Er stak een kil wind op die zijn sneeuwblonde haren voor zijn ogen deed waaien. Met zijn handen in zijn zakken en zijn schouders opgetrokkenliep hij stug door.
Het deel van de stad waar hij nu was, was het deel waar je alleen kwam als je tot het laagste van het laagste behoorde of echt een doel had. Riot's reden was de eerste.
Hij kende deze smerige, stinkende straten als de binnenkant van zijn al even smerige jaszak. Hij liep daar, met gebogen hoofd, diep verzonken in gedachten, zorgen die hij in geen jaren had gehad.
Voor het eerst voelde hij zich echt bezorgd om iemand, een meisje zelfs. Het was iets wat hij nog altijd moeilijk te begrijpen vond.
Willekeurig sloeg hij af, een smal, doodlopend steegje in. De walgelijke stank van pis, kots en verschaalde drank bereikte hem vrijwel direct en hij trok walgend zijn neus op. Jezus, wat een klotebuurt. Hij leek wel gek dat hij hier nog kwam. Aan de andere kant, hie was hij vrij van de minachting van de gewone, welgestelde burger die met een soort ondefinieerbare arrogantie op hem neerkeek.
Hij stopte voor de muur die het einde van het steegje vormde en ging moeizaam op een gedeukte prullenbak zitten, met zijn hoofd in zijn handen. Hij ademde diep in, om de lucht vervolgens langzaam te laten ontsnappen.
In het steegje hing een klamme warmte, waardoor het er nog erger stonk dan het gewoonlijk al deed. Vaag herinnerde Riot zich dat hij hier eens in elkaar geslagen was. En eens iemand in elkaar had geslagen. Of waren die dingen in het volgende steegje gebeurd? Het leek hier allemaal op elkaar, nog meer dan hoe die rijkeluisbuurten met hun identieke villa's op elkaar leken.
Er weerklonken voetstappen van meerdere mensen. Riot keek pas op toen ze allemaal vlak voor hem stilhielden.
"Kijk eens wie we hier hebben," zei de leider van het groepje jongens, een knappe, lange jongen met donker haar dat met gel achterover was gekamd. Riot spoog geïrriteerd op de grond en er ging direct en verontwaardigde beweging door het groepje. Motherfuckers.
"Jongen, doe effe normaal," zei de lange jongen, op een toon alsof hij echt indrukwekkend meende te zijn.
"Wat mot je van me?" vroeg Riot, kil en afgemeten.
"Ik kom zeggen dat je uit moet kijken. Als ik jou was zou ik de bende echt niet meer dwars gaan zitten man, want dan slaan we je helemaal verrot."
Langzaam stond Riot op. Hij was amper korter dan de jongen en gespierder gebouwd, waardoor deze nerveus terugdeinsde. Riot hield zijn hoofd schuin. Jezus wat minachtte hij dit volk. Arrogant doen, stoer doen, alsof de hele godverdomde straat van hen was.
"Ik kan me herinneren dat jullie bende eens met drie tegen één van me heeft verloren," zei hij onverschillig.
"Echt man, je moet je bek houden als je weet wat goed voor je is!"
Nu begon Riot zijn geduld te verliezen. De enige reden dat hij deze blaaskaak niet voor zijn bek sloeg, was omdat hij moe en down was, maar dat maakte zijn tong des te scherper.
"Hou toch je bek. Probeer ik jou soms te vertellen hoe je je vriendje in zijn reet moet nemen? Jezus, laat me gewoon met rust." Er was niets uitdagends aan zijn woorden. Ze klonke slechts vermoeid en geïrriteerd. Toch had hij de jongen vol in diens ego geraakt, die vervolgens opzwol van verontwaardiging.
Riot had er geen boodschap aan. De emoties van dat tuig lieten hem Siberisch. Het was niet echt zijn stijl om iemand op diens geaardheid aan te vallen en ja, het was een cheap shot, maar zijn ergernis zat ook zo dicht aan de oppervlakte in dit soort situaties.
Hij werkte zich door de verwarde groep heen en liep de steeg weer uit.
Als men zelfs hier niet even rustig na kon denken...
Hij liep weer door wat hier voor een hoofdstraat doorging. Het groepje kwam hem niet achterna. Hoewel hij niet iemand was om het conflict uit de weg te gaan, was hij daar nu blij mee. Waardeloos schorem. Dit soort loopjochies deed niets anders dan rotzooi trappen, puur voor de lol, waardeloze informatie doorgeven, prberen indruk op anderen te maken en hopen eindelijk eens een meid in bed te krijgen. Zielig en nog waardelozer dan hij zichzelf vond.
Onverschillig om een donkerrode vlek heenstappend sloeg hij af, een iets nettere straat inlopend. Hij bleef even aarzelend staan en keek omhoog, naar de asgrauwe lucht. Hij herinnerde zich een plek waar ook zelden iemand kwam. Als hij dan toch rust zocht.
Hij begon weer te lopen, met lichte tegenzin.
Hij voelde dat hij vanachter grotendeels gesloten gordijnen gade werd geslagen zoals iedereen hier in de gaten werd gehouden door de bewoners van de gammele huizen hier. Het kon Riot niets schelen.
Plotseling vernam hij een beweging in de schaduwen van een brandgang. Hij was meteen alert, beducht op eventueel gevaar.
Edit; dit topic is zojuist door Zélie geclaimt. Fine with me xD
Het deel van de stad waar hij nu was, was het deel waar je alleen kwam als je tot het laagste van het laagste behoorde of echt een doel had. Riot's reden was de eerste.
Hij kende deze smerige, stinkende straten als de binnenkant van zijn al even smerige jaszak. Hij liep daar, met gebogen hoofd, diep verzonken in gedachten, zorgen die hij in geen jaren had gehad.
Voor het eerst voelde hij zich echt bezorgd om iemand, een meisje zelfs. Het was iets wat hij nog altijd moeilijk te begrijpen vond.
Willekeurig sloeg hij af, een smal, doodlopend steegje in. De walgelijke stank van pis, kots en verschaalde drank bereikte hem vrijwel direct en hij trok walgend zijn neus op. Jezus, wat een klotebuurt. Hij leek wel gek dat hij hier nog kwam. Aan de andere kant, hie was hij vrij van de minachting van de gewone, welgestelde burger die met een soort ondefinieerbare arrogantie op hem neerkeek.
Hij stopte voor de muur die het einde van het steegje vormde en ging moeizaam op een gedeukte prullenbak zitten, met zijn hoofd in zijn handen. Hij ademde diep in, om de lucht vervolgens langzaam te laten ontsnappen.
In het steegje hing een klamme warmte, waardoor het er nog erger stonk dan het gewoonlijk al deed. Vaag herinnerde Riot zich dat hij hier eens in elkaar geslagen was. En eens iemand in elkaar had geslagen. Of waren die dingen in het volgende steegje gebeurd? Het leek hier allemaal op elkaar, nog meer dan hoe die rijkeluisbuurten met hun identieke villa's op elkaar leken.
Er weerklonken voetstappen van meerdere mensen. Riot keek pas op toen ze allemaal vlak voor hem stilhielden.
"Kijk eens wie we hier hebben," zei de leider van het groepje jongens, een knappe, lange jongen met donker haar dat met gel achterover was gekamd. Riot spoog geïrriteerd op de grond en er ging direct en verontwaardigde beweging door het groepje. Motherfuckers.
"Jongen, doe effe normaal," zei de lange jongen, op een toon alsof hij echt indrukwekkend meende te zijn.
"Wat mot je van me?" vroeg Riot, kil en afgemeten.
"Ik kom zeggen dat je uit moet kijken. Als ik jou was zou ik de bende echt niet meer dwars gaan zitten man, want dan slaan we je helemaal verrot."
Langzaam stond Riot op. Hij was amper korter dan de jongen en gespierder gebouwd, waardoor deze nerveus terugdeinsde. Riot hield zijn hoofd schuin. Jezus wat minachtte hij dit volk. Arrogant doen, stoer doen, alsof de hele godverdomde straat van hen was.
"Ik kan me herinneren dat jullie bende eens met drie tegen één van me heeft verloren," zei hij onverschillig.
"Echt man, je moet je bek houden als je weet wat goed voor je is!"
Nu begon Riot zijn geduld te verliezen. De enige reden dat hij deze blaaskaak niet voor zijn bek sloeg, was omdat hij moe en down was, maar dat maakte zijn tong des te scherper.
"Hou toch je bek. Probeer ik jou soms te vertellen hoe je je vriendje in zijn reet moet nemen? Jezus, laat me gewoon met rust." Er was niets uitdagends aan zijn woorden. Ze klonke slechts vermoeid en geïrriteerd. Toch had hij de jongen vol in diens ego geraakt, die vervolgens opzwol van verontwaardiging.
Riot had er geen boodschap aan. De emoties van dat tuig lieten hem Siberisch. Het was niet echt zijn stijl om iemand op diens geaardheid aan te vallen en ja, het was een cheap shot, maar zijn ergernis zat ook zo dicht aan de oppervlakte in dit soort situaties.
Hij werkte zich door de verwarde groep heen en liep de steeg weer uit.
Als men zelfs hier niet even rustig na kon denken...
Hij liep weer door wat hier voor een hoofdstraat doorging. Het groepje kwam hem niet achterna. Hoewel hij niet iemand was om het conflict uit de weg te gaan, was hij daar nu blij mee. Waardeloos schorem. Dit soort loopjochies deed niets anders dan rotzooi trappen, puur voor de lol, waardeloze informatie doorgeven, prberen indruk op anderen te maken en hopen eindelijk eens een meid in bed te krijgen. Zielig en nog waardelozer dan hij zichzelf vond.
Onverschillig om een donkerrode vlek heenstappend sloeg hij af, een iets nettere straat inlopend. Hij bleef even aarzelend staan en keek omhoog, naar de asgrauwe lucht. Hij herinnerde zich een plek waar ook zelden iemand kwam. Als hij dan toch rust zocht.
Hij begon weer te lopen, met lichte tegenzin.
Hij voelde dat hij vanachter grotendeels gesloten gordijnen gade werd geslagen zoals iedereen hier in de gaten werd gehouden door de bewoners van de gammele huizen hier. Het kon Riot niets schelen.
Plotseling vernam hij een beweging in de schaduwen van een brandgang. Hij was meteen alert, beducht op eventueel gevaar.
Edit; dit topic is zojuist door Zélie geclaimt. Fine with me xD