. Losgebroken eerder. Wil je soms niet meer leven in het leven dat je leefde?" Solance begreep hem en haar ogen schitterden. "Ik heb dat ook, jongen." Ze keek hem aan.
"Misschien is het gek, maar ik ga je een naam geven." Ze giechelde kort. "Wat dacht je van 'Booth'? Je doet me een beetje aan dat grappige aapje van Dora denken. Weet je wel? Boots? Ach, je hebt waarschijnlijk geen idee..." Ze grijnsde.
"Maakt niet uit. Het is leuk om tegen je te praten."

Booth

Booth

Iets liet hij zijn hoofd in haar richting zakken toen hij naast haar stond. Hij snoof een keer diep en en keek haar met een scheef hoofd aan. "Wat doe je hier, jongen?" Hij zette nog een stapje dichterbij en duwde zijn neus tegen haar schouder aan. Dat kon hij ook wel aan haar vragen, wie slaapt er nou hier in het bos? "Hoor jij niet lekker warmpjes in je stal te staan?" Weer deinsde hij achteruit en zijn oren vlogen naar achteren. In een stal, nerver nooit! Heet meisje stond op en begon al haar spullen te pakken, uit haar tas verscheen een appel die er erg smakelijke uit zag. Voorzichtig zette hij weer een paar stappen naar voren. "Hier, jongen, deze is voor jou," Zijn oren schoven langzaam naar voren en voorzichtig nam hij de appel van haar hand. Hij genoot van iedere hap die hij at, hij had al lang geen appel meer gezien. Binnen 'no time' had hij de appel achter zijn kiezen gewerkt. Hij keek het meisje aan om haar op een of andere manier te bedanken. "Ach... Jij kan niet wild zijn. Losgebroken eerder. Wil je soms niet meer leven in het leven dat je leefde?" Hij hief zijn hoofd een beetje scheef. Hij begreep niet helemaal wat ze bedoelde met losgebroken maar het zal vast wel waar zijn. "Ik heb dat ook, jongen." Hij kwam pal naast haar staan en duwde zijn neus tegen haar wang aan. "Misschien is het gek, maar ik ga je een naam geven." Zijn oren bewogen wat in haar richting en met grote ogen keek hij haar aan. Een naam, die had hij nog nooit een gehad. "Wat dacht je van 'Booth'? Je doet me een beetje aan dat grappige aapje van Dora denken. Weet je wel? Boots? Ach, je hebt waarschijnlijk geen idee..." Booth, ja dat was wel wat! hij brieste een keer en keek haar aan, zou ze mee gaan naar het meertje? Hij stapte van haar weg en keek een eind verder weer om, Hij maakte een gebaar dat ze moest meekomen en liep daarna weer verder. Hij wist niet of ze hem zou volgen maar dat hoopte hij van wel, hij had een ander gevoel bij haar dan bij alle andere 2-voeters.

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Het paardje reageerde leuk op alles wat ze zei. Ze grijnsde en zag dat hij toen weg liep. Dat wou ze niet! Nou ja, hij was gezellig en ze voelde zich minder eenzaam in het bos... Booth bleef stil staan en maakte een soort gebaar met zijn hoofd. Ze volgde hem nieuwsgierig, met haar tas over haar schouder. Zou hij dat bedoelen, dat ze met hem mee moest komen?
Met haar zachte tred liep ze als een ervaren sluipster het pad af, achter de hengst aan. Wat deed zo'n dier eigenlijk in het bos? Hij was niet bepaald mensenschuw en ze kende de paarden zo onderhand wel een beetje. De meeste dieren waren namelijk ontzettend schuchter en waren heel onrustig als ze geen mensen gewend waren, maar Booth leek ze wel gewend te zijn. Een wegloper dus. Maar wie was zij om hem dan terug te brengen? Ze wou natuurlijk wel dat hij veilig was.
Een beeld flitste door haar hoofd en een glimlach verscheen op haar lippen. Zij, op zijn rug, zonder zadel, zonder bit, in volle rengalop door het bos. Haar subtiele veranderingen in haar houding viel Booth op en ze waren een echt team. Het leek haar een leuk iets, maar ze kon zich niet voorstellen dat Booth daarmee akkoord zou gaan.
Na een tijdje achter Booth aan te zijn gewandeld, kwamen ze uit bij een meertje.
"Wat is dit, jongen?" vroeg ze nieuwsgierig. Ze zette haar tas op de grond neer, trok haar schoenen uit, haar sokken ook, en liep langzaam het water in, terwijl ze probeerde zo min mogelijk te spetteren.
"Kom je ook, jongen?" vroeg ze nieuwsgierig terwijl ze haar hand uit stak. Booth was echt prachtig, bedacht ze zich. Het was een relatief jonge hengst, zag ze aan zijn bouw. Toch waren zijn spieren gigantisch goed ontwikkeld en ze vroeg zich af wat zijn geschiedenis was. Had hij een opleiding genoten? Wist hij hoe hij iemand moest tillen? Niet dat ze het van plan was, maar ze dacht er wel over na. Misschien was hij tijdnes het proces wel weggelopen, omdat hij het niet aankon. Dat zou jammer zijn. Die hengst had, aldus Solance, vele capiciteiten.

Booth

Booth

Gelukkig volgde het meisje, waar hij erg blij mee was. Met grote vrolijke passen stapte hij tussen de bomen door tot ze uitkwamen waar hij heen wilde. Een grote open vlakte met enkel een groot meer erin, dat was zijn lievelings plek. Kort na dat hij stil ging staan kwam ook het meisje aan lopen. "Wat is dit, jongen?" vroeg ze. Wat dit was? Dit was een prachtig meer met een mooi uitzicht. Voordat hij zelf actie kon ondernemen begon het meisje al haar schoenen uit te doen en liep het water heel voorzichtig in. Waarom was ze zo voorzichtig het was maar water. "Kom je ook, jongen?" De woorden waren nog niet uit haar mond of hij draafde met grote passen het water in. Hij tilde zijn benen hoog op en dat zal het meisje ook wel gemerkt hebben. Spetters vlogen alle kanten op en grote kringen verschenen in het water. Toen hij wat verder in het water stil ging staan duwde hij zijn neus het water in en spatte wat in haar richting. Ze moest weer mee naar de overkant. Met zijn oren naar voren liep hij verder het water in. Het water steeg bij iedere stap die hij zette en stopte even toen het zowat bij zijn borst stond. Hij wierp een vluchtige blik achterom om te kijken wat het meisje deed, of ze mee ging, of moest hij haar nog gaan halen.

-Sorry voor de kortheid :$

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Ze proestte het uit toen Booth haar helemaal van top tot teen nat spetterde.
"Oh jongen," gierde ze, "was dat nou écht nodig?" Ze zag dat hij haar gebaarde dat ze verder moest komen, maar Solance was nou net even iets te zwak om te zwemmen.
"Ik kan niet, jochie," stamelde ze verlegen. "Ik moet nu niet zwemmen, dat is niet goed voor me. Ik ben ziek, jongen." Het was voor het eerst dat ze haar 'ziekte' uitsprak. "Ik ben zo ziek, en ik doe het mezelf aan. Ik eet niet meer, Booth. Ik eet wel, maar zo weinig. Veel te weinig. En dan wordt je lichaam boos. Die wil namelijk eten. En als je dat niet geeft aan je lichaam, dan krijg je ruzie met je lichaam. Dan gaat hij dienst weigeren, wil hij heel veel dingen niet meer voor je doen, ga je gekke dingen zien die er niet zijn. Je gaat trillen, je spieren bewegen niet zoals jij wilt dat ze bewegen. Het is heel vervelend, eigenlijk, maar ik kan niet meer stoppen. Vroeger was het wel oké. Ik bepaalde zelf of ik at of niet, maar nu kan ik niet meer eten zonder dat het pijn doet. Eten doet pijn, jochie." Een traan rolde langs haar wang naar beneden. "En nog erger, behalve dat ik niet eet, doe ik mezelf expres pijn. Hele lelijke wonden, alleen om bij mezelf te blijven. Want doe ik het niet, dan verlies ik mezelf in de wereld, in de gedachtes. Het is zo fijn, jongen. De pijn... Zo fijn. Het helpt me. Het helpt me echt, hoeveel zeer het ook doet. Maar dat is niet het ergste van alles, Booth. Ik doe mensen om me heen pijn met mijn gedrag." Haar tranen waren overgegaan in zacht gesnik. "Maar ik kan niet meer stoppen. Stop ik, dan verga ik. Dan verga ik in mezelf. Dan.. leef ik niet meer." Ze hield zichzelf stevig vast en huiverde even. Toen veegde ze haar tranen weg en keek weer naar Booth.
"Dus... Zwemmen zou niet echt een heel strak plan zijn, Boothie van me." Ze floot een deuntje en glimlachte naar het dier. "Maar misschien... misschien wil je me tillen?" Het was een gekke gedachte en ze kon zich niet voorstellen dat het dier er echt op in zou gaan, maar het zou wel leuk zijn, toch?

Booth

Booth

Toen hij omkeek zag hij dat ze niet kwam, ze bleef daar staan voor aan in het water. Hij draaide zich om en hield zijn hoofd wat scheef. Ze begon een lang verhaal te vertellen waar hij zelf weinig van snapte maar het klonk ernstig. Wel zag hij dat er wat tranen over haar wangen rolden, en tranen betekende meestal niet iets goeds. "Dus... Zwemmen zou niet echt een heel strak plan zijn, Boothie van me." Dat had hij dan nog wel begrepen, maar Dat was niet zo'n drama, hij kon haar toch halen. Met zijn neus de lucht in stapte hij vrolijk door het water heen, wat natuurlijk niet zo heel snel ging. Toen hij voor het meisje stond duwde hij voorzichtig zijn neus tegen haar wang en keek haar met zijn grote ogen aan. Hij wierp een blik langs de kant waar haar tas nog lag. Vlug draafde hij het water uit en pakte de tas tussen zijn tanden. Vrolijk zwaaide hij er wat mee op en neer toen hij vervolgens uit zijn mond viel. Meteen schoot hij op met zijn hoofd en keek het meisje aan die nog altijd in het water stond. Vlug pakte hij de tas weer op en liep het water weer in. Toen hij met zijn rug voor haar neus stond stopte hij en keek om. Hij wilde haar wel dragen, ze moest tenslotte mee naar de overkant, dat wilde hij gewoon. Nog nooit had hij zo'n klik gehad met een mens, nog nooit had hij iemand zo vertrouwd en nog nooit had hij iemand op zijn rug toegelaten. Maar voor haar was het anders, hij kon zelf ook niet begrijpen hoezo maar het was gewoon anders dan anders.

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Ze keek verbaasd toen Booth richting haar tas liep. Booth liep vrolijk, opgewekt en eigenlijk vrijwel automatisch fleurde haar dat op. Hij leek haar te helpen, want hij tilde haar tas op en wou het klaarblijkelijk naar haar toe brengen. Een glimlach sierde haar gezicht en haar tranen waren weggeveegd. Ongelofelijk, wat een paard. Enkel liet Booth haar tas op de grond vallen en hij keek er even zo sullig bij, dat Solance in lachen uitbarstte. Ze proestte het uit en sloeg vervolgens haar hand voor haar mond. Een zacht gegrinnik volgde nog. Booth kwam dichterbij en ze vreesde voor het lot van haar tas. Zo gauw als ze kon, griste ze het ding bij Booth vandaan en hing hem om haar schouder. "Je bent braaf, jochie," zei ze. "Maar paarden moet je niet met tassen vertrouwen." Toch was ze niet streng of bestraffend, hij deed namelijk echt zijn best voor haar. Een grijns bleef rond haar lippen liggen en toen ze begreep wat Booth suggereerde, bleef ze als versteend staan. Het was nog een jonge hengst, maar hij leek zeker te weten wat hij aan het doen was en wat Solance nu van hem ging verwachten.
"Als je het zeker weet..." stamelde ze. Ze legde haar handen zachtjes en aarzelend op de schoft van Booth, hupte iets uit het water en probeerde haar lichaamsgewicht op te vangen met haar armen, het ging beter dan verwacht.
Snel sloeg ze een been over de paardenrug en ze legde zichzelf plat neer zodat ze het beste over Booths rug verdeeld was. Haar armen sloeg ze om zijn stevige hals. De paardengeur die van hem vandaan kwam, was bedwelmend en voelde veilig aan. Zachtjes begon ze een viertonig deuntje te neuriën, steeds weer herhaalde ze dezelfde tonen. Het was een vrolijk wijsje, een herkenbaar wijsje. Misschien zou Booth het oppikken en kunnen zien als wijsje dat hij naar haar toe moest komen. Het was iets om serieus mee aan de slag te kunnen.
Een ding had Solance namelijk al besloten; Booth was geen paard die vrolijk werd in een stal. Daar was hij te wild voor en had hij een te eigen mening voor.

Booth

Booth

Voorzichtig liet het meisje een been over zijn rug glijden gevolgd door haar gehele lichaam. Haar armen legde ze om zijn nek heen en pakte hem stevig vast. Het was een goed gevoel, een fijn en warm gevoel. Voorzichtig zetten hij wat passen verder het water en probeerde zo min mogelijk rare sprongen te maken die hij normaal gezien wel zou maken. Toen ze ongeveer op de helft van het meer waren begon het meisje wat geluid te maken. Het leek op een wijsje wat verschillende vogels in het bos maakte maar dan anders. Verschillende keren herhaalde ze het deuntje, hij kon het voortaan wel dromen. Nu had hij wel een teken om haar te herkennen, te weten dat zei het was een geen ander. Toen ze de kant naderde maakte hij een laatste huppeltje zodat ze op het droge stonden. Hij schudde wat met zijn hoofd wat uitliep tot een grondige schudbeurt. Met heel zijn lichaam bewoog hij snel op en neer zodat zijn vacht wat droger werd. Toen hij klaar was kreeg hij eigenlijk pas weer in de gate dat er iemand op zijn rug zat. Vluchtig draaide hij zijn hoofd om en duwde vervolgens zijn neus tegen het meisje die een beetje hulpeloos mee uitgeschut was. Hij hoopte dat het meisje wel wilde blijven zitten, hij vond het wel goed zo. Waarom hij haar mee naar deze kant van het meer had genomen wist hij eigenlijk niet meer. Het had niet een echte rede, hij wilde gewoon nog bij haar zijn en zorgen dat ze niet weg ging. Dan zou ze haar weg gaan vervolgen in het bos of waar dan ook heen. Hij wilde haar ook wel brengen, dan kon hij nog langer bij haar zijn.

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Solance vond het leuk dat ze zo ontspannen op Booth zijn rug kon zitten. Hij had er overduidelijk geen problemen mee en ze vond het fijn om gewoon... haar gang te gaan terwijl ze niets of niemand belemmerde. Booth kon zijn gang gaan en zij kon genieten van zijn vrijheid. Die zou ze absoluuut niet afpakken.
Eenmaal aangekomen bij de rand van het meer, schudde Booth zich uit en schudde daarbij Solance compleet door elkaar. Ze giechelde en hield zijn manen wat steviger vast. Ze schoof zichzelf, nadat hij klaar was met zichzelf uitschudden, wat meer omhoog en ging met rechte rug zitten. Haar hakken drukte ze laag uit en haar tenen liet ze naar Booths buik wijzen. Net als vroeger, toen ze nog wat meer paardreed. Maar na de verkoop van Morte was ze vrijwel volledig gestopt met het rijden. Ze vond het jammer, maar het was niet anders. Ookal wou haar moeder nog zo graag dat ze haar best deed, het lukte haar niet om te genieten van een andere paardenrug dan Morte. Oké, nu was dat wel anders. Nu genoot ze van de brede en warme paardenrug van een wild paard met een eigen wil die kon doen en laten wat hij wou. Dat was iets wat Solance prettig vond en waar ze oprecht van genoot. Ze kroelde hem op zijn hals en legde haar benen aan, misschien ... kende hij hulpen. Ze had zin in een crossrondje.
Eerst gooide ze haar tas van zich af, gelukkig zat er vrij weinig breekbaars in, en toen zorgde ze ervoor dat ze de manen goed kon gebruiken als handvat. Ze rolde ze om haar handen heen, drukte haar kuiten lichtjes tegen de onderkant van de buik van Booth aan en fluisterde zachtjes;
"Kom op, jochie. Laat eens zien wat je allemaal kan!" Ze maakte zichzelf helemaal plat zodat hij zo snel mogelijk kon gaan als hij wou. Hopelijk wou hij snel, want dat was momenteel iets waar Solance behoefte aan had.

Booth

Booth

Hij voelde dat het gewicht van het meisje weer wat naar voren werd verplaatst na dat hij zo had geschut. Langzaam voelde hij de warme armen van haar om zijn nek gaan waar hij duidelijk van genoot. Nog nooit had hij zo'n gevoel gehad bij een mens, wat voor gevoel het precies was kon hij niet uitleggen maar wel wist hij dat hij zo lang mogelijk bij haar wilde zijn. Even keek hij op toen ze weer recht ging zitten en haar rugzak op de grond smeet. Nou ging er wat komen, hij was benieuwd wat ze van plan was tot hij ineens twee benen tegen zijn buik aan voelde. Even schoven zijn oren wat naar achteren want het was geen prettig gevoel maar haar aanmoedigende woorden maakte alles weer beter. Van uit stilstand sprong hij meteen aan in een rustig verzameld galopje die hij al snel overbracht naar een rengalop toen ze haar gewicht meer naar voren verplaatste. Hij slalomde behendig door de bomen alsof hij wist waar welke boom stond. Hij genoot van dit moment en nou maar hopen dat zij dat ook deed. Hij bleef maar gas geven en wilde steeds harder en harder. In de verte zag hij een boomstronk liggen die ongeveer tot net onder zijn borst kwam, het moest geen probleem zijn om daar overheen te komen. Toen de stam naderde maakte hij nog enkele grote sprongen en zette met zijn achterbenen flink af voor de stam. Hij vloog netjes over de boomstam heen alsof hij het dagelijks deed. Maar na enkele meters na de stam had hij wel genoeg van het galopperen en maakte een sierlijke stop. Zijn flanken bewogen wat sneller op en neer dan normaal en zijn neusgaten waren wijd open, maar dat deed er niet toe. Hij vond het gewoon geweldig met haar.

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Met een wat verbaasde uitdrukking zat ze op zijn rug, hield haar armen stijfjes om de nek van Booth, maar zorgde ervoor dat ze hem niet vastsnoerde. Eerst begon hij met een handgalopje, iets wat nog rustig was, maar dat hield niet lang aan. Binnen de korste keren zat hij in een fikse rengalop en sjeesde hij door de bomen heen. Solance' haar wapperde achter haar aan en tranen sprongen in haar ogen van de snelheden die ze bereken. Het was bizar als je je bedacht dat Solance het paard niet kende en zonder wat dan ook op zijn rug was geklommen. Als ze er nu af zou lazeren, zou ze een behoorlijk groot probleem hebben. Maar om een of andere reden vertrouwde ze het dier erop dat hij geen onverwachte bewegingen ging maken.
Een grijns lag op haar lippen die erop bleef liggen toen hij begon te springen over boomstammen. Ze hoopte dat ze niet al te hard op zijn schoft terecht zou komen, maar toen bedacht ze zich dat haar gewicht niet heel veel schade kon aanbrengen. Echt zwaar was ze al tijden niet meer.
Booths' manen striemden in haar gezicht maar het was een fijn gevoel, wat gepaard ging met een hoop paardenlucht. Ze vroeg zich af of Booth echt wild was, of slechts was weggelopen. Het maakte haar niet echt heel veel uit, het diertje maakte haar blij en vrolijk. Misschien, als ze wou en hij ook, kon ze hem vragen bij haar te wonen. Bij haar en Riot. Dat hij in de buurt zou rondzwerven en op haar fluitje naar haar toe zou komen. Ze zou hem niet opsluiten in de stal maar meer... een soort gebied afspreken? Binnen gehoorafstand? Maar hoe legde je het een paard uit? Een paard sprak haar taal niet en pas zodra het paard ook om haar gaf, zou het mogelijk worden om elkaar vaker te zien, elkaar vaker te zien en geen toevallige ontmoetingen te hebben maar echte ontmoetingen die voortkwamen uit een signaal die alleen zij zouden begrijpen. Solance beet op haar lip terwijl ze erover nadacht. Te diep in gedachte verzonken merkte ze niet op dat hij stopte en lazerde ze zo van het paard af. Maar ze lande zacht in de bladeren en toen ze eenmaal weer wat lucht in haar longen had, begon ze te lachen. Ze krabbelde overeind en sloeg grinnikend haar armen om de nek van het dier heen.
"Dat heb je braaf gedaan, jongen," zei ze terwijl ze op zijn schoft kriebelde. "Ik ben wat onhandig, vind je niet? Ik val zomaar van je rug af! Maar dat geeft niet, jongen. Ik zat na te denken... Misschien wil je bij mij komen wonen? Ik woon ook in het bos, met Riot. In een huis. Dan gooi ik elke dag wat voer voor je neer en als ik dan fluit, kunnen we rijden als je zin hebt. Tuurlijk zal ik je niet vastbinden, maar ... je zult wel binnen gehoorafstand dan moeten blijven. Ik weet niet hoe goed je kan horen..." Solance viel even stil.
"Maar je verstaat me waarschijnlijk niet eens... Je voelt wel welke intentie ik heb, maar verstaan, dat doe je niet, ben ik bang." Ze glimlachte zwakjes. "Het is oké. Het is helemaal oké. Want jij bent paard en ik ben mens." Ze begon richting haar tas te lopen en ging er maar ergens vanuit dat Booth met haar mee liep. Het schemerde zo onderhand en ze moest waarschijnlijk richting Riot, voordat hij zich zorgen ging maken.
"Je mag mee," zei ze. "Naar het huis. Dan gaan we er samen heen."

- Oké, het laatste gedeelte loopt niet helemaal overeen met het topic van Riot, maar dat terzijde ;P -

Booth

Booth

Vol verbazing keek hij haar aan toen ze voor hem op de grond lag. Hij duwde zijn neus naar beneden om te kijken of het goed met haar ging maar als snel begon ze te lachen en krabbelde overeind. Vrolijk zwierde Booth met zijn neus mee in de lucht, eigenlijk vond hij het zelf ook wel grappig. Ze sloeg haar armen om zijn nek heen en kriebelde wat over zijn schoft. Ze begon van alles te zeggen maar wat hij wel snapte was het woord 'braaf' Zijn oren bewogen wat op en neer en met zijn ogen probeerde hij naar haar te kijken wat nogal moeilijk was want ze hing om zijn nek en dat was buiten zijn gezichts veld. Een lang verhaal kwam tussen de lippen van het meisje uit maar hij snapte er niet veel van. Hij probeerde wat woorden op te vangen die hij wel begreep en daar maakte hij zijn eigen verhaal van. Waarschijnlijk zou het dan niet helemaal kloppen maar een gedeelte wel. 'Ik zat na te denken mij komen wonen Ik woon ook in het bos, met Riot. In een huis, elke dag voer fluit kunnen we rijden als je zin hebt. vastbinden, gehoorafstand blijven.' In zijn hoofd ging momenteel vanalles rond. Hij probeerde de woorden die hij had gehoort in zinnen te verwerken. Er was iets over bij haar wonen, wat hij wel een leuk idee vond en toen het voer gedeelte kwam was hij al redelijk overtuigd. Maar wat was Riot? was dat een plek? een stad? misschien was het wel een soort voer! En dat van een fluitje dat hij in de buurt moest blijven kon hij ook wel mee leven. Na de woorden van haar kwam er nog iets achteraan, iets van dat hij een paard was, wat logisch was en zij was een mens. Opeens draaide ze om en liep ze terug naar de plek waar ze begonnen waren, want daar had ze haar tas achtergelaten. Vrolijk dribbelde hij achter haar aan en duwde af en toe met zijn neus tegen haar schouders of rug aan, want ze mocht niet gaan, niet nu! Toen ze haar tas had gepakt richtte ze haar blik weer op Booth. "Je mag mee," zei ze. "Naar het huis. Dan gaan we er samen heen." Die zijn had hij vlekkeloos verstaan. Wild schudde hij op en neer met zijn hoofd en daarna keek hij haar aan. Hij zette weer een paar passen vooruit zodat ze weer op zijn rug kon. Het liefst wilde hij dat ze er ook nooit meer afging maar dat kon niet. Toen ze erop zat stapte hij rustig aan en luisterde netjes naar haar been hulpen, anders wist hij niet waar hij heen moest.


-Sorry op het laatst even beetje doorgespoeld ander had ik nog niets aan het verhaal toegevoegd xo!

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

- Sorry voor de extreem late reactie. Had even geen inspiratie meer voor Solance, maar nu moet het wel lukken. Ik ga een beetje ook doorspoelen en anders maken we eventueel na mijn post een nieuw topic aan over hoe het nu is tussen die twee? Dat het meer gelijk loopt met de huidige posten van Solance, haha. -

Het wilde gebaar met Booths hoofd zorgde ervoor dat Solance moest lachen. Het was een maf dier, maar een geweldig dier. Haast een Patrick maar dan in paardvorm en een stuk intelligenter. Oh ja, Patrick. Hopelijk dat die twee met elkaar om konden gaan. Solance kon er even niet bezorgd om zijn.
Booth gebaarde of probeerde duidelijk te maken dat ze weer op zijn rug mocht zitten, dus greep ze haar tassen vast, slingerde deze om haar schouder en klom op de paardenrug. Door eerst een aanloopje te nemen, zachtjes te fluisteren wat ze aan het doen was en daarna haar handen op de paardenschoft neer te zetten, hopte ze zo op de rug. Nog steeds was ze blij dat haar gewicht niet al te veel schade kon doen. Het was dubbel, besefte ze. Ze wist dat ze niet zwaar was, maar toch was ze nog te zwaar in haar ogen.
Ze schikte zich naar het paardenlijf, ging goed zitten en omwikkelde haar handen met de manen, zodat ze wat houvast had. Even voelde ze de ruggegraat van Booth aan, keek hoe ze het beste kon zitten, drukte haar hakken naar beneden en klakte toen met haar tong.
"Ga maar, jochie," zei ze. Ze wiegde mee in de bewegingen van Booth, stuurde hem af en toe naar links, af en toe naar rechts en omzeilde de grote obstakels. Ze hadden net gegalopeerd en ze wou Booth niet uitputten. Ondertussen floot ze het melodietje waarvan ze wou dat Booth hem leerde kennen. Dat hij dat melodietje uit duizenden zou herkennen. Het was een verlangen die ze als een kinderdroom herkende. Een paard dat naar haar toe zou komen op een simpel fluitje, waar ze bij op de rug kon springen zonder zadel en zonder halster, een droom waarvan ze nooit gedacht had dat deze uit zou komen. Wat bizar kon alles toch lopen!
Ze waren zeker al een halfuur onderweg en Solance had in al die tijd niet gevraagd aan Booth of hij kon draven. Dat wou ze niet. Met dit tempo hoefde ze nog maar een paar minuten en dan waren ze er al. Ze wist eigenlijk niet waarom ze de weg naar het huis van Riot en haar (mocht ze het wel zo noemen?) al zo goed kon, maar.. Ze wist trouwens niet of haar gevoel voor richting wel helemaal juist was. Toen het relatief oude huisje opdoemde tussen de bomen, verscheen er een glimlach op Solance' lippen. Ze was blij om weer thuis te zijn.
"We zijn er," zei ze tegen Booth. Ze liet zichzelf van de paardenrug afglijden en liep het laatste stukje. Ze zette haar spullen neer in de achtertuin en ging in het gras zitten. Patrick stoof naar haar toe, likte haar gezicht en ging toen naast haar zitten. Verbaasd keek hij naar het grote paard voor hem, maar deed verder niets. Dat had Solance al verwacht.
"En?" vroeg ze aan Booth. "Hoe vind je het?"

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum