Het was voor haar een heftige dag geweest, het werk in de piercing shop was niet helemaal soepel verlopen. Iemand was flauwgevallen en dat zorgde altijd voor de kleine complicaties. Niks ernstigs en na wat rust had Abigail het meisje begeleid naar huis. Ze wilde haar niet alleen laten gaan. Daarna had ze een fotoshoot, deze ontzettend uit was gelopen. Het moest iets donkerder zijn, totdat ondertussen de nacht was gevallen. Ze wilde donker er dat hadden ze gekregen en na enkele uren kon ze opgelucht ademhalen toen alles achter de rug was. Het meisje had de ietwat heftige make-up opgelaten en had prachtige roze glitters rond haar ogen. Haar baby roze haren waren deels opgestoken en als de make-up wat minder heftig was geweest, had ze van een gala kunnen komen. Ze had een lange witte rok aangedaan, met een paars strak shirt. Niks speciaals, ze wilde op dit moment gewoon richting huis. Snel zei ze iedereen gedag en nam nog snel een beker koffie mee voor op de terugweg. De nacht was koel, maar niet koud te noemen en de wind die door haar haren waaide zorgde voor een kleine glimlach op haar lippen. Ze nipte van haar koffie terwijl ze een steegje voorbijliep. Bijna werd ze omvergelopen door een donkere schim die duidelijk haast had en bijna had ze koffie over zich heen gekregen. Met een boze blik keek ze hem na, waarna ze de richting in keek waar het vandaan kwam. Het steegje, Abigail wilde doorlopen, maar had het idee iets te zien liggen. Even had ze het idee dat het haar verbeelding was, in de duisternis leek een nog donkerdere plek te zijn. Ze nam aan dat het haar verbeelding was, maar wat als het een gedumpt dier was? Haar voeten echode gehaast door het steegje. Maar wat ze zag was iets anders dan wat ze verwacht had. Het was een persoon, maar ze kon nog niet uitmaken of het een zwerver was of iemand die in nood was. Hij lag er bewegingloos bij en nu ze bij hem was hurkte ze neer. Het zag er niet goed uit, hij was doorweekt en ze kon niet zien of dit van het bloed of van het zweet was.
“Meneer?” Het meisje hield haar oor bij zijn lippen, hij ademde langzaam. Met haar gezicht nog steeds dicht bij die van hem keek ze naar hem en de schrik kwam meteen op haar gezicht. Het was Jonas, ze was er vrij zeker van dat hij niet zo in een steegje hoorde te liggen. Dat was ook het moment dat ze de ernst van de zaak zag en dat ze haar mobiel erbij pakte.
Drie nummers werden ingetikt en ze hield de telefoon aan haar oor.
“Jonas is gewond, ik heb hem zo gevonden.” Haar stem klonk paniekerig en ze legde uit dat ze in een steegje zaten en aan welke weg deze zat.
“Ik denk niet dat ik hem kan verplaatsen, ik zal het proberen.” Haar stem was overgeslagen naar bezorgdheid. Ze legde haar mobiel op de grond, ze hadden haar gevraagd om aan de telefoon te blijven. Maar ze had aangegeven dat ze niet tegen hen kon praten.
“Jonas.” Begon ze zacht en streelde wat haren van zijn voorhoofd. “Ik ben Abigail.” Het verhaal over dat ze wel eens langs kwam deed er totaal niet toe op dit moment en hield ze dan ook voor zich.
“Wat is er gebeurt?” Waren haar zachte woorden, ze verwachtte niet dat ze antwoord kreeg en de beker koffie die ze neer had gezet werd opgepakt. Op haar knieën zat ze bij zijn gezicht en legde een hand achter zijn hoofd om deze langzaam omhoog te halen.
“Het is koffie.” Ze zette de beker tegen zijn lippen aan, probeerde hem iets te laten drinken. “Het spijt me dat mensen hiertoe in staat zijn.” Tranen kwamen in haar ogen bij het zien van de man. Ze kende maar weinig mensen die zo vriendelijk en hulpvaardig waren als Jonas. Vaak genoeg kwam ze langs om wat groente te kopen en nog nooit had ze hem chagrijnig meegemaakt of was hij naar tegen haar geweest. Het meisje hield zijn hoofd tegen met haar hand, ze wilde niet dat hij met zijn hoofd op de harde stenen lag, maar haar knokkels begonnen langzaam pijnlijk aan te voelen. Ze trok haar paarse shirt uit, maakte er een geïmproviseerd kussen van en legde zacht zijn hoofd neer op de stof. Het was niet perfect, maar beter dan niks. Dat ze nu enkel in een BH zat maakte de jongedame niks uit. Het zorgde enkel voor kippenvel op haar armen, maar de kou nam ze nauwelijks waar.
“Meneer?” Het meisje hield haar oor bij zijn lippen, hij ademde langzaam. Met haar gezicht nog steeds dicht bij die van hem keek ze naar hem en de schrik kwam meteen op haar gezicht. Het was Jonas, ze was er vrij zeker van dat hij niet zo in een steegje hoorde te liggen. Dat was ook het moment dat ze de ernst van de zaak zag en dat ze haar mobiel erbij pakte.
Drie nummers werden ingetikt en ze hield de telefoon aan haar oor.
“Jonas is gewond, ik heb hem zo gevonden.” Haar stem klonk paniekerig en ze legde uit dat ze in een steegje zaten en aan welke weg deze zat.
“Ik denk niet dat ik hem kan verplaatsen, ik zal het proberen.” Haar stem was overgeslagen naar bezorgdheid. Ze legde haar mobiel op de grond, ze hadden haar gevraagd om aan de telefoon te blijven. Maar ze had aangegeven dat ze niet tegen hen kon praten.
“Jonas.” Begon ze zacht en streelde wat haren van zijn voorhoofd. “Ik ben Abigail.” Het verhaal over dat ze wel eens langs kwam deed er totaal niet toe op dit moment en hield ze dan ook voor zich.
“Wat is er gebeurt?” Waren haar zachte woorden, ze verwachtte niet dat ze antwoord kreeg en de beker koffie die ze neer had gezet werd opgepakt. Op haar knieën zat ze bij zijn gezicht en legde een hand achter zijn hoofd om deze langzaam omhoog te halen.
“Het is koffie.” Ze zette de beker tegen zijn lippen aan, probeerde hem iets te laten drinken. “Het spijt me dat mensen hiertoe in staat zijn.” Tranen kwamen in haar ogen bij het zien van de man. Ze kende maar weinig mensen die zo vriendelijk en hulpvaardig waren als Jonas. Vaak genoeg kwam ze langs om wat groente te kopen en nog nooit had ze hem chagrijnig meegemaakt of was hij naar tegen haar geweest. Het meisje hield zijn hoofd tegen met haar hand, ze wilde niet dat hij met zijn hoofd op de harde stenen lag, maar haar knokkels begonnen langzaam pijnlijk aan te voelen. Ze trok haar paarse shirt uit, maakte er een geïmproviseerd kussen van en legde zacht zijn hoofd neer op de stof. Het was niet perfect, maar beter dan niks. Dat ze nu enkel in een BH zat maakte de jongedame niks uit. Het zorgde enkel voor kippenvel op haar armen, maar de kou nam ze nauwelijks waar.