De muziek galmde in haar oren. Haar trommelvlies had het even hard te verduren. Moest de harde klanken van nummers van 'Bring Me The Horizon' verwerken. Niet op een zacht niveau gedraaid, maar op vol volume. Het nam wat weg. Wat weg van de sanity die Kaya ervoer. Steeds vaker. De steken in haar hart, de pijn in haar lichaam, de wanhopige eenzaamheid die haar steeds vaker overkwamen.
Als Kaya geen alcohol of pillen naar binnen had gewerkt en vrij nuchter was, kwamen de emoties. De emoties die bruut uitgebannen moesten worden, de emoties die net als de herinneringen niet konden bestaan. Het was niet oké. Het was niet aanwezig. Dit kon niet, mocht niet.
De muziek verlichtte de pijn een klein beetje. Maar het benauwende gevoel bij haar ademhaling bleef. Het gevoel alsof ze ieder moment een jankbui kon hebben, bleef. De knoertharde muziek hielp enkel om de gedachtes buiten schot te laten, maar de beelden waren aanwezig. Waren altijd aanwezig. Ze moest mooi blijven, had inmiddels standaard een verband om haar linkerpols. Een brandwond die haar pols sierde moest op deze manier bedekt blijven. Gelukkig vielen brandwonden niet al te veel op, zeker als het maar op een plek van het lichaam bevond.
Kaya liet haar hoofd naar achteren vallen, voelde dat het niet goed ging. Dat de constante spanning even een uitlaatklep moest hebben. Zonder te aarzelen, zonder enige weifeling, liep ze naar de waterkoker toe, klikte met een glimlachje het ding aan. Ze ging 'thee' zetten. Ach, een kopje thee zou vast wel smaken.
Hoe laat was het eigenlijk?
Tijd was niet belangrijk. Twaalf uur al inmiddels. Ze zou zo wel gaan. Zometeen. Weer een dag doorgekomen. Dat was wel belangrijk. Dagen tellen, doelen stellen. Zorgen dat ze iets had. Zorgen dat ze leefde. Ze was niet ontkomen om vervolgens haar leven weg te gooien.
Ze deed niet anders.
Het knopje van de waterkoker sprong naar beneden met een 'klik' geluidje waardoor Kaya verstoord even opkeek. Haar lach werd vreemd, haast obsessief, bezeten, toen ze het verband van haar arm wikkelde en met waterkoker naar de wastafel liep. Haar elleboog liet ze op het aanrecht leunen, haar arm boven de wasbak. Een ruis kwam in haar ademhaling, tanden stonden in haar lippen. Beten zowat een velletje eraf. Op de onderkant van haar pols zat al een vuurrode brandwond, niet meer gevoelig maar toch. De huid was allesbehalve geheeld.
Kokend heet water stroomde over haar huid en hoewel ze bekend was met de pijn, verbaasde het haar iedere keer weer hoe brandend deze was. Een schreeuw kwam over haar lippen, vulde de kamer, overstemde haar muziek op haar oren. Toch bleef ze door gieten, hield ze geen moment in. Een gelijkmatig tempo, tot de volledige halve liter over haar pols heen gestroomd was. Haar huid kleurde direct rood en als een buitenstaander het had gezien had hij geen enkel excuus voor dit gedrag kunnen vinden. Maar voor Kaya was het allemaal logisch, was het de enige redding.
Ze kreunde, huilde, jammerde zachtjes om de pijn. Maar het was al oké, ze hoefde al niet meer te huilen. Dit zou genoeg zijn voor de aankomende drie dagen, ze zou even geen pijn meer hoeven en even verzadigd zijn. Aan snijden deed ze niet.
Geen idee welke van de twee haar meer schade toe zou hebben gebracht.
Het verband zat weer op zijn oude plek, make-up was bijgewerkt en een kort zwart rokje met een sexy wit topje en een simpel donkerblauw spijkerjasje had ze aan. Hoge dokter Martens, die reikte tot net iets onder de knie. Half een. De jongen waar ze mee aan het dansen was, was niet boeiend genoeg, had vermoedelijk niet genoeg geld.
Half twee. De tijd ging voorbij, alcohol stroomde talrijk door haar aderen heen. Ze kreeg het ene na het andere drankje. Nog niet gezoend, wel veel gedanst. Een bepaalde jongen trok haar aandacht, zag er knap uit, deed haar denken aan de jongens in een grijs ver verleden toen ze nog gelukkig was. Toen ze nog van een toekomst kon spreken zonder jammerend op de grond te storten.
Er stond op dat moment geen meisje bij hem en ach, ze was toch al zat genoeg. Lekker boeiend of ze hem nog tegen kwam. Met een lach verplaatste ze zich naar hem toe, legde haar armen rond zijn middel en trok hem tegen zich aan.
"Ik heb je al de hele avond gezien, maar ben niet naar je toegegaan. Ik kon 't niet laten jongen. Je bent echt hot." Kaya had geen blad voor haar mond. Ze wou de jongen, wou met hem spelen, wou zien wat hij onder zijn kleding had.
En eigenlijk wou ze dat niet.
Kaya wist niet wat ze wou.
