Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Learn your lessons, I hate riding whips! ~ Open ~

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Gast


Gast

Damp sloeg van zijn bezwete lichaam af en rookwolkjes kwamen uit zijn neus. Zijn hals gebogen, oren in zijn nek, staart hoog. Alert hield hij de ruiter op zijn rug in de gaten, oplettend wat deze ging doen. Zijn hoofd ging onbewust steeds verder omhoog maar door een hevige ruk in zijn mond bracht hij hem gauw naar beneden. Verdomme zeg, wat deed dat zeer! Zijn mondhoekek kapotgetrokken, zijn hele lichaam onder de striemen van die kutzweep. De ruiter spoorde hem aan tot galop, maar daar had hij absoluut geen zin in. HIj zette zijn hakken in het mulle zand en gooide zijn voorbenen in de lucht. Zijn ruiter hield vast, natuurlijk. Maar ook daar had hij zo zijn methodes voor. Wéér steigerde hij, maaide met zijn hoeven door de lucht. Zijn ruiter blief opnieuw zitten. Nogmaals kwam hij omhoog maar nu gooide hij zijn hele lichaam naar achteren. Jij niet van mijn rug af, ik niet van jouw buik af, dacht hij bitter. De ruiter begon wild te spartelen, een wanhopige poging om onder hem vandaan te komen. Toen hij begreep dat dit niet ging lukken, begon hij om hulp te schreeuwen. Nocture brieste kwaad, wat háátte hij de geluiden die mensen uitbrachten! Bah! Na enkele minuten stormden er mensen de bak binnen, mét zwepen. Toen Nocture die in het oog kreeg, gingen zijn oren direct plat in zijn nek, zijn oogwit was te zien en zijn lippen waren opgetrokken. Nog voordat ze in zijn buurt konden komen, was hij al opgestaan en weggerend. Waag het niet, dacht hij moordlustig. Gelukkig doken de mensen eerst naar de ruiter toe, die kermend op de grond lag. Niet mijn schuld, had hij me maar niet zo ruw moeten behandelen. Vanuit het stilstaan in de hoek, vloog hij in rengalop door de bak heen, het zadel elke keer tegen de bakrand schurend. Na een tijdje had het resultaat en was het zadel zodanig beschadigt dat er iets knapte. Het zadel gleed van zijn rug af en kwam met een plof op de grond neer. Nors walsde hij eroverheen, het zadel nog erger slopend dan hij al had gedaan. Inmiddels lag het zadel in verschillende stukken op de grond. Perfect. Yeah bitches, nu kunnen jullie me niet meer pesten met dit zadel, dacht hij tevreden. Enkel het hoofdstel hing nog om zijn hoofd en zat hem dwars, maar uit ervaring wist hij dat die snel losgemaakt kon worden. In één seconde was hij weer stil gaan staan en had de teugels over zijn hals geworpen. De teugels hingen nu zo dat als hij er met zijn hoef op ging staan, hij het ding van zijn hoofd af kon trekken en het niet al te erge pijn deed. Oefening baart kunst. Hoofd laag, oren naar voren, rechtervoorhoef op de teugel en druk geven. Iets brak en met een beetje schudden was hij ook bevrijd van het hoofdstel.
Even wierp hij een blik op de ruiter die nog steeds op de grond lag. OP geen enkele manier dat hij zich schuldig voelde. Zijn haat jegens de mens was op deze manier ontstaan. Elke keer op harde hand er aan herinnert worden wat hij moest doen. Toen hij net ingereden was, merkte ruiters op dat hij milder was als er met de zweep gereden werd, dan wanneer er zonder zweep werd gereden. Dat was logisch, zo'n zweep betekende pijn en hij háátte pijn. Maar elke keer als hij dan iets fout fout deed of niet direct reageerde op hulpen, kreeg hij de volle laag. Een flink aantal meppen op zijn hals of kont. En daar werd hij dan nog bozer om. Een tik bij hem zorgde ervoor dat hij wraak nam op de ruiter door even een flinke bok te geven. Daarop volgde dan meestal nog een salvo zweepslagen, hij nog bozer, nóg irritanter, een hoop geschreeuw van de ruiter en tijdens een les ook nog gezeik van de instructeur. Gegil wat altijd hetzelfde klonk.
"Geef hem nog maar een tik, laat maar weten dat jij de baas bent!" Standaard dat er op die zin nog meer tikken van de zweep volgde. Gelukkig dat zo'n les hooguit een halfuurtje duurde en dat hij daarna naar stal kon. Ze zadelde hem vaak in de bak af zodat hij direct naar zijn stal kon rennen. Anders werd diegene die hem vast hield toch maar uit elkaar getrokken. Daarbij, als hij bevrijd was van het rijden, wou hij toch alleen maar naar zijn stal toe. Zelfs al stond er een andere hengst vast aan de muur, Nocture negeerde ze gewoon. Pas als hij veilig in zijn stal stond, keek hij weer om zich heen. Als hij een minuut in zijn stal stond, kwam er standaard iemand om hem dicht te doen.
Het was wel eens voorgevallen dat iemand hem probeerde te vangen terwijl hij naar zijn stal racete. In zo'n geval flipte hij al helemaal. Die ene keer dat het gebeurd was, stond hij hoog steigerend in de stallen, zijn hoofd vast in een halster, een halstertouw wat strak stond en ervoor zorgde dat het halster sneed in zijn neus. Toen was hij nog erger geflipt. Schuimbekkend was hij rondjes om het mens gaan draaien en had, wanneer de kans zich voordeed, de man een trap verkocht. Na tien minuten draai- en schreeuwwerk hadden ze de man ervan kunnen overtuigen dat hij Nocture maar beter los kon laten. Met het halstertouw achter hem aanslepend, was hij dankbaar dat hij terug naar stal kon.
Nu, hier in de bak, verlangde hij ook naar zijn stal. Zweet liep in straaltjes van zijn lichaam en zijn ogen dwaalden rusteloos door de bak. De mannen hadden nog steeds geen aandacht voor hem, iets wat hem niet hinderde. Straks zou hij alle aandacht krijgen en waarschijnlijk weer flink geslagen worden. Hij rilde, de gedachte aan een zweep op zijn lichaam was gewoon afschuwelijk. Zijn huid was echt extreem gevoelig en elke zweepslag deed dan ook gruwelijk veel pijn. Hij liet zijn hals naar beneden zakken en brieste zachtjes. Hij was echt doodmoe, van de stress, inspanning en het constante alert moeten blijven. En uiteraard de genezing van de striemen van de vorige dag. Zijn huid lag maar iets te vaak open. Lag ook iets te snel open. Uitgeput sloot hij zijn ogen, maar die vlogen direct weer open toen voetstappen naar hem toekwamen. Oren in zijn nek. Hij trilde over zijn hele lijf maar was absoluut niet moe genoeg om niet aan te vallen. Adrenaline schoot alweer door zijn aderen.
Een onverwachte beweging en ik grijp je, dacht hij vals.

