Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

You are never too old to have some fun. '&Ray

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Jiao Misaki

Jiao Misaki

Het paard onder de Aziatische jongen was helemaal nat van het zweet. Een jonge hengst, van twee beroemde ouders, werd door hem gereden. Jiao zou zich geëerd moeten voelen, maar het tegendeel was waar. De hengst was jong, onvoorbereid en wist niet wat hem overkwam. Hij had geen goede training genoten en werd in het diepe gegooid. Het was niet de eerste keer dat Jiao een relatief wildvreemd dier voortbracht op een wedstrijd, maar een dier met zo weinig ervaring was hem nog nooit overkomen. Zijn gezicht straalde dan ook niet zijn gebruikelijke vrolijkheid uit.
"Kom op, jongen," sprak hij, vanuit de hoeken van zijn opeen geklemde lippen. Op zijn gezicht lag een frons, een frons omdat hij niet wist of dit een goed plan was. De hengst was niet gefocust op de dingen waar hij gefocust op zou moeten zijn. De grond leek steeds weg te zakken onder zijn hoeven en hij wist niet hoe hij een goed ritme kon houden voordat hij over een hindernis heen sprong. Iedere keer als er een paard de ring in ging en er applaus klonk, maakte deze hengst een klein sprongetje. En niet over de hindernis waar hij overheen hoorde te springen.
"Nu in de ring, een veelbelovende ruiter die een wedstrijdje voor spek en bonen meerijdt." Oh ja. Natuurlijk. Dat was waar. Jiao reed geen 'echte' wedstrijden. Hij kreunde en stuurde de hengst de bak in. Zijn ouders hadden geregeld dat hij wedstrijden mocht rijden, maar dat ze niet meetelden. Hierdoor was het meer oefening dan echt een wedstrijd. Jiao vond het afschuwelijk. MAar er was hoop. De kerstwedstrijd mocht hij wel gaan meerijden. En daar was hij nu dus volop voor aan het trainen, met deze hengst.
Zijn kuiten drukten lichtjes tegen de ribben van de hengst aan en de plotselinge voorwaartse beweging was een teken dat Jiao geen controle zou hebben deze hele wedstrijd lang. Een te snel tempo, wat te snel ging om goed over de hindernis heen te gaan. De hengst zou niet goed uitkomen, maar Jiao kon hem niet inhouden. Vol aan de teugels hangen werkte sowieso averechts, hij kon maar beter gewoon zo goed mogelijk als het ging de wedstrijd proberen te rijden en hopen dat het goed kwam.
De hengst zette, zoals verwacht, te vroeg af, waardoor hij met moeite en een beetje gevaar over de hindernis heenkwam. Met een klap kwam hij neer, slipte door de bocht en maakte een noodvaart richting de volgende hindernis. Jiao probeerde hem tot kalmte te manen, maar de hengst nam het bit tussen zijn tanden en racete door naar de volgende hindernis.
"Nee," kreunde Jiao terwijl hij mee probeerde te bewegen. De hengst moest het ook hebben gezien; het ging niet om veilig over de volgende hindernis heen te komen dus gooide hij zichzelf op de rem en wat Jiao al had verwacht van vandaag was dat hij er niet al te zachtzinnig vanaf viel.
"Fuck." Gediskwalificeerd. Slecht voor zijn reputatie. Ouders pissig. Hij kreunde, rolde door en zag nu dat de hengst ook op de grond lag. Blijkbaar was deze ook gevallen... Jiao stond haastig op en rende naar het dier toe, wat hevig lag te transpireren en kreunde van de pijn. "Oh god, jongen..." zijn been lag in een onnatuurlijke hoek en stak pijnlijk onder hem vandaan. Jiao was nog goed terecht gekomen, bleek.
"Het spijt me," mompelde zijn moeder in tranen, die vanuit het publiek naar hem toe was gesneld en nu haar armen om hem heen had geslagen. "Het spijt me zo erg. Ik had naar je moeten luisteren, knul. Je had eronder kunnen liggen." De hengst werd afgevoerd en Jiao was in shock. Ze gingen niet eens de moeite doen om het dier te redden, een kogel zou hem uit zijn lijden verlossen, nu ieder moment. De knal klonk en Jiao kromp onwillekeurig in elkaar.
"Ik ben weg hier." En met die woorden ging hij ervandoor.
Met zijn handen diep in zijn jaszakken gestoken, liep hij nog steeds in paardrijkleding rond in het park. Het was koud. Niet afschuwelijk koud, maar koud genoeg. Jiao had geen zin meer om verder te lopen en liep daarom een speeltuin in om op een van de schommels te gaan zitten. Met een diepe zucht plofte hij neer op de schommel en hoorde het metaal ratelen. Natuurlijk. Zijn vingers vlocht hij om de koude ringen heen en hij zette zich af. Na enkele minuten te hebben geschommeld stopte hij en liet zijn voeten over de grond slepen om af te remmen. In de verte kwam een hond aanrennen die Jiao niet bekend voorkwam en hij keek dan ook verbaasd op toen het beestje naar hem toegerend kwam. Met haar poten sprong ze tegen hem op en hij kroelde haar - althans, hij ging ervan uit dat het een 'zij' was -. "Waar is je baasje?" vroeg hij, terwijl hij het dier nog wat aaien gaf. Een jongensstem klonk, riep naar een hond genaamd 'Flo' en automatisch koppelde Jiao die naam aan het hondje wat hier nu bij hem zat. Jiao duwde Flo niet weg maar bleef haar zachtjes kroelen, kijkend of er inderdaad een jongen aankwam. Wat uiteindelijk gebeurde. Jiao's adem stokte in zijn keel terwijl hij de jongen zwijgend bleef aankijken. Wie was hij en waarom had Jiao hem nog nooit ontmoet? En zijn kleding, wat was er met de jongen zijn kleding gebeurd? Een gevoel van genegenheid sprong gelijk in Jiao omhoog en hij wou ook al haast direct opstaan om de jongen te helpen. Alleen het enige wat zijn brein nu kon doen was hem blozend zijn naam laten stamelen.
"Ik ben Jiao," zei hij zachtjes.



