Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Don’t you remember when I was a bird and you were a map?

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Ryan

Ryan

Het was niet druk in de stad, iets wat hem irriteerde. Als het niet druk was, waren er te weinig mensen die hem zagen. Zijn groene ogen zochten naar een goede plek, het miezerde en het zorgde ervoor dat weinig mensen interesse zouden hebben in wat hij zou doen. Dat was namelijk altijd zo, het was eigenlijk een zomer baantje. Sowieso ook omdat alles dan minder dicht zat en je kon overal makkelijker wat uit halen. Nu was het op z'n minst wel eens een armband, maar vaak waren ze niks waard. Langzame passen, terwijl hij zocht naar mensen die interessant waren. Op dit moment waren dat er te weinig. Een kleine grijns kwam op zijn lippen, terwijl hij de kaarten uit zijn zak haalde. Hij had ook wel andere dingen die hij kon, want hij kende vele trucs. Maar dat was minder makkelijk en het was moeilijker om soms iets meer mee te nemen als dat eigenlijk hoorde.
Zo begon hij met schudden, zijn groene ogen keken naar de kaarten en daarna naar wat mensen die eraan kwamen lopen. Een vrouw keek hem wat vragend aan, ze kwam net een winkel uitlopen en dat was dus een goed begin. Hij zette zijn hoedje wat rechter op zijn hoofd, waarna hij naar de vrouw toe liep.
"Ik laat u kaarten zien, wilt u een van die kaarten in uw hoofd nemen?" Vroeg hij netjes en de vrouw knipperde even verbaasd met haar ogen, maar ze knikte toen. Dit zorgde voor een glimlach hield de kaarten omhoog.
"Ik laat ze allemaal zien en het is aan u wat de keuze is. Enkel niet de voorste, dat is te makkelijk." Hierna liet hij zijn handen langs de kaarten gaan. "Nog een keer." Zei hij rustig en deed hetzelfde, hij moest op het juiste moment eenzelfde kaart iets langer tonen, al was het een milliseconde. Deze zou ze namelijk in haar hoofd krijgen.
"U heeft een kaart?" De vrouw antwoordde simpelweg met ja en Ryan glimlachte dan ook beleefd. "Zit de kaart hierbij?" Natuurlijk zat de kaart er niet bij en de vrouw keek hem dan ook verbaasd aan.
"Nee, de kaart zit er niet bij." Een man kwam langs haar staan en pakte haar hand vast, aan haar andere hand zag hij een prachtige armband en aan de man te zien, hadden ze wel wat te besteden. Hij pakte dan ook haar hand, zorgde ervoor dat het leek alsof de kaart uit haar mauw kwam en klikte de armband los.
"Was het toevallig de harten boer?" De vrouw keek hem verbaasd aan, want hoe kon hij dat weten.
"Meneer, wil u het ook eens proberen?" De man bromde iets wat op een ja leek en hij herhaalde het tafereel weer. Echter haalde hij de verkeerde kaart bij hem uit zijn mouw, maar de goede bij die van de vrouw. Dit was het laatste stapje om de armband te krijgen en hij liet de armband zonder dat iemand het zag, in zijn eigen mouw verdwijnen. Hij knikte om ze te bedanken en de man keek hem minachtend aan en nam zijn vrouw mee. De armband liet hij in zijn jaszak glijden, zodat het niet op zou vallen. Hij schudde de kaarten om dit bij wat meer stelletjes te doen, raakte ze soms aan een kant aan om hun zintuigen af te leiden en met zijn andere hand pakte hij dan iets uit de tas die dan toevallig open stond. Het liefst een portemonnee, waar hij netjes iets uit haalde en zei dat hij het gevonden had. Toen begon het harder te regenen en was iedereen van de straat af. Nu moest ook Ryan onderdak zoeken en dat deed hij bij een klein afdakje dat boven een deur hing. Hij borg zijn kaarten op en stak een sigaret op, geldverspilling, maar het was niet verkeerd.

Ray

Ray

Flo drentelde op een rustig drafje over het pad. Af en toe hobbelde ze een stukje verder omdat ze nou eenmaal per se aan dat grassprietje/boomstronkje/plasje water moet gaan ruiken. Toch kijkt ze iedere keer weer even op, gewoon om er zeker van te zijn dat haar baasje nog steeds achter haar loopt. Iedere keer wanneer haar blik de zijne treft wend ze onmiddellijk haar kop af om weer aan dat oh zo belangrijke sprietje te snuffelen. Ray grijnst. God, wat is hij dol op die hond. Sommige zouden het als triest bestempelen dat zijn beste (en helaas enige) echte maatje een viervoeter is, maar Ray was het als een geschenk uit de hemel. Flo fleurde hem altijd wel op, liet hem nooit in de steek, was er simpelweg altijd voor hem. Dat klinkt misschien wat cliché, alsof ze een of andere Lassie hond die oh zo geweldig is, maar toch voelde het wel zo voor hem.
De regen begon toe te nemen. Het zou ook wel weer eens niet, ging het dan ook altijd regenen in deze klote stad? Ray schoof zijn versleten capuchon over zijn hoofd en versnelde zijn pas. Flo, die nu uitbundig een stukje Mars verpakking aan het besnuffelen was, sprong op en begon een sprintje te trekken. Aan het eind van het pad bleef ze stil staan, lichtelijk naar voren gebukt, staart wild kwispelend. Er verscheen een grijns op zijn gezicht. "Oké, vooruit dan maar!". Alsof er een startschot was afgegaan, zo snel sprintte de jongen en de hond door de straten. Het begon nog harder te regenen. De plassen op straat werden dieper en het duurde ook niet lang voordat Rays schoenen doorweekt waren. Na vier minuten sprinten gaf Ray het op. Hijgend boog hij voorover en probeerde weer op adem te komen. Flo maakte rechtsomkeert, liep naar haar baasje en gaf een lekkere natte lik over zijn hand. Glimlachend wreef Ray al aaiend het speeksel weer af aan haar kop. Ach, dat regende er toch zo weer af. Met dit hondenweer bleef niks vies.
Ray kwam weer overeind en begon op een normaal tempo verder te lopen. Flo volgde hem op de voet. De schemer was al tijden geleden ingetreden, het echte donker worden was al begonnen. De straatverlichting was al bijna een uur aan en de etages in de winkelstraat waren sierlijk verlicht. Ondanks dat het geen koopavond, het donker was en het pijpenstelen regende, liepen er nog steeds mensen over straat. Dat was een van de nadelen van die grote steden: je was er nooit alleen. Soms wanneer Ray er echt vroeg op uittrok, richting de weides en de bossen in de omtrek waren de straten stil. Dan leek het net of de wereld van hem was. Van hem en zijn hond. En af en toe van een  krantenjongen die zo nodig het mooie plaatje moest verstoren met zijn piepende fiets.
De geur van eten vulde de straten, afkomstig uit de woningen boven de winkels. Ray voelde zijn buik borrelen; honger. De gedachte aan eten deden hem watertanden, sinds die slappe boterham van vanmorgen had hij niks meer gegeten. In zijn jaszak speelde hij met de weinige muntstukken die hij bezat tussen zijn vingers. Het aantal muntstukken slonk hem veel te snel. Waar bleef al dat geld toch altijd? Eén broodje? Hopla, twee euro er af. Een flesje water? Doe nog maar eens 1,50. Ray wist gelukkig waar de goedkope maaltjes te halen waren. Nog een week en dan was hij achttien. Dat kwam mooi uit, vanaf je achttiende kan je voor een euro een volle buik halen bij een van de daklozenvoorzieningen. Niet dat Ray dakloos was, absoluut niet. Met zijn vader woonde hij in een riante maar bouwvallig huis aan de rand van de stad. Ze hadden een groot stuk land er om heen, nouja, een flinke tuin. Met hier en daar een verdwaalde bbq en een autowrak. Tja, zijn "thuis". Ray zuchtte, even niet aan denken. Eerst een maaltijd ergens zien te krijgen. Aan bedelen en schooien deed hij niet, dat ging hem te ver. Zijn viervoeter had daar dan weer wat minder problemen mee.
Die was al weer kwispelend op een volkomen vreemde af gelopen. Ach, typisch Flo dacht Ray, hij zou haar voor geen goud willen veranderen. Hij volgde de hond richting de vreemdeling, die wijs genoeg aan het schuilen was. Klonk op zich niet als een verkeerd plan.