Isaura

Isaura

Isaura hoorde mannen schreeuwen. Ze was Salvia aan het borstelen voordat ze met haar zou gaan rijden. De merrie genoot van de aandacht en stond met haar ogen gesloten half te slapen. Isaura glimlachte tevreden. Salvia was zogenaamd een moeilijke merrie die ging lopen als je haar reed. Isaura reed haar een maand en bereikte veel met haar. Ze had een speciale band met de merrie. Meteen had ze een klik met haar gehad. De merrie was verbaasd geweest door haar eindeloze geduld en zachte hand. De eerste keer dat ze haar had gereden was de merrie angstig op loop geslagen. Anderen zouden haar met harde hand weer naar een draf hebben gebracht maar Isaura had haar laten uitrazen. Ze had haar laten lopen en had haar zelf naar een draf laten gaan. Daarna had ze haar terug in een galop gezet zodat de merrie wist dat zij de baas was over haar. Isaura deed ook geregeld een join-up met de merrie zodat haar band beter werd. Het was nodig geweest bij een merrie zoals Salvia.
Isaura hoorde nog meer lawaai. Salvia keek geschrokken op. Isaura maakte een sussend geluid en klopte op haar hals. De merrie keek haar aan en duwde haar neus tegen haar aan. Isaura kroelde even achter haar oren en besloot haar maar op stal te zetten. Met zoveel lawaai zou de merrie alleen maar gek worden. Als het wat rustiger was zou ze haar wel gaan rijden. Ze maakte haar los en wou haar naar de stal brengen. Opeens bedacht ze zich. Het zou het dier goed doen als ze wat buitenlucht kon opvangen. Isaura draaide zich om en wandelde richting de weide. De merrie haar oren waren net radaren die alle kanten op gingen. ze brieste luid en trippelde zenuwachtig. Isaura besteedde er geen aandacht aan. Enkel goed gedrag zou beloond worden en dat zou ze wel leren. Enkel als ze braaf was kreeg ze lekkers, anders geen blik, geen aai, geen woord. Ze merkte dat Salvia doorhad dat ze geen aandacht kreeg en wat kalmeerde. Slijmend duwde ze haar hoofd tegen Isaura's arm aan. Isaura draaide haar om en keek het paard aan. "Ga je je gedragen?" Vroeg ze enkel en wandelde verder. Salvia leek iets meer te ontspannen en kwam dichter bij haar wandelen. Ze bleef nieuwschierig rond kijken maar stelde zich al niet meer aan. Aan het hek van de weide liet ze haar halt houden. Isaura viste een pepermuntje uit haar broekzak en gaf het aan de merrie. Salvia kauwde het vredig op en wandelde daarna rustig de weide in. Isaura sloot het hek achter haar dicht. De merrie draafde actief rond en bruiste van de energie. Ze had haar hals trots gebogen en haar staart wapperde als een vlag achter haar aan. Met haar 1.74m had ze een mooie grote. Ze had ook prachtige aftekeningen op haar benen en voorhoofd. Haar bles begon met een halve maan en liep verder tot aan haar neus. Ze had 4 witte sokken die elk een leuk motiefje hadden. Isaura was dol op de merrie. Dat was dan ook wel duidelijk te merken. De twee konden het perfect met elkaar vinden. Ook Salvia’s eigenaar had dat al opgemerkt gehad. Toch bleef Isaura zich voorhouden dat Salvia niet tot haar toe behoorde. Ze was haar job, niet een paard dat ze