Laatst aangepast door Jiao Misaki op di dec 10, 2013 12:26 pm; in totaal 2 keer bewerkt

Ray

Ray

Er was nergens een warm plekje te vinden. De herfst was al erg geweest maar de winter was al helemaal afschuwelijk. Nog een leuk detail: de winter was nog lang niet voorbij. Het zou nog maanden duren voordat het weer wat warmer werd, voordat je weer fatsoenlijk buiten kon slapen. Want dit, dit was waardeloos. Dat wist Ray uit ervaring. Afgelopen nacht was een ramp geweest. Van slaap was het nauwelijks gekomen. Steeds moest hij weer opstaan, een stukje lopen, zelfs joggen, alles om maar op temperatuur te blijven. Flo was zijn enigst warmte bron maar die liet nauwelijks warmte ontsnappen met haar dikke winter vacht. Zelf was Ray schaars gekleed, voor in de winter tenminste. Een broek waar de gaten in vielen, drie paar oude wollen sokken twee maten te grote schoenen, een hemd, een wollen trui en een regenjas die al lang geleden vergeten was hoe je water moet tegen houden.
Flo had het op het rennen gezet. Deed ze wel vaker. Ray maakte zich er niet druk om. Ze kwam wel weer opdagen. Dat was het voordeel van een trouw metgezel. Je hoeft haar niet de hele tijd te zien om te weten dat ze in de buurt was. Haar enthousiaste geblaf dat om de zoveel tijd te horen was hielp ook mee aan zijn kalmte. Aan de toon van haar blaf kon hij welk horen of er iets aan de hand was. Nog een voordeel wanneer je eigenlijk alleen je hond als metgezel hebt: je leert elkaar door en door kennen.
In de verte hoorde hij Flo een paar keer enthousiast blaffen, niks om je zorgen over te maken dus. Toen bleef het een tijd lang stil.
"Hmm, apart." Mompelde Ray in zich zelf. Flo was een hond die eigenlijk altijd wel geluid maakte. Hij liep richting de plek waar hij haar voor het laatst gezien had en riep haar naam. "Flo?"
Ray vond Flo ergens tussen de speeltuinattributen, maar ze was niet alleen. Er knielde een jongen naast haar die haar kennelijk aan het aaien was. Ray grijnsde, typisch iets voor Flo. Flo was een allemans-hond, kon het met iedereen vinden. Het liefst zou ze iedereen een speelse lik over hun gezicht geven maar dat had Ray haar nu -een soort van- afgeleerd. Flo spitse haar oren toen ze Ray zag en stormde wild kwispelend weer op hem af. Hij hurkte om haar tegemoet te komen maar op het laatste moment bedacht ze zich, rende om hem heen, keerde en rende terug naar de jongen. Ray haalde verbaasd zijn wenkbrauw op, malle hond. Hij stond op en liep richting de jongen, die inmiddels ook was opgestaan. Flo dartelde enthousiast tussen de jongens heen en weer, alsof ze niet kon kiezen door wie ze geaaid wou worden.
"Ik ben Jiao," zei de jongen zachtjes. "Ray." Antwoordde Ray. "Ik ben Ray en deze slijmbal hier is Flo."
Ray keek op en een fractie van een seconden maakte de jongens oog contact. Er ging een schokje door zijn lijf en snel wende hij zijn blik af. Oogcontact was sowieso nooit zijn sterkste kant geweest. Net zoals al het sociale geneuzel eigenlijk. Hij was verlegen. De verlegen Ray die altijd maar de kat uit de boom keek. Nooit wat zinnigs deed, nou ja, dat waren zijn vaders woorden. Al betwijfelde Ray de zinnigheid van de dingen die zijn vader uitspookte. Nou is natuurlijk dronken op een bank liggen heel zinnig, daar durfde hij niet aan te twijfelen, maar toch...
Voorzichtig wierp hij weer een blik op het gezicht van de jongen. Ray vroeg zich af of de jongen uit Azië kwam. Hem dat direct vragen was iets wat hij wel nooit zou durven. Zoiets klonk zijn oren maar al te gemeen, discriminerend en racistisch. Terwijl als men naar zijn vaderland vroeg hij zich totaal niet beledigd voelde. Met zijn licht getinte, mediterrane huid en donkere haar (zijn groene oogkleur niet eens meegerekend) was hij een niet al te veel voorkomend verschijnsel. Al helemaal niet in zo'n omgeving als deze waar de paardengekte in alle hoeken en kieren zat. Hoeveel Italianen reden er nou paard? Zo ver hij wist geen dus. Hij moest er niet over na denken wat er zou gebeuren zodra zijn vader erachter kwam als hij op zo'n vier-bener zou rijden. Tsjongejonge... dan zou er wat zwaaien zeg.
Hij grijnsde eens naar de jongen. Het viel hem nu pas op hoe bleek hij er uit zag. Was hij ergens van geschrokken? Toch niet van Flo? Die gedachte vervloog al snel toen hij herinnerde hoe Jiao met de hond was omgegaan. Voor de rest droeg Jiao ruiterkleding, wat op zich niet vreemd was hier. Hoewel het niet gebruikelijk was voor in de speeltuin. Het zag er duur uit, heel wat anders dan zijn eigen vodden.

Jiao Misaki

Jiao Misaki

"Ray."
De naam in combinatie met de jongen en de stem deed een hoop in Jiao omhoog komen. Gemengde gevoelens, een gevoel van genegenheid, een gevoel van; ik wil je omhelzen en je gelukkig maken.
Er was geen reden voor. Hoewel Ray uiteraard verscheurde kleren had, wist Jiao niet of dit een aanwijsbare reden was. Jiao struikelde over zijn eigen normen en waardes, voelde zich niet helemaal helder. Daarom boog hij zich nog iets meer over de hond om zijn ongemak nog wat extra te verbergen.
"Ik ben Ray en deze slijmbal hier is Flo." Een trilling in Jiao's mondhoeken. Hij had al doorgehad dat het Flo was, hij had Ray immers van verre aan horen komen door diens geroep.
"Een vlooienbaal is het ja, kom je niet meer vanaf," antwoordde Jiao snel terwijl er een glimlach rond zijn lippen lag. Het was geen gemene opmerking, zo bedoelde hij het niet. "Ze is echt heerlijk mensgericht, Ray," sprak Jiao nu terwijl hij opkeek en de jongen recht in zijn groene ogen keek. Jiao's adem stokte zonder enige reden in zijn keel en het enige wat hij kon doen was de jongen aankijken. Kijken, kijken en niet spreken. Hij voelde zich belachelijk, debiel haast. Jiao had wel vaker jongens gezien, had vaker met mensen gepraat. Maar nu was het net alsof hij op een duikplank stond, een hoge duikplank, waar hij niet vanaf durfde te springen. Dat gekke, borrelende gevoel wat je dan krijgt in je buik. Jiao ervaarde het hier, nu, op dit moment, en hij kon het niet plaatsen. Was hij zo erg gewend geraakt aan de comfort van de paardenwereld? Was hij soms bang dat hij niet aan de praat kon raken met Ray omdat Ray niet van de stal was en ze dus zeker geen paarden van daar als gezamenlijk onderwerp hadden? Misschien. Hij had het nog nooit zo ervaren.
Jiao bekeek Ray nu wat beter terwijl hij het onhandige gevoel probeerde weg te duwen, probeerde te negeren. Je kon je energie beter niet verspillen aan iets wat je toch niet kon verklaren, vond Jiao op het moment. Al helemaal omdat het zo verwarrend was en Jiao even geen verwarrend aan zijn hoofd kon hebben.
"Wil je mijn jas lenen?" Jiao droeg onder zijn ruiterjas toch een overhemd en een hemdje, hij zou het wel warm genoeg houden. Ray zag eruit alsof hij het jasje best wel goed kon gebruiken. Jiao kwam van zijn plek af en liep op Ray af. Zijn armen trok hij uit het jasje, zorgde ervoor dat zijn overhemd goed bleef zitten en legde voorzichtig het jasje rond Rays schouder. "Sorry dat ik misschien heel... bruut overkom, maar je kleding is zo kapot. Kan ik je alsjeblieft aanbieden om iets van mij te lenen? Het is veel te koud om zo rond te lopen en het ziet eruit dat de kleding al een langere tijd kapot is." Jiao vergat zijn ongemak, wou enkel nog maar Ray helpen.
"Alsjeblieft?"

- short post is short. swwy -

Ray

Ray

De jongen. Jiao? Er was iets aan hem. Iets wat Ray triggerde om... om wat eigenlijk? Een soort adrenaline scheut ging er door zijn lijf. Het was alsof.. ja, het was alsof hij honger had maar dan ter gelijkertijd geen hap door zijn keel kon krijgen. God, waarom was hij zo'n angsthaas? Hij was altijd geen ster in sociaal contact, wist zichzelf nooit goed te plaatsen maar dit was wel heel erg. Zouden zijn vingers trillen? Zou het aandurven naar zijn handen te kijken? En dan wat, als ze trilde, wat dan? Oke, focus. Focus op je ademhalen. Let op je buik. In. Uit. In. Uit. Zoja, zo ging het wat beter. Ray voelde de spanning wat zakken tot een niveau dat nog steeds te hoog voor woorden was. Dit was toch niet normaal meer? Misschien moest hij maar in een gesticht, weg van de wereld met zijn sociale contacten. 't Was niks voor hem, helaas. "Een vlooienbaal is het ja, kom je niet meer vanaf," Ray hurkte om het gespreksonderwerp te aaien. Hij streek zijn hand langs Flo's rode haren. Ja, inderdaad, zijn vingers trilde. Snel groef hij dieper in de vacht, alsof hij daarmee zijn zenuwen kon begraven. "Vlooien?" zei hij. In een fractie van een seconde ging er schokje van schrik door hem heen, ze had toch geen vlooien? Ondanks haar naam hoefde ze nog geen vlooien. Het duurde even voordat hij doorhad dat de Jiao niet op de parasieten doelde. Gelukkig praatte hij verder, Ray wist zich even geen houding te geven. "Ze is echt heerlijk mensgericht, Ray," Ray knikte. "Alles wat ademt, beweegt of op z'n minst uit materie bestaat- gericht." Materie bestaat gericht? Ray, er is echt iets goed mis met jou. Uit materie bestaat gericht?! Ren hier heel snel gillend vandaan, halve zool dat je er bent.
Ray had nu al lang genoeg naast Flo gehurkt, hij moest overeind komen, langer gehurkt blijven zou sociaal ongemakkelijk worden. Want dat was het nog niet. De jongen keek hem aan. Ray keek de jongen aan. De jongens keken elkaar aan. Er kriebelde wat, ergens in zijn onderbuik. Wat had hij nu weer verkeerd gegeten? Iets in hem zei dat het niet het eten was, maar hij onderdrukte die gedachten. Eten; de oorzaak van alles. Het gebrek ervan, overdosis ervan, verkeerde hoeveelheden ervan. Wat je ook dit, je ging de mist in met eten. Stom eten, beetje buikpijn veroorzaken.
De jongens zwegen. Gespreksonderwerpen? Het weer? Nee, slecht plan. Te cliché. Al was het weer heel interessant. Flo? Al gehad. Zijn familiegeschiedenis? Waarom zou hij dat in godsnaam aan een wild vreemde vertellen? Hij wóú er niet eens over praten, niet eens met bekende, laat staan deze vre... Jiao. Over zijn vader? NEE, NEE, stom hoofd dat hij had. Zíjn vader?! Had hij zojuist serieus een fractie van een seconden overwogen om het over zijn vader te hebben? Was er nog ergens een gesticht in de buurt?
"Wil je mijn jas lenen?" Vroeg de jongen. Ray knipperde. Jas. Kledingstuk. Ohja. Hij knikte. Bedacht zich. "Nee joh, ik..." Waarom zou hij een jás aannemen? Hij had al een jas. Soort van dan. Jiao kwam dichterbij, deed zijn jas uit en bood hem aan. Ray twijfelde. Het was Jiao's jas. Jiao's jas. Niet Ray's jas. Zijn jas. Ray schudde even met zijn hoofd, focussen. Dit slaat echt nergens op, hoofd, blijf erbij. Jiao kwam nog dichterbij, legde het jasje over Rays schouder. Iedere spier in zijn lijf zette zich strak, Ray's lijf van top tot teen verstijfde. Jas. Op. Zijn. Schouder. Jiao's jas op zijn schouder. Jiaos hand in de buurt van zijn schouder. Wat deed een vreemde zo dicht bij zijn schouder? En wáárom was die vreemde zo vreemd voor hem maar voelde ook weer niet als een vreemde voor hem?
WHAAAH? deed Ray's hoofd.
"Sorry dat ik misschien heel... bruut overkom, maar je kleding is zo kapot. Kan ik je alsjeblieft aanbieden om iets van mij te lenen? Het is veel te koud om zo rond te lopen en het ziet eruit dat de kleding al een langere tijd kapot is." Ray's mondhoeken krulde op. "Alsjeblieft?" Dat was het. De druppel. Lucht kwam vanuit zijn longen, kroop door zijn keel, maakte geluid en ontsnapte uit zijn mond. De eerste leek meer op een kuchte, een onzeker kuchje maar al gauw werd het lachen. Hardop lachen. Zijn kleding was stuk? En Jiao vermelde het? Het was zó ontzettend komisch, de beleefdheid waarop Jiao vertelde dat Rays kleding stuk was. En het was niet zomaar stuk, nee, zijn kleding was al langere tijd kapot was. Gelukkig vermelde Jiao dat er ook bij. Daarnaast wist hij zelf toch wel dat die kleding die hij zelf nota bene iedere dag aanhad stuk was of niet. Kleding was niet van het een op het andere moment stuk. POEF, en je kleding was stuk. Dan boden mensen je nieuwe kleding aan, vermelde er heel beleefd bij dat je kleding stuk was gegaan. De drager zou verbaasd opkijken, wellicht even vloeken en beleefd de kleding aannemen, wat onhandig en beschaamd. Moest die kleding nu precies op dat moment stuk gaan? Vlak bij die aardige jongedame in de buurt? De drager zou onhandig lachen, maar als snel op zijn gemak voelen. De kleding zal hem passen, hij zal de vrouw bedanken en nog een leuk praatje hebben. Ray liet nog een lach ontsnappen, het idee leek hem best leuk.
Flo liet een enthousiast blafje horen. Als haar baasje plezier had, had zij dat ook. Al moest hij wel plezier met háár hebben dus sprong ze tegen hem op. Door het plotselinge extra gewicht in de vorm van 15 kilo in de vorm van blije hond wankelde Ray. Hij probeerde naar houvast te grijpen, maar het enige houvast dat er was was een Jiao. Hij greep, bedacht zich, viel opzij naast Jiao. Flo leek even bezorgt te kijken maar Ray schoot weer in de lach. Nog een blije blaf van Flo en een natte tong in zijn gezicht. Flo sprong van hem af, rende kwispelend rondjes om hem en Jiao een. Ze douwde haar rechter voorpoot tegen Jiao aan en liet nog een blaf horen.
De zenuwen, Jiao's beleefheid, de kleding en de hond waren gek genoeg vandaag heel erg grappig.

{ Ray gaat een beetje stuk. Beetje boel stuk. ERROR. BRAIN ERROR. }

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum