Een maand na hun eerste ontmoeting ontving Jonas zijn eerste brief van Rhyme Hillyard. Hij had het meisje zo nu en dan in het gezelschap van haar ouders gezien in de Kerk op zondagochtend en dan had hij even vriendelijk naar haar geglimlacht, maar hij had geen kans gekregen om haar te vragen hoe het met haar ging zonder dat meneer en mevrouw Hillyard met hen mee luisterden. Tot zijn opluchting had hij Lloyd helemaal kunnen ontlopen - hij zag de man wel af en toe lopen in de hallen of enkele banken verderop zitten. Een enkele keer had hij oogcontact met hem gemaakt en de ander had naar hem geglimlacht, maar het was een lach geweest die zijn ogen niet had bereikt. De man bezorgde hem rillingen.
Het hele groepje in het algemeen begon hem ondertussen op te vallen. Het was een select groepje van mensen die vaak rond de Kerk te vinden waren en Jonas werd er een beetje oncomfortabel van. Dit waren de mensen die zijn geloof een slechte naam gaven en hij had er al aan zitten denken om het er met priester Campbell over te hebben bij de thee op zaterdag, maar had de moed nog niet echt kunnen vinden. Ze namen hun eigen regels veel te ver en hadden de echte essentie van het christendom duidelijk vergeten.
Jonas zou het nooit toegeven, maar hij mocht ze niet bepaald.
Naarmate de tijd verstreek werd hij bang dat Rhyme niet meer om hulp zou vragen. Ze zat in een benauwde situatie waar het heel goed zou kunnen gebeuren dat ze zou vinden dat ze geen hulp nodig had omdat haar ouders haar tegen hielden.
Maar het kon natuurlijk ook gewoon zijn dat ze contact op had genomen met Brianna Marchand, het Joodse meisje dat zo lief tegen haar was geweest en aan had geboden om te helpen wanneer ze het nodig had. Brianna was nu eenmaal iemand van haar leeftijdsgroep en alhoewel ze Joods was - Jonas had dit afgeleid aan het sterretje dat om haar hals had gehangen - hoefde dat niet gelijk op te vallen en zou het niet gelijk in de weg moeten komen van direct contact met Rhyme, die logischerwijs misschien sneller naar haar zou gaan met problemen dan naar hem. Voor nu zou hij het even aanzien.
Maar na een maand ontving hij tot zijn eigen verbazing en stiekem ook opluchting Rhymes eerste brief. Hij ontving vaak post omdat brieven de enige middelen van communicatie waren die hij bezat - geen elektriciteit, geen internet. Hij bezat geen telefoon, geen computer, helemaal niets. Dat hoorde nu eenmaal bij de levenswijze die hij gekozen had.
Jonas woonde net buiten de stad in een liefelijk huisje omringd door natuur. Zijn muren waren stevig geïsoleerd tegen de kou, het lage dak was gemaakt van riet en de tuin was wild en weelderig, vol met sterk geurende bloemen en felle kleuren. Tuinieren was één van zijn hobby's, en de dingen die hij oogste gebruikte hij in zijn eigen eten - wat over bleef ging naar de voedselbank of naar de kinderboerderij. Vlees at hij toch niet, dus de vruchten en groenten die hij groeide waren genoeg; ook zijn aardappelen kwamen uit eigen tuin. Van tijd tot tijd kreeg hij hulp van zijn ondertussen bejaarde moeder met het verwerken van de oogst of kwamen vrienden hun handen uit de mouwen steken. Jonas was een goede kok en vaak bleven ze na een lange dag hard werk nog even eten.
In de vroege ochtend liep hij in de zon over het grindpad naar de brievenbus die hij aan het hek om zijn terrein had bevestigd. Hij ontving ook elke ochtend de krant, maar nu was dat niet het enige wat hij had ontvangen. Hij trok eveneens een bruine envelop uit de brievenbus en keek nieuwsgierig naar het nette handschrift dat hij niet herkende.
Hij besloot eerst een kop thee in te schenken voor hij buiten op een bankje ging zitten en de brief openmaakte, de krant naast hem.
Het was inderdaad een brief van Rhyme. Natuurlijk ontzettend beleefd verwoord, iets anders had hij ook niet van haar verwacht. Er stond vrij weinig in over haar situatie thuis, wat hem niet had moeten verbazen. Wel vertelde ze hem over een lastig project op school - ze zat nu in haar laatste jaar en het werd nog moeilijker gemaakt omdat haar ouders blijkbaar haar telefoon weg hadden genomen. Zelfs als hij zelf een mobiel had gehad had ze hem zo niet kunnen bereiken.
Hij las de brief enkele keren door voor hij overeind kwam en naar binnen liep om haar terug te schrijven. Hij wist maar al te goed dat een luisterend oor veel meer steun kon bieden dan sommigen misschien dachten en als hij iets voor dit meisje kon doen zou hij haar maar al te graag helpen.
Om maar zo gepast mogelijk te blijven hield hij zijn bericht terug formeel maar vriendelijk. Hij vroeg naar haar school en of ze het daar leuk vond, naar haar vriendinnen, of ze al contact had gehad met Brianna. Hij besloot om het onderwerp van haar ouders te vermijden maar omdat ze zelf over het voorval met Lloyd was begonnen en meerdere keren haar excuses aan bood schreef hij wel dat ze daarin echt geen schuld had gehad. Dat hij had natuurlijk ook gezegd op de avond zelf maar ze leek nog steeds met het idee te zitten dat het door haar toedoen uit de hand was gelopen.
De brief was al op de post gedaan en hij stond al even in de tuin te werken toen hij zich plotseling af vroeg wat de gevolgen zouden zijn als zijn brief zou worden ontdekt door meneer en mevrouw Hillyard en hij kon enkel hopen dat hij voor Rhyme geen problemen zou veroorzaken.
Het hele groepje in het algemeen begon hem ondertussen op te vallen. Het was een select groepje van mensen die vaak rond de Kerk te vinden waren en Jonas werd er een beetje oncomfortabel van. Dit waren de mensen die zijn geloof een slechte naam gaven en hij had er al aan zitten denken om het er met priester Campbell over te hebben bij de thee op zaterdag, maar had de moed nog niet echt kunnen vinden. Ze namen hun eigen regels veel te ver en hadden de echte essentie van het christendom duidelijk vergeten.
Jonas zou het nooit toegeven, maar hij mocht ze niet bepaald.
Naarmate de tijd verstreek werd hij bang dat Rhyme niet meer om hulp zou vragen. Ze zat in een benauwde situatie waar het heel goed zou kunnen gebeuren dat ze zou vinden dat ze geen hulp nodig had omdat haar ouders haar tegen hielden.
Maar het kon natuurlijk ook gewoon zijn dat ze contact op had genomen met Brianna Marchand, het Joodse meisje dat zo lief tegen haar was geweest en aan had geboden om te helpen wanneer ze het nodig had. Brianna was nu eenmaal iemand van haar leeftijdsgroep en alhoewel ze Joods was - Jonas had dit afgeleid aan het sterretje dat om haar hals had gehangen - hoefde dat niet gelijk op te vallen en zou het niet gelijk in de weg moeten komen van direct contact met Rhyme, die logischerwijs misschien sneller naar haar zou gaan met problemen dan naar hem. Voor nu zou hij het even aanzien.
Maar na een maand ontving hij tot zijn eigen verbazing en stiekem ook opluchting Rhymes eerste brief. Hij ontving vaak post omdat brieven de enige middelen van communicatie waren die hij bezat - geen elektriciteit, geen internet. Hij bezat geen telefoon, geen computer, helemaal niets. Dat hoorde nu eenmaal bij de levenswijze die hij gekozen had.
Jonas woonde net buiten de stad in een liefelijk huisje omringd door natuur. Zijn muren waren stevig geïsoleerd tegen de kou, het lage dak was gemaakt van riet en de tuin was wild en weelderig, vol met sterk geurende bloemen en felle kleuren. Tuinieren was één van zijn hobby's, en de dingen die hij oogste gebruikte hij in zijn eigen eten - wat over bleef ging naar de voedselbank of naar de kinderboerderij. Vlees at hij toch niet, dus de vruchten en groenten die hij groeide waren genoeg; ook zijn aardappelen kwamen uit eigen tuin. Van tijd tot tijd kreeg hij hulp van zijn ondertussen bejaarde moeder met het verwerken van de oogst of kwamen vrienden hun handen uit de mouwen steken. Jonas was een goede kok en vaak bleven ze na een lange dag hard werk nog even eten.
In de vroege ochtend liep hij in de zon over het grindpad naar de brievenbus die hij aan het hek om zijn terrein had bevestigd. Hij ontving ook elke ochtend de krant, maar nu was dat niet het enige wat hij had ontvangen. Hij trok eveneens een bruine envelop uit de brievenbus en keek nieuwsgierig naar het nette handschrift dat hij niet herkende.
Hij besloot eerst een kop thee in te schenken voor hij buiten op een bankje ging zitten en de brief openmaakte, de krant naast hem.
Het was inderdaad een brief van Rhyme. Natuurlijk ontzettend beleefd verwoord, iets anders had hij ook niet van haar verwacht. Er stond vrij weinig in over haar situatie thuis, wat hem niet had moeten verbazen. Wel vertelde ze hem over een lastig project op school - ze zat nu in haar laatste jaar en het werd nog moeilijker gemaakt omdat haar ouders blijkbaar haar telefoon weg hadden genomen. Zelfs als hij zelf een mobiel had gehad had ze hem zo niet kunnen bereiken.
Hij las de brief enkele keren door voor hij overeind kwam en naar binnen liep om haar terug te schrijven. Hij wist maar al te goed dat een luisterend oor veel meer steun kon bieden dan sommigen misschien dachten en als hij iets voor dit meisje kon doen zou hij haar maar al te graag helpen.
Om maar zo gepast mogelijk te blijven hield hij zijn bericht terug formeel maar vriendelijk. Hij vroeg naar haar school en of ze het daar leuk vond, naar haar vriendinnen, of ze al contact had gehad met Brianna. Hij besloot om het onderwerp van haar ouders te vermijden maar omdat ze zelf over het voorval met Lloyd was begonnen en meerdere keren haar excuses aan bood schreef hij wel dat ze daarin echt geen schuld had gehad. Dat hij had natuurlijk ook gezegd op de avond zelf maar ze leek nog steeds met het idee te zitten dat het door haar toedoen uit de hand was gelopen.
De brief was al op de post gedaan en hij stond al even in de tuin te werken toen hij zich plotseling af vroeg wat de gevolgen zouden zijn als zijn brief zou worden ontdekt door meneer en mevrouw Hillyard en hij kon enkel hopen dat hij voor Rhyme geen problemen zou veroorzaken.