zou kopen. Anders verloor ze er enkel geld aan. Toch twijfelde ze meer en meer. De zaken gingen goed. Haar stallen bij haar thuis stonden gevuld met paarden. Ze had een driejarige ruin aangekocht die ze aan het inrijden was. Zunique had talent en zou snel verkocht kunnen worden, onder het zadel of niet. Ze nam hem nu al vaak mee op concours om hem daar eens te longeren zodat hij aan het lawaai kon wennen. Zelfs nu al trok hij de aandacht van de mensen. Hem echt onder het zadel rijden zou ze volgend jaar pas doen, als hij dan al niet verkocht was. Zijn achterhand stond nu nog hoger dus was hij nog niet volgroeid. Zijn asgrijze vacht had een speciale kleur wat mensen aantrok. Ook zijn talent en bouw mocht gezien worden vond Isaura zelf. Ze was trots op het dier. Ze was deels eigenaresse van de moeder die op hoog niveau jumpings had gelopen en nu als fokmerrie werd gebruikt. Ze had zelf een hengst uitgekozen en nu had ze eindelijk resultaat gekregen. Ze had het geregeld gekregen dat zij het veulen zou krijgen en de merrie volledig van hun zou zijn. Isaura wist van onderhandelen en kreeg dan ook erg vaak klaar wat ze wou.
Isaura wendde zich af van Salvia en wou terug het stallencomplex in gaan. Ze wou weten waarom er zoveel lawaai was. Ze ging richting de rijpiste en zag een groep mensen en een ontsnapt paard. Ze fronste even haar wenkbrauwen. Ze hoorde mensen over het dier bezig zijn. Ze zag de woede in het paard zijn blik. Ongelovig schudde ze even haar hoofd. Ze vond het vreselijk als paarden vijandig werden tegenover mensen. Meestal was het niet eens de schuld van het paard maar van de mensen die met het dier om gingen. ‘Dat ding is vals!’ Hoorde ze iemand roepen. Isaura keek rustig toe. Ze zag het zweet op de vacht van het dier staan. Striemen van de zweepslagen stonden op zijn huid. Isaura voelde de woede in haar naar boven komen. Je moest een paard niet slaan. ‘Zo’n mormel moeten ze afmaken’ Hoorde ze de ruiter zeggen. Isaura balde haar handen tot vuisten en ging de rijpiste in. Ze ging heel even naar de mensen. Ze keek hen allemaal aan zonder een woord te zeggen. “Ze zouden jou beter afmaken. Je mishandeld dat paard!” Sprak ze kortaf. Ze nam de zweep en brak hem door twee. Ze liet het ding vallen in het zand en keek naar het paard. Ze ontweek zijn ogen, anders zou ze aanvallend overkomen. “Iedereen uit de rijpiste.” Sprak ze weer een stuk rustiger. Ze kwam een paar stappen dichter bij het dier. Ze merkte zijn aanvallende houding op en bleef staan. Ze wachtte tot iedereen uit de piste was. Ze rechtte haar schouders dominant en keek strak naar de hengst. Ze wou eerst weten of hij zo naar haar toe zou komen. Anders zou ze rond zijn instincten gaan werken. Elk paard had een oerinstinct. Bij elk paard was dat hetzelfde. Ze moesten weten wie de leider was, pas dan zouden ze een connectie met je maken. Met Salvia had ze dat op een heel andere manier gedaan. De merrie was haar al gaan vertrouwen sindsdat ze niet hardhandig met haar had gereden. Bij dit paard zou dat heel anders liggen. Dit was iets wat al jaren bezig was dacht ze.

https://www.youtube.com/watch?v=IyXWWUrWKss

Gast


Gast

De rijhal was leeg, op dat vrouwelijke mensje na dan. Dat kon hem niet schelen, hij was uitgeput en wou naar zijn stal toe. Trillend stond hij op zijn benen, geen puf meer om iets te doen, toen de adrenaline uit hem was weggevloeid. Dat meisje was geen partij voor hem, die kon hij ombrengen voor ze ook maar iets uit kon halen. Zwepen waren een partij voor hem, zwepen konden hem het zwijgen opbrengen. Deels. Deels wel, deels niet. Maar nu had hij gewoon de energie niet meer om te vechten. De kwelling was te veel, de pijn te groot. Gebroken, geslagen, vernederd. Wild als hij was, werd hij behandeld als een stout jongentje. Hij was verdomme een dier, een hengst met een eigen wil! Niemand kon hem wat opleggen, hij deed het allemaal zelf, maar niemand leek hem te begrijpen, leek zijn taal te spreken. Enkel de wilde paarden begreep hij, wou hij leren kennen. De paarden die onder de mensen hoorden, waren dodelijk vervelend, waren veel te mak, hadden niets wilds meer in zich. Ontplofte nauwelijks, waren niet gevaarlijk, waren geen echte uitdaging. Hij verlangde naar een gevecht, een écht gevecht om rang. Maar ja, op een stal kreeg je daar de kans niet voor, want altijd waren die mannen er. Altijd waren er mensen die zich ermee gingen bemoeien. Hij was een geboren leider, dat stroomde in zijn bloed. En niemand kon hem dat afnemen, al helemaal zo'n klein snertmens niet.
Even liet hij zijn blik over het meisje gaan, vermoeid, verveeld en keek toen weer weg. Het liet hem eigenlijk koud. Ze keek hem met een strakke blik aan, probeerde hem te domineren. Als hij een mens was geweest, had hij zijn schouders opgehaald over haar houding. Zij was, zoals eerder gezegd, geen partij voor hem. Hij zwiepte met zijn staart, kneep met zijn ogen en irriteerde hem aan het zweet dat zelfs over zijn hoofd liep en in straaltjes zijn weg naar beneden vond. Gadverdamme. Wacht. Dat meisje probeerde hem te domineren, maakte ze een grapje? Hij sloeg met zijn staart, voelde weer adrenaline door zijn aderen stromen en keek haar aan met een intense blik die niets anders uitstraalde dan; Je bent dood. Hem domineren, was ze gek? Hij was hier de almachtige leider, niemand boven hem, iedereen onder hem. Gehoorzaam hem maar, andersom ging niet gebeuren. No way! Zijn ogen vlamden, zijn hoeven kwamen met een harde bons neer, elke keer, dreigend kwam hij op haar af, zijn toorn gelde, hij gehoorzaamde niet aan haar, nooit. Hij hing dreigend boven haar, ze kon hem aanraken als ze wou. De hitte die van haar lichaam kwam, voelde hij ook. Maar de strijd tussen mens en paard was onvermijdelijk. Hij steigerde, was echt niet bang om haar te bezeren, raakte haar maar wist dat hij haar nog niet wou verpletteren. Iemand die dominant tegen hem ging doen... Het was... hij was eerlijk gezegd nieuwsgierig. Maar als ze dominant blééf doen, dan was het haar dood. Zo keek hij haar ook aan. Als ze dominant bleef doen, was ze dood. Dat moest ze wel voelen, en anders zou ze het wel snel genoeg merken.

Isaura

Isaura

Isaura merkte de haat jegens mensen in het dier. Ze zuchtte zachtjes eens. Dan moest ze een andere techniek toepassen. Het dier stijgerde recht voor haar neus. Isaura schrok niet en bleef rustig staan. Dominant was ze niet meer, ze stelde zich eerder open. Ze was onder de indruk van hem. "Easy boy" Sprak ze op een zachte, haast fluisterende, toon. Isaura had met heel wat paarden gewerkt. Zelfs de moeilijkste paarden had ze onder het zadel gekregen. Ze had met getraumatiseerden paarden gewerkt en had hen kunnen helpen. Voor zulke paarden had ze dan ook heel gericht een nieuwe thuis gezocht. 1 fout en het kon weer helemaal om zeep zijn met zo'n dier. Haar vorige paard Marengo was er zo eentje. Als jong paard had hij een vreselijke ervaring meegemaakt met het hoofdstel aan te doen. Het had haar weken gekost voor ze hem eindelijk een hoofdstel kon aandoen. Door telkens dezelfde vollegorde aan te houden was het dier langzaam gaan wennen. Doordat ze zo'n sterke band met hem had gekregen had ze hem dan ook maar gehouden. Ze had jaren met hem wedstrijden gereden. Uiteindelijk had ze hem op pensioen laten gaan en hem nog twee geweldige jaren bezorgd. Hij was vredig gestorven in zijn stal met zijn hoofd op haar schoot. Een dier met een geweldig karakter en bovenal enorm veel doorzettingsvermogen. De reactie van deze hengst deed haar een beetje aan hem denken. Marengo had ook als een echte hengst gereageerd. Dit dier deed dat ook. Hij wou de alfa zijn. Isaura keek hem niet in de ogen, dat was vragen om een aanval van het dier. Ze keek naar zijn benen en vanuit een ooghoek hield ze zijn hoofd wat in de gaten. Hij merkte het niet doordat ze meer weg van hem keek. Ze haalde uit haar broekzak wat pepermuntjes. Hij moest ze maar komen halen als hij wou. Ze was best nieuwschierig naar zijn reactie nu. De geur van de snoepjes moest hem vast prikkelen in zijn neus. Maar zou hij haar vertrouwen en het aan komen nemen. Van haar mocht hij daarna gerust weg rennen, terug bij haar vandaan gaan. Ze zou hem niet aanraken als hij iets zou komen nemen.

https://www.youtube.com/watch?v=IyXWWUrWKss

Gast


Gast

Ze liet haar houding varen, net zo snel als hij gekomen was. Hij was tevreden, draaide zich van haar af en sjokte weg. Nu was het goed. Ze mocht, zolang ze gewoon onderdanig was, best in de rijhal staan, maar ze mocht hem niet gaan domineren, dat was gewoon de goden vervloeken. Even zwaaide hij met zijn staart naar een lastige vlieg die hem al een hele tijd zat te irriteren. Hij brieste zachtjes, liep naar een hoek toe en plofte daar neer. Uitgeput zat hij voor zich uit te suffen, tot hij iets rook. Het was overduidelijk een bekende geur, dit rook hij wel vaker en het stond hem wel aan! Toch, ookal mocht hij het ruiken, kreeg hij het nooit te pakken en was het altijd dat gekir van de mensen. Hij begreep het niet. Hij deed toch niets verkeerd? Dat hij enthousiast naar ze toe kwam galloperen en ze haast omver liep en ze het liefst trapte als hij zijn zin niet kreeg, was toch niet zo erg? Maar naarmate de tijd verstreek, realiseerde hij dat hij nooit zoiets zou krijgen. Het meisje van vroeger gaf het hem wel. Het meisje van vroeger zou hem alles geven. Alles wat zijn hartje maar begeerde. Maar dat meisje was er niet meer en nu was hij op zichzelf en zijn krachten aangewezen. De krachten die, dankzij het gebrek aan adrenaline, waren weggevloeid, bleven nu ook weg. Hij voelde zich zwak, ziek en trillerig en wou niets liever dan in een dromeloze slaap wegzakken.
Maar de geur van pepermunt maakte dit onmogelijk. Zijn ogen vlogen open toen ook het overduidelijke geritsel klonk en de geur nog heftiger werd. Wat moest hij doen? Het meisje vertrouwen en het pepermuntje van haar hand opslobberen en riskeren dat ze hem iets deed? Of er als een gek op af rennen en in haar hand bijten terwijl hij het pepermuntje naar binnen slobberde? Hij stond op, overtuigt van zijn kracht, en liep behoedzaam naar het meisje toe. Het meisje stond daar, bewegingsloos, te wachten op hem. Een onderdanige houding, beter dan wat ze daarnet vertoont had, geduld, rust en bovenal, kalmte. Hij brieste zachtjes, het was lastig zeggen tegen een mens dat hij daar behoefte aan had. Kalmte, serene rust. En respect, uiteraard. Ze stond daar, keek niet naar hem, had haar hand uitgestoken, was klaar om hem het pepermuntje te geven en zag er niet uit alsof ze hem ging vangen. Hij was te moe om een snelle beweging te maken, dus pakte hij het pepermuntje met het volle gewicht van zijn hoofd. Echt al zijn gewicht zette hij op het neerdrukken van haar arm, hij slobberde extreem, kwijlde haar hele hand onder en toen hij het pepermuntje had, hapte hij gauw naar haar broekzak, waar duidelijk de geur van pepermunt kwam. Zijn speeksel drong door haar broekzak heen en daardoor was de smaak van pepermunt overduidelijk. Als een gek was hij nu aan haar broekzak aan het sjorren en ergens klonk gescheur. Pepermunt! Hij wou pepermunt!

Isaura

Isaura

De hengst kwam naar haar toe. Isaura hield haar adem in. Ze wist niet wat hij zou doen als hij bij haar zou zijn. Toch bleef ze kalm, hield haar hartslag onder controle. Ze wist dat dieren voelden als je gespannen was. Daarom haalde ze eens diep adem en werd weer rustig. Zo voelde de hengst dat ze kalm was. Hopelijk had het een beetje invloed op hem. Hij kwijlde op haar hand maar daar maakte ze zich even geen zorgen om. Hij hapte richting haar broekzak. Ze draaide haar half van hem weg. Zo liet ze hem weten dat hij geduld moest hebben. Ze haalde de pepermuntjes uit haar broekzak en legde er weer een op haar hand. Ze zette een stap naar achteren en hield het snoepje iets dichter bij haar. Weer nam de hengst het aan. Ze hield het volgende pepermuntje weer wat dichter bij haar. Ze bleef hem pepermuntjes geven en heel langzaam raakte ze zijn kaak aan. Geduldig gaf ze hem nog wat pepermuntjes. Na een korte aanraking haalde ze haar hand weer weg. Anders zou hij misschien weer door het lint gaan als hij door kreeg dat ze hem aanraakte. Het rolletje was bijna leeg. Nu hij dichtbij was kon ze hem beter bekijken. Ze zag de wonden op zijn lichaam. ‘Je hebt dringend verzorging nodig.’ Mompelde ze zachtjes. Ze wist dat hij haar niet verstond en dat vond ze spijtig. Ze wist niet hoe ze het vertrouwen van dit paard moest winnen. Misschien moest ze het er gewoon op wagen en hem een halster aandoen om hem naar de poetsplek te brengen. Daar zou ze hem kunnen verzorgen. Voor verdoving was ze helemaal niet. Misschien een heel kleine hoeveelheid zou helpen. Dan kon hij nog lopen en kon ze veel met hem doen. Maar dan zou zijn vertrouwen nog verder zakken. Een naald stak en dat wist een paard ook. Ze draaide zich van hem weg, een risico. Ze wandelde naar de rand van de piste en vroeg om een zacht halster. Dat zou hem minder pijn doen. Ze vroeg ook om een hele boel pepermuntjes. Ze had gemerkt dat de hengst er dol op was dus dat zou ook heel wat kunnen helpen. Ze gaven haar het halster en de pepermuntjes. Ze gaf de hengst er nog een paard. Zodra hij rustig genoeg was deed ze snel en behendig het halster rond zijn hoofd heen. Het dier hapte naar haar en draaide zich om en bokte naar haar. Isaura ontweek het en zag dat hij weer helemaal overstuur was. Ze zuchtte zachtjes eens en werd zelf weer helemaal rustig. Ze had nog een hoop perpermuntjes. Ze had het halstertouw opgerold in haar broekzak zitten. Nu was het aan de hengst om terug naar haar te komen en weer een pepermuntje te aanvaarden.
[flutj sorry :c]

