Stretching my legs
Dauwdruppels bedekten de heerlijke grasvelden van de stallen. Enter en twenters stond in de opfokweide al heerlijk te grazen. Merries met veulens werden naar buiten gebracht door stalhulpen. De eerste ruiters arriveerden al. Sommige paarden werden naar een trailer gebracht met in het groot reclame van 'Stoeterij Lindsmanhof'. De meeste waren jonge paarden die naar een of andere keuring of veiling gingen. Voor zo vroeg in de ochtend te zijn was het druk, heel druk. Je merkte dat het zaterdag was op de stoeterij. Het was ook prachtig weer. Een aantal ruiters waren vroeg gekomen om een van de laatste buitenritten van het jaar te maken. De stampmolen was ook al aan het draaien met een paar driejarige merries erin. De meeste van de paarden die hier op stal stonden zouden op 4 jarige leeftijd al weer verkocht worden. zo ging dat nu eenmaal op een springstal. De minderen werden al verkocht op de keuringen. Daarna werden er nog een heel deel na de opfok verkocht en dan het grootste deel na het inrijden en het uitbrengen op wedstrijden. Zo konden de fokkerijen nog een mooi graantje meepikken van het prijzengeld in het eerste jaar van het jonge paarden. Enkel de beste merries en hengsten konden blijven. Een grote selectie was dit meestal niet. Als hengst mocht je je vereerd voelen moest je op deze stal mogen blijven. Momenteel hadden ze immers maar 5 stamhengsten. Jassher hoorde daar ook niet bij. Hij werd hier op stal gezien als het verwende paardje van de dochter van de eigenaar. Misschien was dat ook wel een beetje zo. Hij stond in een van de beste stallen en werd verzorgd door de beste stalhulpen. Jessy kreeg alles wat ze maar wou. Maar toch stond Jassher te koop. Iets wat Jessy enorm betreurde. Haar Jassher die ze helemaal zelf had opgeleid moest verkocht worden. Jassher zelf had geen flauw benul van wat er zou gebeuren.
Jassher Stond in zijn stal nog wat te doezelen toen zijn verzorger de stal binnen kwam. Zijn rode deken werd van zijn rug gehaald en een lederen halster werd over zijn neus heen geschoven. Zijn naam stond op een plaatje gegraveerd. Jassher wandelde gretig mee met zijn verzorger naar de poetsplekken. Hij kende de weg al vanbuiten. Eerst meteen links, dan de stallen door, dan naar buiten en dan het eerst volgende gebouw rechts naar binnen. Ze hadden een heel gebouw vol met wasplaatsen en solariums. Ze hadden ook een speciale fysiohal waar ze een paardenzwembad hadden en loopbanden. Jassher was er ooit wel eens geweest na een blessure aan een van zijn spieren. Hij vond het eigenlijk best wel leuk.
Na het poetsen en het opzadelen werd hij mee naar buiten genomen. Zijn amazone stond al te wachten. Jassher duwde liefdevol zijn neus tegen haar zij aan toen ze ging opstijgen. Zodra ze op zijn rug zat begon hij te trippelen. De adrenaline gierde door zijn lichaam. Zijn slanke bruine oren stonden naar voren gepriemd.
'Ho ho Jassher, wa gaan maar een klein ritje maken. Hou je wat in. Ze komen vandaag kijken.' Mopperde Jessy. Jassher kalmeerde een klein beetje. Wie kwam er kijken? Ach, wat maakte het hem ook uit. Hij wou rijden in de bos. Hij wou plezier maken. De teugels werden iets langer gemaakt. Jassher mocht vertrekken. Zijn dribbelige pas werd als snel vervangen door een vlotte drafpas. Hij kromde zijn hals netjes en gooide zijn staart een beetje de hoogte in. Zijn sterallures van in de wedstrijdpiste kwamen altijd naar boven als iemand hem reed. Hij genoot er gewoon van als hij wat beweging kon krijgen.
In het bos vierden de teugels. Dankbaar sterkte hij zijn hals wat en ging over in een soepele galop. Zijn lange, stevige, benen draagden hem verder. Lieten hem vrij voelen. Een boomstam versperde de weg. Jassher gooide zijn hoofd de lucht in en begon een beetje te dribbelen. Jessy greep op tijd in en liet hem verzamelen. 2 passen voor de sprong ging ze in verlichte zit en gaf ze hem de ruimte om te springen. Met een mooi boogje sprong hij er over heen. Het deed hem zo goed om te mogen springen, het was gewoon zijn leven.
Terug op stal werd hij, zodra Jessy was afgestapt, over genomen door zijn verzorger. Die bracht hem naar een poetsplek, deed zijn zadel af, verving zijn hoofdstel door een halster en bracht hem naar het solarium. Zodra zijn verzorger zijn spullen had opgeruimd kwam hij terug met een rood buitendeken voor Jassher. Hij nam hem mee richting de paddock. Daar werd hij los gelaten. Jassher zuchtte eens. Dit verveelde hem. Hij kon hier niet eens knabbelen aan het heerlijke gras dat aan de andere kant van het hekwerk stond. Of misschien toch wel? Hij zakte door zijn voorbenen heen en legde zijn hoofd zo laag mogelijk. Met zijn lippen probeerde hij wat grassprietjes vast te krijgen wat blijkbaar toch niet zo makkelijk was als hij dacht. Maar hij had er wel een paar. Triomfantelijk stond hij weer recht en begon hij wat heen en weer te draven. Wie zou er nu naar hem komen kijken? Hij was eigenlijk best benieuwd. Toen een auto het erf op reed stond Jassher dan ook nieuwsgierig aan het hekwerk te kijken. De paarden die op stal stonden staken ook nieuwsgierig hun hoofd naar buiten. Sommige enter en twenter keken ook op die langs weerskanten van de oprijlaan in de weide stonden.
-en Pasqual-
Paradigm Shift