Ryan

Ryan

Hij blies de rook weg, soms was een sigaret goed. Leek het haast alsof bij iedere keer dat hij rook uit blies, er vervelende herinneringen weg leken te gaan. Hij sloot zijn groene ogen dan ook , hij was niet eens moe. Maar meer de vele gedachtes en berekeningen die door zijn hoofd gingen als hij bezig was met een truck. Hoe hij iemand aan moest raken om daar hun aandacht op te richten. Waardoor hij met zijn andere hand iets uit een binnenzak kon halen. Maar vaak zorgde hij ervoor dat de mensen hun aandacht op een kaart richten en zo nam hij vaak wat hij wilde hebben mee.
De jongen kon zich niet eens meer herinneren wanneer hij ermee begonnen was, maar hij wist dat hij niet van plan was om ermee te stoppen. Tenzij hij werkelijk geld kon gaan verdienen met wat hij deed. Zou hij dan nog wel kunnen stoppen? Was het geen gewoonte die hij zou blijven behouden, wilde hij niet gewoon blijven 'lenen' totdat hij werkelijk gepakt zou worden. Het was niet zijn bedoeling, maar het leek erop dat deze gewoonte hem bij zou blijven. Zijn groene ogen opende zich, hij voelde iets bij zijn been. Maar de serieuze blik werd al snel vervangen door een glimlach. Een hand legde hij op de natte kop van de hond.
"Hey vriend." Zei hij, waarna hij weer rechtop stond en een hijs nam van zijn sigaret. Hij keek om zich heen, wie was de eigenaar van het beest? Toen zag hij dat er iemand aan kwam lopen en met de sigaret in zijn hand wees hij naar het dier. Hij blies eerst de rook uit voordat hij zijn mond open deed om te praten.
"Van jou?" Was de vraag die de jongen te horen kreeg. De regen leek niet te willen stoppen en een blik op de lucht, vertelde de jongen enkel dat dit nog wel even door kon gaan. Zijn huis was niet ver weg, maar hij had weinig zin om nat thuis te komen. Hij was al deels nat en aangezien er in het kraakpand weinig watervoorziening aanwezig was, wachtte hij liever totdat het droog was. Dat was altijd een stuk handiger en het zorgde ervoor dat je kleding minder snel in de was hoefde. Want een wasserette was ook niet goedkoop. Hij keek weer terug naar de jongen, bekeek of hij interessante dingen in het zich had. Iets wat niet het geval bleek te zijn. In tegendeel zelfs, de jongen leek geen bijzondere waarde te hebben om iets op te proberen. Dus dat was ook iets wat hij niet van plan was om te doen. Zijn blik werd vervolgens afgeleid doordat er bijna iemand viel die een snelle pas had ingezet. Dit zorgde ervoor dat hij even kort grinnikte. Regen was niet altijd zo verkeerd, maar op dit moment wel. Mensen moesten uitgaan en drinken en makkelijk van hun eigendommen te beroven zijn.

{Crap, sorry Hopelijk kun je er wat mee en anders hoor ik het graag, dan pas ik het aan}

Ray

Ray

Flo kreeg een hand op haar kop gelegd en Ray zag haar van verre al genieten van de aandacht. Of beeldde hij het enkel in? Ach, hoe dan ook, Flo híéld van aandacht. Ze leefde voor aandacht. Natuurlijk was aandacht van Ray het allerbelangrijkste uit de hele wereld maar dat nam niet weg dat ze niet ook aandacht wou van alle andere uit die wereld. Ray was inmiddels ook bij het afdakje terecht gekomen. De lucht stonk er naar verbrande sigaret, niet dat Ray zich er aan ergerde. Het was een geur die bijna door het hele huis thuis hing. Alleen de alcohol geur van zijn vader kon het overstemmen. Ray zelf rook het al amper meer. Zelf had Ray wel eens een sigaretje opgerookt, meestal op aandringen van zijn vader of een van die 'vrienden' van zijn vader. Gek genoeg denken die lui alleen aardig over te komen, als je tenminste lui hebt die aardig wíllen over komen, er zijn er genoeg die er maling aan hebben, door je iets aan te bieden en er vervolgens zo op te staan dat je het moet aannemen dat het amper aardig meer is. Ray rookt dan braaf zijn sigaretje op om vervolgens urenlang die ranzige nasmaak in de mond te hebben. Prima weg te jagen met wat voedsel of een kauwgompje (nee, geen kauwpompje spellingscontrole, das wat anders...) maar laat dat nou net die twee dingen zijn die bijna nooit in huis te vinden waren.
"Van jou?" vroeg de jongen nadat de rook had uitgeblazen en wees naar de rode border collie. Ray knikte. "Zo iets ja." Een hond eigendom noemen vond Ray ergens altijd zo raar klinken. Tuurlijk was het zijn hond, Flo behoorde tot hem. Maar hij was het baasje van Flo. Daarbij was hij nog steeds geen achttien, officieel was Flo van niemand. Ze was nergens geregistreerd, niet gechipt, geen enkele dierenarts had haar ooit gezien. Ray had haar ooit op straat gevonden, als verzopen pup in de regen. Hij vermoedde dat ze gewoon was achtergelaten door een of andere broodfok. Iets aan haar bouw of tekening zal weer niet honderd procent perfect zijn geweest. Meestal werden de mislukkelingen tegen een muur doodgegooid of verzopen. Iets wat hij zijn vader ook nog wel zag doen. Kennelijk had deze fokker toch nog iets van een hart gehad en de pup in leven gelaten. Ray had zich onmiddellijk over de pup ontfermd. Het diertje was zwakjes maar sterkte als snel aan op een dieet van Rays maaltijden. Zodra Rays vader de opgroeiende hond in de gaten had kreeg Ray de wind van voren. Dat dat ondier onmiddellijk moest verdwijnen en een schande was voor het gezin. De man was razend geworden en tierde maar door en door. Ray werd letterlijk het huis uitgetrapt om vervolgens buiten nog een paar trappen tegen zijn rug te krijgen. Al die tijd lag hij als een komma om de hond heen, haar beschermend wat er ook mocht gebeuren. Zijn vader zag al snel zijn fout in en bedaarde. Hij reikte Ray de hand, vroeg hem om vergiffenis, bood hem wat bier aan. 'Om het goed te maken' en het speet hem echt heel echt maar die hond moest toch echt weg, en nee nu geen gesputter, weg met dat dier dan kwam alles weer goed. Maar het dier ging niet weg. Flo had sindsdien een slaapplaats in het Landrover wrak gekregen. De achterbank was wind en waterdicht en met een flinke hoop lakens ook nog eens goed te doen qua temperatuur. Rays vader wist er niks van, die had toch geen oog voor dingen die geen alcohol of nicotine bevatte. Zolang Ray er maar voor zorgde dat zijn vader sliep of niet thuis was als hij er met Flo vandoor ging. Die ouwe maakte het toch niet uit of Ray nou wel of niet thuis was. Als het voedsel op was en Ray was er niet dan ritselde die vent op de een of andere manier altijd wel een maaltijd, vast via die 'makkers', Ray had geen idee. Als het voedsel op was en Ray was wel thuis dan kreeg hij de wind van voren, dus tja, thuis zo veel mogelijk vermijden was op zich een prima idee.
"Wat een weer hè?" merkte Ray op, die niks beters wist te zeggen. Tja, wat moest hij dan? 'Hoi, ik ben Ray, dit is mijn hond, mijn leven zuigt maar hé, ik heb wel een hond?' Leuke intro, moest hij onthouden. Versier je vast veel meiden mee.

(Lukte wel, al is mijn post ook niet bepaald een literair hoogstandje. Mss dat ze zo een flyer voor een gratis tweede burger van de Mac krijgen aangereikt door een verzopen en levensmoeie student die toch ja heeft gezegd voor dat ene klote baantje, want tja, geld is geld? x'D )

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Soortgelijke onderwerpen

-

» Hey, remember me? [Rowan]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum