Enzo liep langs zijn moeder op door de weide. Zijn voskleurige vachtjes had nog mooie veulenhaartjes, die toch langzaam gingen gaan verdwijnen. Enzo kreeg een vogel in de gaten en schoot als een speer vooruit. Nog voor hij daar was ging de vogel vliegen. Hij liet zijn oortjes een beetje droevig hangen en bleef staan. Zijn moeder kwam op hem af en gaf hem een duw met haar neus. "Gedraag je Enzo." Zei ze streng. Hij keek haar aan en knikte. Waarom mocht hij niet met de andere veulentjes spelen? Hij was toch niet anders dan hen? Ja, zijn moeder had een hoog zelfbeeld, dat wist Enzo al lang. Ze showde de hele dag door in de weide en negeerde elk ander paard. Maar een select groepje was goed genoeg voor haar. Enzo begreep het niet. Zijn moeder ging met andere paarden praten en hij muisde er van uit. Mensen stonden aan de wei. Eentje daarvan was zijn baasje. Enzo begon te flehmen en draafde naar haar toe. De andere mensjes konden hem niet veel schelen. Hij duwde zijn snuitje in haar jaszak en vistte er de appel uit. Vrolijk bokkend liep hij weer weg. Hij ging in de verste hoek van de weide staan en hief zijn staartje even trots de hoogte in. Vrolijk knabbelde hij op de appel.
Zo had het moeten zijn geweest. Hij liet zijn kleine oortjes hangen terwijl hij uitgeput rondzwerfde over het erf heen. Hij had zijn staartje tegen zijn billen aangedrukt doordat het aan het regenen was. Zijn mama en baasje waren dood. Ze hadden een buitenrit ofzoiets gemaakt had zijn vader gezegd. Enzo had helemaal zelf uitgezocht wie zijn vader was en was uiteindelijk gewoon naar hem toe gegaan. Uiteindelijk was hij gewoon weggelopen. Vreemde mensen wouden aan hem komen en hij vond die mannen maar eng. Ze wouden iets rond zijn hoofd doen wat hij al helemaal niet wou. Enzo was gewend van gewoon los langs zijn moeder op te lopen. De regen kwam nu hevig uit de lucht en het jonge veulen kon niet meer verder. Eigenlijk zou hij nog moedermelk moeten hebben met zijn 3 maandjes. Hij had al een dag of 3 geen eten gehad en zijn maagje rammelde. Hij zag struiken en draafde er op een loom tempo heen. Een hinnikje sloeg hij uit voor hij ging liggen. Kon niemand hem dan helpen?
Zo had het moeten zijn geweest. Hij liet zijn kleine oortjes hangen terwijl hij uitgeput rondzwerfde over het erf heen. Hij had zijn staartje tegen zijn billen aangedrukt doordat het aan het regenen was. Zijn mama en baasje waren dood. Ze hadden een buitenrit ofzoiets gemaakt had zijn vader gezegd. Enzo had helemaal zelf uitgezocht wie zijn vader was en was uiteindelijk gewoon naar hem toe gegaan. Uiteindelijk was hij gewoon weggelopen. Vreemde mensen wouden aan hem komen en hij vond die mannen maar eng. Ze wouden iets rond zijn hoofd doen wat hij al helemaal niet wou. Enzo was gewend van gewoon los langs zijn moeder op te lopen. De regen kwam nu hevig uit de lucht en het jonge veulen kon niet meer verder. Eigenlijk zou hij nog moedermelk moeten hebben met zijn 3 maandjes. Hij had al een dag of 3 geen eten gehad en zijn maagje rammelde. Hij zag struiken en draafde er op een loom tempo heen. Een hinnikje sloeg hij uit voor hij ging liggen. Kon niemand hem dan helpen?