https://www.youtube.com/watch?v=IyXWWUrWKss

Gast


Gast

Wat was dit voor iets? Van het een op het andere moment kreeg hij een halster om en hij ontplofte. Dat kwam uit het niets! Uit het helemaal niets! Ze had aardig geleken, ze had hem pepermuntjes gegeven, hij had het toegelaten dat ze haar hand op zijn hoofd legde, en nu kreeg hij een halster om als straf! Hoog steigerde hij, maaide met zijn benen in de lucht, en viel gewoon neer. Energiegebrek. Echt energiegebrek. Uitgeput liet hij zichzelf maar liggen, voelde zich weerloos tegenover het meisje dat zijn korte vertrouwen had beschadigt. Ze had te veel van hem verlangt door middel van dat halster. Triest zuchtte hij, zijn leven was niets waard. Waarom zou hij het nog willen? Het maakte hem woest, het brak hem, het stemde hem diep ongelukkig. Het was eigenlijk altijd hetzelfde. Net op het moment dat het goed leek tussen de mens en hem, gebeurde er weer iets wat hem duidelijk moest maken dat hij het paard was. Ongelukkig liet hij zichzelf liggen, speelde voor dood, reageerde op niets meer, en gleed in een soort dromenland waar alles nog wel goed was. Een herinnering kwam omhoog zetten. Een allesverwoestende herinnering.
"Haal hem er maar uit, jongens!" werd er buiten geroepen. Nocture sloeg even uit angst met zijn hoef tegen de achterkant van de trailer. Allemaal nieuwe geuren, stemmen en geluiden, het maakte hem zo ontiegelijk bang. Het meisje waar hij zo vertrouwd mee was geweest, had snikkend om zijn hals gehangen en was later met dat stalen ding met wielen weggegaan. Dat stalen ding waardoor ze haar benen niet meer kon gebruiken. Ze kon hem niet eens meer fatsoenlijk knuffelen. En nu, nu was hij hier, in het onbekende, zonder haar. Zij die er altijd geweest was.
"Hola, jongen!" riep een of andere knecht die zijn halster stevig beetgreep. "Kom maar mee." Hij gaf Nocture een flinke pets en Nocture schudde zijn hoofd. Nee! Raak me niet aan! dacht hij angstig. Hij trippelde zo snel de trailer uit dat hij per ongeluk tegen een ander mens opbotste, die begon te gillen en hem een tik op zijn kont gaf. Nocture gaf een bok naar achter, ngo meer gegil en trok zich los. In angst draafde hij maar over het terrein, tot hij trillend in een hoekje stond. Een man kwam dreigend op hem af. Een zweep zwiepte en Nocture kon niets meer doen.
"Je mag niet wegrennen, rotknol!"

Een tijd later moest hij rijden, voor het eerst, maar uit pure angst was hij verlamd geweest, durfde zichzelf niet te bewegen. Diezelfde man was weer naar hem toegekomen, met zweep, had hem laten draven, galopperen, rengalopperen. Het kon gewoon niet goed genoeg zijn in die man zijn ogen. Uitgeput was hij op stal gezet, geen beloning, in zijn eentje in een stal, niemand in de buurt. Eenzaamheid had hem overgenomen.. De eerstvolgende die kwam had hem een halster omgedaan. En getrokken. Elke keer als Nocture niet iets goed deed , kreeg hij een ruk. Aan het eind van de dag had zijn gezicht vol nare striemen gezeten. Ja, lichamelijk was hij genezen, maar zijn geest nog lang niet.


Hij kon niet meer. Niet meer protesteren, niet meer opstaan. Hij wou alleen maar vergaan en nooit meer terugkomen.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum