"Gelijk heb je, blijf uit de buurt van mensen," zei hij zacht. Trust hief haar hoofd. Wat zei hij? Had hij het tegen haar? Ze verstond het niet, dat wist hij toch wel? "Ze zijn niet te vertrouwen. Stuk voor stuk." Ze brieste en ging liggen. Ze was moe, uitgeput. Hongerig. Ze legde haar neus op de grond en zuchtte zacht. "Nee, niet allemaal. Er zijn er een paar die ok zijn, maar de meesten moeten gewoon dood." Wat zat hij nou te babbelen? Trust luisterde naar de andere geluiden om haar heen; de geritsel van de bladeren, het klokken van het water, het suizen van de wind. Dat maakte haar rustig. "Je mag blij zijn dat je een paard bent, weet je dat? De mensenwereld is zo tof nog niet.
Neem de overheid, ze prediken welvaart en gezondheid voor iedereen en wat denk je? Een groot deel van de bevolking crepeert in wijken die voor hen niet meer bestaan.
Of de veehandelaars. Denken dat dieren als jij hun eigendom zijn. Slaan, schreeuwen en alleen maar om hun eigen inferioriteit te kunnen compenseren." Veehandelaars. Dat woord kende ze wel. Ze was er nog bij een geweest, die had haar bijna verkocht als makkelijk rijpaard. Ze had nog littekens op haar buik van die man. Ow die akelige zweep... "Laten we gangsters niet vergeten. Alleen dapper in kuddes van soortgenoten en niet in staat een normaal gesprek te voeren.
Of de dealers, geld verdienend aan andermans leed, de advocaten die dergelijk tuig uit de gevangenis houden, de rijken, die stoïcijns de andere kant op kijken en de agenten die hetzelfde doen en ondertussen boven en onder de wet lijken te staan.
De geestelijken, die denken dat het hun recht is om kleine jongens aan te randen. Fuck. Fuck ze allemaal." Ze voelde de ogen van de jongen op haar lichaam en stond op. Nee, ze was blij dat ze een paard was. Maar een wild paard zijn was ook niet makkelijk, maar dat kon ze hem niet vertellen. Toen hoorde ze een groep paarden, zo te horen met mensen op hun rug. Vermoeit kwam er een geluid uit haar keel. Ze had geen kracht meer. Haar benen trilde van het weinige eten wat ze de afgelopen dagen op had. Zo goed als niets. Ze liep naar achter, weg van het geluid van de denderende hoeven. Ze hadden haar gezien. Ze wist het zeker. Zo, de jongen had zijn verhaal verteld. Maar zij kon hem haar verhaal laten zien. Helaas.