Met een zuchtje gooide Auburn het vuile stro van de hooivork in de kruiwagen. Al het vuile stro was eruit, en dat zou ze nu eerst even wegbrengen. Het was alweer lente, en nog best frisjes, maar wel warmer, dus ze hoefde geen mest meer te laten liggen in de stal zodat het wat warmer bleef voor de paarden. Toen ze er eerst over had gehoord, vond ze het een beetje raar, ze had gedacht dat je die vuile mest liefst weg wou. Maar ze had gemerkt dat het wel werkte, dus nu had ze dat ook gedaan. Ze zette de hooivork tegen de staldeur en bracht het vuile stro weg, waarna ze terugkwam met een strobaal. Met de hooivork pakte ze het hooi, om het vervolgens uit te spreiden, en na tien minuutjes was ze al klaar. Het zag er helemaal in orde uit, en overal lag wel genoeg stro, zodat het paard niet op een te harde ondergrond moest liggen.. nu nog even een plak hooi en ze was klaar. Ze ging even weg, maar kwam al snel terug met een flinke plak hooi, die dan wel eventjes zou meegaan. Ze trok plukken van de plak hooi, waardoor deze niet meer aan elkaar vast zaten, en gooide ze tegen de achterste wand. Zo, nu was het wel goed, ze zuchtte nogmaals en glimlachte even, om vervolgens richting Sproet te lopen. Ze aaide haar over de hals en gaf haar een klopje, om te lachen bij de hinnik die het paard uitstootte. ‘Kom, lekker naar je schone stal.’ Zei Auburn, en ze trok aan het uiteinde van het touw, waardoor de knoop losliet, en ze Sproet weer mee kon nemen. Ze liep aan, en Sproet volgde braaf om al snel te stal in te stappen. Auburn maakte het halster los, en hing het weg, om nog één keer extra te checken of alles in orde was, en ging toen weg, ze zou eens even wat rond gaan kijken hier in de buurt.
Rustig liep ze richting de weides, ze vond het altijd wel leuk om te zien hoe de paarden vrolijk speelden in de weide, en zeker nu in de lente. Sproet die liet ze nog even in de stal staan, ze zou eerst kijken waar ze Sproet het beste kon zetten. Auburn keek toe hoe ook enkele veulentjes al geboren waren, en vrolijk aan het ronddartelen waren, maar wel nog zo dicht mogelijk bij hun moeder bleven. Auburn glimlachte, maar doordat ze haar aandacht op de veulens gericht waren, had ze niet door dat er iemand aan kwam lopen, en botste ze tegen het meisje op. ‘Ohh, sorry, ik was even niet aan het opletten, gaat het?’ zei ze, ze schaamde zich wel, ze had wat beter moeten uitkijken. Ze keek even naar degene tegen wie ze opgebotst was, en glimlachte aardig, ‘Ik ben trouwens Auburn.’ Zei ze, waarna ze haar hand uitstak naar degene voor haar.
*Voor Esmee*
Rustig liep ze richting de weides, ze vond het altijd wel leuk om te zien hoe de paarden vrolijk speelden in de weide, en zeker nu in de lente. Sproet die liet ze nog even in de stal staan, ze zou eerst kijken waar ze Sproet het beste kon zetten. Auburn keek toe hoe ook enkele veulentjes al geboren waren, en vrolijk aan het ronddartelen waren, maar wel nog zo dicht mogelijk bij hun moeder bleven. Auburn glimlachte, maar doordat ze haar aandacht op de veulens gericht waren, had ze niet door dat er iemand aan kwam lopen, en botste ze tegen het meisje op. ‘Ohh, sorry, ik was even niet aan het opletten, gaat het?’ zei ze, ze schaamde zich wel, ze had wat beter moeten uitkijken. Ze keek even naar degene tegen wie ze opgebotst was, en glimlachte aardig, ‘Ik ben trouwens Auburn.’ Zei ze, waarna ze haar hand uitstak naar degene voor haar.
*Voor Esmee*