Zijn lippen waren dichtbij. Uitnodigend. Hij had een knap hoofd, wat hield haar tegen? Helemaal niets. Zijn lippen op de hare. Haar lippen op de zijne. Haar lichaam tegen de zijne aangedrukt, schuurde het, bespeelde het, insinueerde dingen. Preuts? Nee.
Als Kaya geen alcohol of pillen naar binnen had gewerkt en vrij nuchter was, kwamen de emoties. De emoties die bruut uitgebannen moesten worden, de emoties die net als de herinneringen niet konden bestaan. Het was niet oké. Het was niet aanwezig. Dit kon niet, mocht niet.
De muziek verlichtte de pijn een klein beetje. Maar het benauwende gevoel bij haar ademhaling bleef. Het gevoel alsof ze ieder moment een jankbui kon hebben, bleef. De knoertharde muziek hielp enkel om de gedachtes buiten schot te laten, maar de beelden waren aanwezig. Waren altijd aanwezig. Ze moest mooi blijven, had inmiddels standaard een verband om haar linkerpols. Een brandwond die haar pols sierde moest op deze manier bedekt blijven. Gelukkig vielen brandwonden niet al te veel op, zeker als het maar op een plek van het lichaam bevond.
Kaya liet haar hoofd naar achteren vallen, voelde dat het niet goed ging. Dat de constante spanning even een uitlaatklep moest hebben. Zonder te aarzelen, zonder enige weifeling, liep ze naar de waterkoker toe, klikte met een glimlachje het ding aan. Ze ging 'thee' zetten. Ach, een kopje thee zou vast wel smaken.
Hoe laat was het eigenlijk?
Tijd was niet belangrijk. Twaalf uur al inmiddels. Ze zou zo wel gaan. Zometeen. Weer een dag doorgekomen. Dat was wel belangrijk. Dagen tellen, doelen stellen. Zorgen dat ze iets had. Zorgen dat ze leefde. Ze was niet ontkomen om vervolgens haar leven weg te gooien.
Ze deed niet anders.
Het knopje van de waterkoker sprong naar beneden met een 'klik' geluidje waardoor Kaya verstoord even opkeek. Haar lach werd vreemd, haast obsessief, bezeten, toen ze het verband van haar arm wikkelde en met waterkoker naar de wastafel liep. Haar elleboog liet ze op het aanrecht leunen, haar arm boven de wasbak. Een ruis kwam in haar ademhaling, tanden stonden in haar lippen. Beten zowat een velletje eraf. Op de onderkant van haar pols zat al een vuurrode brandwond, niet meer gevoelig maar toch. De huid was allesbehalve geheeld.
Kokend heet water stroomde over haar huid en hoewel ze bekend was met de pijn, verbaasde het haar iedere keer weer hoe brandend deze was. Een schreeuw kwam over haar lippen, vulde de kamer, overstemde haar muziek op haar oren. Toch bleef ze door gieten, hield ze geen moment in. Een gelijkmatig tempo, tot de volledige halve liter over haar pols heen gestroomd was. Haar huid kleurde direct rood en als een buitenstaander het had gezien had hij geen enkel excuus voor dit gedrag kunnen vinden. Maar voor Kaya was het allemaal logisch, was het de enige redding.
Ze kreunde, huilde, jammerde zachtjes om de pijn. Maar het was al oké, ze hoefde al niet meer te huilen. Dit zou genoeg zijn voor de aankomende drie dagen, ze zou even geen pijn meer hoeven en even verzadigd zijn. Aan snijden deed ze niet.
Geen idee welke van de twee haar meer schade toe zou hebben gebracht.
Het verband zat weer op zijn oude plek, make-up was bijgewerkt en een kort zwart rokje met een sexy wit topje en een simpel donkerblauw spijkerjasje had ze aan. Hoge dokter Martens, die reikte tot net iets onder de knie. Half een. De jongen waar ze mee aan het dansen was, was niet boeiend genoeg, had vermoedelijk niet genoeg geld.
Half twee. De tijd ging voorbij, alcohol stroomde talrijk door haar aderen heen. Ze kreeg het ene na het andere drankje. Nog niet gezoend, wel veel gedanst. Een bepaalde jongen trok haar aandacht, zag er knap uit, deed haar denken aan de jongens in een grijs ver verleden toen ze nog gelukkig was. Toen ze nog van een toekomst kon spreken zonder jammerend op de grond te storten.
Er stond op dat moment geen meisje bij hem en ach, ze was toch al zat genoeg. Lekker boeiend of ze hem nog tegen kwam. Met een lach verplaatste ze zich naar hem toe, legde haar armen rond zijn middel en trok hem tegen zich aan.
"Ik heb je al de hele avond gezien, maar ben niet naar je toegegaan. Ik kon 't niet laten jongen. Je bent echt hot." Kaya had geen blad voor haar mond. Ze wou de jongen, wou met hem spelen, wou zien wat hij onder zijn kleding had.
En eigenlijk wou ze dat niet.
Kaya wist niet wat ze wou.
Zijn lippen waren dichtbij. Uitnodigend. Hij had een knap hoofd, wat hield haar tegen? Helemaal niets. Zijn lippen op de hare. Haar lippen op de zijne. Haar lichaam tegen de zijne aangedrukt, schuurde het, bespeelde het, insinueerde dingen. Preuts? Nee.