Damp sloeg van zijn bezwete lichaam af en rookwolkjes kwamen uit zijn neus. Zijn hals gebogen, oren in zijn nek, staart hoog. Alert hield hij de ruiter op zijn rug in de gaten, oplettend wat deze ging doen. Zijn hoofd ging onbewust steeds verder omhoog maar door een hevige ruk in zijn mond bracht hij hem gauw naar beneden. Verdomme zeg, wat deed dat zeer! Zijn mondhoekek kapotgetrokken, zijn hele lichaam onder de striemen van die kutzweep. De ruiter spoorde hem aan tot galop, maar daar had hij absoluut geen zin in. HIj zette zijn hakken in het mulle zand en gooide zijn voorbenen in de lucht. Zijn ruiter hield vast, natuurlijk. Maar ook daar had hij zo zijn methodes voor. Wéér steigerde hij, maaide met zijn hoeven door de lucht. Zijn ruiter blief opnieuw zitten. Nogmaals kwam hij omhoog maar nu gooide hij zijn hele lichaam naar achteren. Jij niet van mijn rug af, ik niet van jouw buik af, dacht hij bitter. De ruiter begon wild te spartelen, een wanhopige poging om onder hem vandaan te komen. Toen hij begreep dat dit niet ging lukken, begon hij om hulp te schreeuwen. Nocture brieste kwaad, wat háátte hij de geluiden die mensen uitbrachten! Bah! Na enkele minuten stormden er mensen de bak binnen, mét zwepen. Toen Nocture die in het oog kreeg, gingen zijn oren direct plat in zijn nek, zijn oogwit was te zien en zijn lippen waren opgetrokken. Nog voordat ze in zijn buurt konden komen, was hij al opgestaan en weggerend. Waag het niet, dacht hij moordlustig. Gelukkig doken de mensen eerst naar de ruiter toe, die kermend op de grond lag. Niet mijn schuld, had hij me maar niet zo ruw moeten behandelen. Vanuit het stilstaan in de hoek, vloog hij in rengalop door de bak heen, het zadel elke keer tegen de bakrand schurend. Na een tijdje had het resultaat en was het zadel zodanig beschadigt dat er iets knapte. Het zadel gleed van zijn rug af en kwam met een plof op de grond neer. Nors walsde hij eroverheen, het zadel nog erger slopend dan hij al had gedaan. Inmiddels lag het zadel in verschillende stukken op de grond. Perfect. Yeah bitches, nu kunnen jullie me niet meer pesten met dit zadel, dacht hij tevreden. Enkel het hoofdstel hing nog om zijn hoofd en zat hem dwars, maar uit ervaring wist hij dat die snel losgemaakt kon worden. In één seconde was hij weer stil gaan staan en had de teugels over zijn hals geworpen. De teugels hingen nu zo dat als hij er met zijn hoef op ging staan, hij het ding van zijn hoofd af kon trekken en het niet al te erge pijn deed. Oefening baart kunst. Hoofd laag, oren naar voren, rechtervoorhoef op de teugel en druk geven. Iets brak en met een beetje schudden was hij ook bevrijd van het hoofdstel.
Even wierp hij een blik op de ruiter die nog steeds op de grond lag. OP geen enkele manier dat hij zich schuldig voelde. Zijn haat jegens de mens was op deze manier ontstaan. Elke keer op harde hand er aan herinnert worden wat hij moest doen. Toen hij net ingereden was, merkte ruiters op dat hij milder was als er met de zweep gereden werd, dan wanneer er zonder zweep werd gereden. Dat was logisch, zo'n zweep betekende pijn en hij háátte pijn. Maar elke keer als hij dan iets fout fout deed of niet direct reageerde op hulpen, kreeg hij de volle laag. Een flink aantal meppen op zijn hals of kont. En daar werd hij dan nog bozer om. Een tik bij hem zorgde ervoor dat hij wraak nam op de ruiter door even een flinke bok te geven. Daarop volgde dan meestal nog een salvo zweepslagen, hij nog bozer, nóg irritanter, een hoop geschreeuw van de ruiter en tijdens een les ook nog gezeik van de instructeur. Gegil wat altijd hetzelfde klonk.
"Geef hem nog maar een tik, laat maar weten dat jij de baas bent!" Standaard dat er op die zin nog meer tikken van de zweep volgde. Gelukkig dat zo'n les hooguit een halfuurtje duurde en dat hij daarna naar stal kon. Ze zadelde hem vaak in de bak af zodat hij direct naar zijn stal kon rennen. Anders werd diegene die hem vast hield toch maar uit elkaar getrokken. Daarbij, als hij bevrijd was van het rijden, wou hij toch alleen maar naar zijn stal toe. Zelfs al stond er een andere hengst vast aan de muur, Nocture negeerde ze gewoon. Pas als hij veilig in zijn stal stond, keek hij weer om zich heen. Als hij een minuut in zijn stal stond, kwam er standaard iemand om hem dicht te doen.
Het was wel eens voorgevallen dat iemand hem probeerde te vangen terwijl hij naar zijn stal racete. In zo'n geval flipte hij al helemaal. Die ene keer dat het gebeurd was, stond hij hoog steigerend in de stallen, zijn hoofd vast in een halster, een halstertouw wat strak stond en ervoor zorgde dat het halster sneed in zijn neus. Toen was hij nog erger geflipt. Schuimbekkend was hij rondjes om het mens gaan draaien en had, wanneer de kans zich voordeed, de man een trap verkocht. Na tien minuten draai- en schreeuwwerk hadden ze de man ervan kunnen overtuigen dat hij Nocture maar beter los kon laten. Met het halstertouw achter hem aanslepend, was hij dankbaar dat hij terug naar stal kon.
Nu, hier in de bak, verlangde hij ook naar zijn stal. Zweet liep in straaltjes van zijn lichaam en zijn ogen dwaalden rusteloos door de bak. De mannen hadden nog steeds geen aandacht voor hem, iets wat hem niet hinderde. Straks zou hij alle aandacht krijgen en waarschijnlijk weer flink geslagen worden. Hij rilde, de gedachte aan een zweep op zijn lichaam was gewoon afschuwelijk. Zijn huid was echt extreem gevoelig en elke zweepslag deed dan ook gruwelijk veel pijn. Hij liet zijn hals naar beneden zakken en brieste zachtjes. Hij was echt doodmoe, van de stress, inspanning en het constante alert moeten blijven. En uiteraard de genezing van de striemen van de vorige dag. Zijn huid lag maar iets te vaak open. Lag ook iets te snel open. Uitgeput sloot hij zijn ogen, maar die vlogen direct weer open toen voetstappen naar hem toekwamen. Oren in zijn nek. Hij trilde over zijn hele lijf maar was absoluut niet moe genoeg om niet aan te vallen. Adrenaline schoot alweer door zijn aderen.
Een onverwachte beweging en ik grijp je, dacht hij vals.
Even wierp hij een blik op de ruiter die nog steeds op de grond lag. OP geen enkele manier dat hij zich schuldig voelde. Zijn haat jegens de mens was op deze manier ontstaan. Elke keer op harde hand er aan herinnert worden wat hij moest doen. Toen hij net ingereden was, merkte ruiters op dat hij milder was als er met de zweep gereden werd, dan wanneer er zonder zweep werd gereden. Dat was logisch, zo'n zweep betekende pijn en hij háátte pijn. Maar elke keer als hij dan iets fout fout deed of niet direct reageerde op hulpen, kreeg hij de volle laag. Een flink aantal meppen op zijn hals of kont. En daar werd hij dan nog bozer om. Een tik bij hem zorgde ervoor dat hij wraak nam op de ruiter door even een flinke bok te geven. Daarop volgde dan meestal nog een salvo zweepslagen, hij nog bozer, nóg irritanter, een hoop geschreeuw van de ruiter en tijdens een les ook nog gezeik van de instructeur. Gegil wat altijd hetzelfde klonk.
"Geef hem nog maar een tik, laat maar weten dat jij de baas bent!" Standaard dat er op die zin nog meer tikken van de zweep volgde. Gelukkig dat zo'n les hooguit een halfuurtje duurde en dat hij daarna naar stal kon. Ze zadelde hem vaak in de bak af zodat hij direct naar zijn stal kon rennen. Anders werd diegene die hem vast hield toch maar uit elkaar getrokken. Daarbij, als hij bevrijd was van het rijden, wou hij toch alleen maar naar zijn stal toe. Zelfs al stond er een andere hengst vast aan de muur, Nocture negeerde ze gewoon. Pas als hij veilig in zijn stal stond, keek hij weer om zich heen. Als hij een minuut in zijn stal stond, kwam er standaard iemand om hem dicht te doen.
Het was wel eens voorgevallen dat iemand hem probeerde te vangen terwijl hij naar zijn stal racete. In zo'n geval flipte hij al helemaal. Die ene keer dat het gebeurd was, stond hij hoog steigerend in de stallen, zijn hoofd vast in een halster, een halstertouw wat strak stond en ervoor zorgde dat het halster sneed in zijn neus. Toen was hij nog erger geflipt. Schuimbekkend was hij rondjes om het mens gaan draaien en had, wanneer de kans zich voordeed, de man een trap verkocht. Na tien minuten draai- en schreeuwwerk hadden ze de man ervan kunnen overtuigen dat hij Nocture maar beter los kon laten. Met het halstertouw achter hem aanslepend, was hij dankbaar dat hij terug naar stal kon.
Nu, hier in de bak, verlangde hij ook naar zijn stal. Zweet liep in straaltjes van zijn lichaam en zijn ogen dwaalden rusteloos door de bak. De mannen hadden nog steeds geen aandacht voor hem, iets wat hem niet hinderde. Straks zou hij alle aandacht krijgen en waarschijnlijk weer flink geslagen worden. Hij rilde, de gedachte aan een zweep op zijn lichaam was gewoon afschuwelijk. Zijn huid was echt extreem gevoelig en elke zweepslag deed dan ook gruwelijk veel pijn. Hij liet zijn hals naar beneden zakken en brieste zachtjes. Hij was echt doodmoe, van de stress, inspanning en het constante alert moeten blijven. En uiteraard de genezing van de striemen van de vorige dag. Zijn huid lag maar iets te vaak open. Lag ook iets te snel open. Uitgeput sloot hij zijn ogen, maar die vlogen direct weer open toen voetstappen naar hem toekwamen. Oren in zijn nek. Hij trilde over zijn hele lijf maar was absoluut niet moe genoeg om niet aan te vallen. Adrenaline schoot alweer door zijn aderen.
Een onverwachte beweging en ik grijp je, dacht hij vals.