De karkassen lagen er roerloos bij, verf bladerde af. Roest dat zich als een termiet door de behuizing van de trein wurmde.
De ooit zo machtige machines die over de sporen hadden gewaakt, waren nu niks meer als oud vuil.
Het was afval, ze waren niet goed genoeg meer. Dit intrigeerde hem, hoe de mensheid iets dat zoveel voor de geschiedenis had betekend, zo simpel weg gegooid kon worden. Zijn blauwe ogen keken dan ook geïnteresseerd naar ieder model. Het was niks voor de man om op een terrein te komen dat eigenlijk verboden was. De man was doorgaans uiterst gesteld op regeltjes, beleefd en welgemanierd. Dit paste normaliter niet in zijn gedrag. Maar hij maakte graag uitzonderingen voor sommige gevallen. Dit was er een van, als er ook maar iets van geschiedenis achter kon zitten, dan kon er al snel een uitzondering gemaakt worden.
Want ook al was hij beleefd en gedroeg hij zich uitermate netjes. Als iets oud was, dan kon je hem overhalen om dingen te doen waar hij niet achter zou staan als het om iets nieuws zou gaan.
Zo zijn verboden terreinen er een van, het was dan geen grote misdaad, jongere zou hij er hebben afgestuurd. Vooral als deze de boel aan het vernielen waren.
Een oud model dat iets verderop stond sprak hem aan, rustig liep hij er dan ook op af. Hij was blij met zijn witte blouse, het weer was klef, benauwd te noemen. Zijn lange spijkerbroek en leren lakschoenen deden echter niets goed met dit weer. Het was een stoomtrein, geen hele bijzondere, maar het zag eruit alsof deze een flinke botsing had ondergaan. Hij bleef naar het wrak staren, haast alsof het een conversatie met hem aan het houden was. Af en toe bewoog hij een fractie met zijn hoofd, alsof hij tegen zichzelf aan het praten was. Echter zonder met zijn lippen te bewegen. Al was hij dat in gedachte wel en dat was ook iets wat opviel. Maar ook dat hij af en toe wat dichterbij ging staan, om vervolgens juist meer afstand te nemen. Het moest een vreemd gezicht zijn geweest van iemand die hem zag staan.
De ooit zo machtige machines die over de sporen hadden gewaakt, waren nu niks meer als oud vuil.
Het was afval, ze waren niet goed genoeg meer. Dit intrigeerde hem, hoe de mensheid iets dat zoveel voor de geschiedenis had betekend, zo simpel weg gegooid kon worden. Zijn blauwe ogen keken dan ook geïnteresseerd naar ieder model. Het was niks voor de man om op een terrein te komen dat eigenlijk verboden was. De man was doorgaans uiterst gesteld op regeltjes, beleefd en welgemanierd. Dit paste normaliter niet in zijn gedrag. Maar hij maakte graag uitzonderingen voor sommige gevallen. Dit was er een van, als er ook maar iets van geschiedenis achter kon zitten, dan kon er al snel een uitzondering gemaakt worden.
Want ook al was hij beleefd en gedroeg hij zich uitermate netjes. Als iets oud was, dan kon je hem overhalen om dingen te doen waar hij niet achter zou staan als het om iets nieuws zou gaan.
Zo zijn verboden terreinen er een van, het was dan geen grote misdaad, jongere zou hij er hebben afgestuurd. Vooral als deze de boel aan het vernielen waren.
Een oud model dat iets verderop stond sprak hem aan, rustig liep hij er dan ook op af. Hij was blij met zijn witte blouse, het weer was klef, benauwd te noemen. Zijn lange spijkerbroek en leren lakschoenen deden echter niets goed met dit weer. Het was een stoomtrein, geen hele bijzondere, maar het zag eruit alsof deze een flinke botsing had ondergaan. Hij bleef naar het wrak staren, haast alsof het een conversatie met hem aan het houden was. Af en toe bewoog hij een fractie met zijn hoofd, alsof hij tegen zichzelf aan het praten was. Echter zonder met zijn lippen te bewegen. Al was hij dat in gedachte wel en dat was ook iets wat opviel. Maar ook dat hij af en toe wat dichterbij ging staan, om vervolgens juist meer afstand te nemen. Het moest een vreemd gezicht zijn geweest van iemand die hem zag staan.